Markt en overheid hoofdstuk 1

Markt en overheid hoofdstuk 1
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Markt en overheid hoofdstuk 1

Slide 1 - Slide

Maken weektaak in stilte
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Homogeen goed
Goederen en diensten waarvan alle exemplaren identiek zijn in de ogen van de consument 

Slide 3 - Slide

De consument baseert keuze producent van homogeen goed op basis van
A
Kwaliteit van het product
B
Hoeveelheid
C
Prijs van het product

Slide 4 - Quiz

Marktvorm: Volkomen concurrentie
Veel aanbieders
Homogeen goed

Slide 5 - Slide

Marktvorm: Volkomen concurrentie
Veel aanbieders
Homogeen goed
Transparante markt
Vrije toetreding
Producent geen invloed op de prijs

Slide 6 - Slide

Marktevenwicht
Wat is de evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid in de uitgangsituatie

Slide 7 - Slide

Marktevenwicht
Evenwichtsprijs € 15
Evenwichtshoeveelheid 20 miljoen opladers

Slide 8 - Slide

Nieuw marktevenwicht
Evenwichtsprijs € 13,50
Evenwichtshoeveelheid 21,5 miljoen opladers

Slide 9 - Slide

consumenten en producentensurplus

Slide 10 - Slide

Het consumenten- en producentensurplus
  

Het consumentensuplus:

Het producentensurplus:

Slide 11 - Slide

Bereken het consumenten- en producentensurplus
Het consumentensurplus:
.......................................
.......................................
Het producentensurplus:
.......................................
......................................

Slide 12 - Slide

Bereken het consumenten- en producentensurplus
Het consumentensurplus:
(€ 22 - € 10) X 2.000 X 0,5 =
€ 12.000
Het producentensurplus:
(€ 10 - € 3) X 2.000 X 0,5 =
€ 7.000

Slide 13 - Slide

Omzet, kosten en winst
Omzet = hoeveelheid X prijs
                      Variabele kosten
                  Constante kosten -
                                             Winst

Slide 14 - Slide

Gemiddelden
Totale kosten/ hoeveelheid = gemiddelde totale kosten (GTK)
Totale variabele kosten/ hoeveelheid = gemiddelde variabele kosten (GVK)
Totale constante kosten/ hoeveelheid = gemiddelde constante kosten (GCK)
Voorbeeld: Constante kosten € 10.000. Gemiddelde variabele kosten € 5 Hoeveelheid: 1.000 


Totale variabele kosten
Totale constante kosten
Totale kosten
1.000 X € 5 = € 5.000
€ 10.000
€ 15.000
Gemiddeldevariabele kosten
Gemiddeldeconstante kosten
Gemiddelde
Totale kosten
€ 5.000/ 1.000= € 5  
€ 10.000/ 1.000 = € 10
€ 15.000/ 1.000 = € 15
€ 5 + € 10 = € 15

Slide 15 - Slide

Maken weektaak 
timer
10:00

Slide 16 - Slide

Degressief, proportioneel en progressief variabele kosten

Slide 17 - Slide

Verschillende soorten variabele kosten
  • Variabele kosten kunnen:
  • Proportioneel = variabele kosten per product blijven gelijk 
  • Degressief = variabele kosten per product dalen 
  • Progressief = variabele kosten per product stijgen

Slide 18 - Slide