c19c ww -re

Bienvenue c19c
Au dernier cours de la semaine
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bienvenue c19c
Au dernier cours de la semaine

Slide 1 - Slide

Le programme
- WW -re
- C'est l'automne!

Slide 2 - Slide

Welke werkwoorden op -re ken je al?

Slide 3 - Mind map

WW -re

Hoe vind je de stam?

Hele werkwoord -re
Exemple; Répondre -> répond
Prendre -> Prend

Slide 4 - Slide

WW - re, de vervoeging
In de présent - tegenwoordige tijd
Je - Stam + S
Tu - Stam + S
Il/elle/on - Stam . 
Nous - Stam + ons
Vous - Stam + ez
Ils/elles + Stam + Ent

Slide 5 - Slide

Exemple d'une conjugaison

Je - Stam + S
Tu - Stam + S
Il/elle/on - Stam
Nous - Stam + ons
Vous - Stam + ez
Ils/elles + Stam + Ent
Le verbe; perdre

Je perds
Tu perds
Il/elle/on perd
Nous perdons
Vous perdez
Ils/elles perdent

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Jij reageert
(répondre)
A
Tu répond
B
Tu reponds
C
Tu répondes
D
Tu réponds

Slide 8 - Quiz

Wij horen

(entendre)
A
Vous entendez
B
Nous entendons
C
Nous entendrons
D
Nous entendent

Slide 9 - Quiz

Kies de juiste vorm

Vendre
A
Elles vendent
B
Elle vends
C
Elle vend
D
Elle vendre

Slide 10 - Quiz

Tu
Ils
Nous
Vous
Répondez
Descendent
Attends
Vendons

Slide 11 - Drag question

WW -re in de passé composé
Passe composé = voltooid verleden tijd
Voorbeeld NL; Ik heb gelopen, wij hebben gepraat, zij hebben verkocht

Exemple: J'ai marché, ils ont parlé, ils ont vendu

Dus; Persoonlijk voornaamwoord + hulpww (avoir/être) + voltooid deelwoord

Slide 12 - Slide

WW -re in de passé composé
Het voltooid deelwoord van ww'en op -re maak je als volgt;

Hele ww - re (dus de stam) + U
Vendre --> Vend --> Vendu

Jij hebt verkocht --> Tu as vendu

Slide 13 - Slide

Wij hebben verloren
(perdre)

Slide 14 - Open question

Ik heb verkocht

(vendre)
A
Je vends
B
Je vendu
C
J'ai vendu
D
Je vend

Slide 15 - Quiz

Zij (vr.mv) hebben gewacht

(attendre)
A
Elles ont attendu
B
Elle a attendu
C
Ils ont attendre
D
Ils ont attendu

Slide 16 - Quiz

C'est l'automne!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Petite feuille verte
Petite feuille orange
Petite feuille jaune

Slide 19 - Drag question

L'été s'est endormi
Wat gebeurt er met de zomer?

Slide 20 - Open question

Et l'hiver va venir
Wie of wat gaat er komen?

Slide 21 - Open question

c'est l'automne

Il pleut des feuilles marron,
il pleut des feuilles rouges

Slide 22 - Slide


Il pleut des feuilles marron,
il pleut des feuilles rouges
Wat zou dat willen zeggen?

Slide 23 - Open question

Waar hebben jullie behoefte aan komende lessen? Waar willen jullie nog graag herhaling van, waar bots je nog mee?
Werkwoorden op -er
Werkwoord tijden (présent, passé composé etc)
Herhaling bijv. naamwoord
Spreekvaardigheid trainen
Voca leren
Leesteksten
Luisterfragmenten
Volledige Franse zinnen schrijven

Slide 24 - Poll

Au revoir les élèves!

Slide 25 - Slide