Week 12 - les 2

Bonjour!
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour!

Slide 1 - Slide

Le programme:

* Netflix: Lupin
* Corriger les devoirs
* Répéter les phrases-clés et la grammaire de chapitre 5
* Chapitre 8: ex. 4ab et 5
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je jouw mening geven over de serie Lupin in het Nederlands.
* kan je de zinnen van hoofdstuk 5 vertalen met behulp van het boek.
* kan je de passé composé en het bijvoeglijk naamwoord in het Frans goed toepassen in zinnen.
* kan je opdrachten maken over de p.c. en het bijv. nw.

Slide 2 - Slide

Le programme:

* Netflix: Lupin
* Corriger les devoirs
* Répéter les phrases-clés et la grammaire de chapitre 5
* Chapitre 8: ex. 4ab et 5
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je jouw mening geven over de serie Lupin in het Nederlands.
* kan je de zinnen van hoofdstuk 5 vertalen met behulp van het boek.
* kan je de passé composé en het bijvoeglijk naamwoord in het Frans goed toepassen in zinnen.
* kan je opdrachten maken over de p.c. en het bijv. nw.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Geef hieronder aan wat je ervan vindt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Le programme:

* Netflix: Lupin
* Corriger les devoirs
* Répéter les phrases-clés et la grammaire de chapitre 5
* Chapitre 8: ex. 4ab et 5
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je jouw mening geven over de serie Lupin in het Nederlands.
* kan je de zinnen van hoofdstuk 5 vertalen met behulp van het boek.
* kan je de passé composé en het bijvoeglijk naamwoord in het Frans goed toepassen in zinnen.
* kan je opdrachten maken over de p.c. en het bijv. nw.

Slide 6 - Slide

Ex. 1a (p.125)
Rij boven: l'ordinateur, le matin, demander, l'élève, les lunettes
Rij onder: bavarder, le livre, le sac à dos

Ex. 1b (hier mocht je gokken):
1. een schat                 4. leeuwen
2. de afstand              5. een avontuur
3. bos                             6. dapper/braaf

Slide 7 - Slide

Ex. 1c
1. détester
2. peu
3. blanc
4. mauvais
5. le matin
6. arriver
7. facile
8. gagné / trouvé                             Heb je iets anders? Laat het weten!

Slide 8 - Slide

Ex. 2a
1. avril
2. décembre
3. juillet et aout
4. décembre
5. janvier
6. octobre

Slide 9 - Slide

Ex. 2b
1. samedi
2. grand-père (denk aan het streepje!)
3. glace
4. jaune
5. dessin
6. février
7. semaine                        woord: magasin = winkel

Slide 10 - Slide

Ex. 2c
1. nul / mauvais
2. un contrôle
3. quand
4. cousin / frère
5. est
6. numéro
7. bien sûr
8. gentil

Slide 11 - Slide

Le programme:

* Netflix: Lupin
* Corriger les devoirs
* Répéter les phrases-clés et la grammaire de chapitre 5
* Chapitre 8: ex. 4ab et 5
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je jouw mening geven over de serie Lupin in het Nederlands.
* kan je de zinnen van hoofdstuk 5 vertalen met behulp van het boek.
* kan je de passé composé en het bijvoeglijk naamwoord in het Frans goed toepassen in zinnen.
* kan je opdrachten maken over de p.c. en het bijv. nw.

Slide 12 - Slide

Répéter les phrases-clés
Traduisez avec ton livre (p.42):
1. Ja, wij hebben gedanst.
2. Met mijn vriendin en mijn oma.
3. Was het leuk?
4. Nee, het was saai/niks.
5. Zijn zij groot?
6. Nee, zij zijn klein.
7. Houd jij van sport?
8. Ja, ik houd van volleybal.
timer
8:00

Slide 13 - Slide

Corrigez!
  1. Oui, nous avons dansé. (of Oui, on a dansé.)
  2. Avec mon amie et ma grand-mère.
  3. C'était bien?
  4. Non, c'était nul.
  5. Ils sont petits? / Elles sont petites?
  6. Ils sont grands? / Elles sont grandes?
  7. Tu aimes le sport?
  8. Oui, j'aime le volleyball. 

Slide 14 - Slide

Bloc H
Bijvoeglijk naamwoord
Je mag aantekeningen of boek erbij houden.

Slide 15 - Slide

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Ils sont ____ (grand)

Slide 16 - Open question

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
Elles sont ____ (timide)

Slide 17 - Open question

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
le lion ____ (orange)

Slide 18 - Open question

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
la (joli) ____ fille

Slide 19 - Open question

Zet het woord tussen haakjes in de goede vorm. Schrijf alleen dat woord op.
les cousins ____ (drôle)

Slide 20 - Open question

Bloc D
Passé composé
Probeer dit uit je hoofd te doen! :)

Slide 21 - Slide

Zet in de passé composé, neem alles over:
Elsa et Julie ___ _____ (danser)

Slide 22 - Open question

Zet in de passé composé, neem alles over:
Marc ___ _____ (regarder)

Slide 23 - Open question

Zet in de passé composé, neem alles over:
vous ___ _____ (jouer)

Slide 24 - Open question

Zet in de passé composé, neem alles over:
j' ___ _____ (chercher)

Slide 25 - Open question

Zet in de passé composé, neem alles over:
elle ___ _____ (parler)

Slide 26 - Open question

Le programme:

* Netflix: Lupin
* Corriger les devoirs
* Répéter les phrases-clés et la grammaire de chapitre 5
* Chapitre 8: ex. 4ab et 5
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je jouw mening geven over de serie Lupin in het Nederlands.
* kan je de zinnen van hoofdstuk 5 vertalen met behulp van het boek.
* kan je de passé composé en het bijvoeglijk naamwoord in het Frans goed toepassen in zinnen.
* kan je opdrachten maken over de p.c. en het bijv. nw.

Slide 27 - Slide

Chapitre 8 (p. 127)
Faites: ex. 4ab et 5.

Tips:
ex. 4a: zet in de passé composé, het onderwerp staat er al.
ex. 4b: geef antwoord in de passé composé.
ex. 5a: omcirkel de juiste vorm.
ex. 5b: zet het woord tussen haakjes in de juiste vorm.
ex. 5c: vertaal de woorden, zet ze in de juiste vorm. (p. 130!)
timer
15:00

Slide 28 - Slide

Le programme:

* Netflix: Lupin
* Corriger les devoirs
* Répéter les phrases-clés et la grammaire de chapitre 5
* Chapitre 8: ex. 4ab et 5
* La fin

Aan het einde van de les:

* kan je jouw mening geven over de serie Lupin in het Nederlands.
* kan je de zinnen van hoofdstuk 5 vertalen met behulp van het boek.
* kan je de passé composé en het bijvoeglijk naamwoord in het Frans goed toepassen in zinnen.
* kan je opdrachten maken over de p.c. en het bijv. nw.

Slide 29 - Slide

La fin!
Aujourd'hui:
- répéter les phrases-clés
- répéter la grammaire
- Lupin: ton opinion? Tu vas le regarder sur Netflix?

Les devoirs:
Faire ex. 4ab et 5 (chapitre 8, p.127-130).

Slide 30 - Slide