3.7 Verwantschap

Wat moet je doen? 
Lees 203-206
Paragraaf 3.6 Evolutie
opdracht 4-5-6-7

Klaar? 
Test jezelf van 3.1 t/m 3.6
Flitskaarten van 3.1 t/m 3.6 



timer
15:00
Welkom 3.6 
Ga aan de slag met de opdrachten van vorige les. Je start met het lezen van de tekst.We kijken ze over 15 minuten na. 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat moet je doen? 
Lees 203-206
Paragraaf 3.6 Evolutie
opdracht 4-5-6-7

Klaar? 
Test jezelf van 3.1 t/m 3.6
Flitskaarten van 3.1 t/m 3.6 



timer
15:00
Welkom 3.6 
Ga aan de slag met de opdrachten van vorige les. Je start met het lezen van de tekst.We kijken ze over 15 minuten na. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welkom

Pak je schrift en pen en 
schrijf het lesdoel in jouw schrift bovenaan de pagina.

timer
3:00
3.7 Verwantschap
Ik kan toelichten wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie
Ik kan toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap. 

Slide 5 - Slide

Agenda
  1. Herhaling Evolutie - video
  2. Instructie en aantekeningen maken
  3. Opdrachten maken
  4. Lesafsluiting - quiz

NB. Deze les is verdeeld in twee delen op maandag en dinsdag.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Fossielen
versteende overblijfselen van organismen of afdrukken van organismen in gesteente. 

Slide 9 - Slide

Verwantschap
Verwant(schap): soorten met een gemeenschappelijke voorouder.

Slide 10 - Slide

Verwantschap
Biologen zoeken naar verwantschap door te kijken naar overeenkomsten in: 
  • de bouw van organen
  • de processen in cellen
  • de samenstelling van stoffen in cellen. 

Slide 11 - Slide

De bouw van organen
Overeenkomst in de bouw van organen
Organen met een verschillende functie kunnen veel overeenkomst in bouw vertonen. 
Deze organen zijn waarschijnlijk uit dezelfde grondvorm ontstaan. De organismen hebben een gemeenschappelijke voorouder gehad. De verschillen zijn ontstaan door aanpassing aan het milieu. 

Slide 12 - Slide

De bouw van organen
Overeenkomst in functie van organen
Organen met eenzelfde functie kunnen weinig overeenkomst in bouw vertonen. Deze organen zijn waarschijnlijk niet uit dezelfde grondvorm ontstaan. De organismen zijn dus niet nauw verwant aan elkaar. 

Slide 13 - Slide

Bouw: rudimentaire organen
Rudimentaire organen: organen die geen functie meer hebben en nauwelijks tot ontwikkeling komen.

Door rudimentaire organen wordt het aannemelijk dat verschillende soorten organismen een gemeenschappelijke voorouder hebben. 

Slide 14 - Slide

Processen in cellen
  • Elk organisme bestaat uit een of meer cellen. De cellen vertonen overeenkomst in bouw.
  • Cellen van verschillende organismen vertonen overenkomsten in processen.
  • Cellen van verschillende organismen tonen overeenkomsten in de samenstelling van stoffen. 

Slide 15 - Slide

Stambomen
Evolutionaire stamboom: schematisch overzicht van de verwantschap tussen soorten.

Slide 16 - Slide

Wat moet je doen? 
Lees blz. 
Maak opdracht  1-2-3 in het werkboek
Maak opdracht 5-6-8 in het schrift.
Klaar? 
Maak Test jezelf van 3.7




timer
20:00
Gedrag:
Je werkt samen aan de opdrachten met een fluisterstem.

Slide 17 - Slide

Voor de volgende les
Huiswerk:
Maak opdracht 1-2-3 in het werkboek
Maak opdracht 5-6-8 in het schrift.

Wat hebben we vandaag geleerd?
3.7 Verwantschap
Ik kan toelichten wat fossielen hebben bijgedragen aan de evolutietheorie
Ik kan toelichten dat overeenkomsten in de bouw van organen, de bouw van cellen en de samenstelling van stoffen in cellen duiden op verwantschap. 

Slide 18 - Slide

Wat is evolutie?
A
Aanpassing van organismen
B
Langdurige verandering van soorten
C
Verandering door menselijke invloed
D
Directe verandering door training

Slide 19 - Quiz

Wat zijn rassen in biologische termen?
A
Groepen binnen een soort
B
Volledig verschillende soorten
C
Genetisch identieke organismen
D
Varianten met specifieke kenmerken

Slide 20 - Quiz

Hoe ontstaan nieuwe soorten?
A
Door isolatie van populaties
B
Door milieuvriendelijk gedrag
C
Door lange tijdsperioden
D
Door genetische gelijkheid

Slide 21 - Quiz

Wat betekent variatie in genotypen?
A
Onveranderlijke eigenschappen
B
Verschillen in genetische samenstelling
C
Identieke genetische structuren
D
Diversiteit in een populatie

Slide 22 - Quiz

Wat is natuurlijke selectie?
A
Aanpassing aan de omgeving
B
Toevallige genetische mutaties
C
Verandering van het milieu
D
Overleving van de sterksten

Slide 23 - Quiz

Wat bestudeert de evolutietheorie?
A
De anatomie van levende wezens
B
De voeding van planten
C
De invloed van klimaat op dieren
D
De ontwikkeling van soorten over tijd

Slide 24 - Quiz

Wat zijn rudimentaire organen?
A
Overblijfselen van vroegere evolutie
B
Nieuwe organen in soorten
C
Functionele organen in dieren
D
Volledig ontwikkelde organen

Slide 25 - Quiz

Wat geeft een evolutionaire stamboom weer?
A
Relaties tussen verschillende soorten
B
De voeding van dieren
C
De leeftijd van fossielen
D
De omgeving van organismen

Slide 26 - Quiz

Wat zijn fossielen?
A
Overblijfselen van oude organismen
B
Chemische verbindingen in de aarde
C
Hedendaagse levende organismen
D
Kunstmatige constructies van dieren

Slide 27 - Quiz

Wat is verwantschap in de biologie?
A
De voedselketen in een ecosysteem
B
De relatie tussen verschillende soorten
C
De levenscyclus van planten
D
De groei van een organisme

Slide 28 - Quiz