Hoofdstuk 1 lesbrief 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Lesbrief 1: Veiligheidsmiddelen

	Vak: Profielvak 3 Hoofdstuk: Hoofdstuk 1 lesbrief 1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek klapper op tafel en open lesbrief 1 van hoofdstuk 1.

Na het doorlopen van deze lesbrief kan/ken ik:  

1. Veiligheidsmiddelen benoemen en toepassen.

2. Weet je welke persoonlijke beschermingsmiddelen er zijn en wanneer je ze moet gebruiken.

3. Veilig werken met elektrische machines.

4. Veilig en bewust werken.

verantwoording syllabus:

2. Lesdoelen

3.Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Iedereen van de 3BK + 4 k klas doet mee aan het basis arrangement.

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

-

3. Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Wat zijn veiligheidsmiddelen.

Wat zijn persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)?

4. Instructie

Het veilig werken binnen de werkplaats is een belangrijk onderdeel van praktijkopdrachten. Als je op de opdracht beoordeeld wordt, zal de leerkracht ook beoordelen of je veilig aan het werk bent geweest. Om veilig te kunnen werken, moet je niet alleen kennis hebben van de veiligheidsregels zelf. Het is belangrijk een goede werkhouding aan te nemen, om rustig en geconcentreerd te kunnen werken binnen de werkplaats. Hier zijn een aantal regels voor:

- Werk rustig en met aandacht aan je werkstuk.

- Gebruik je verstand en denk na voordat je iets doet.

- Stel vragen aan je docent als je er niet uit komt.

- Houd je werkplek netjes en opgeruimd.

- Laat je niet afleiden door mensen om je heen en laat hen ook met rust.

Noodstop

Veiligheidsschoenen

Een noodstop herken je aan de rode kleur van de knop, met een gele ondergrond. De noodstoppen zitten op de machine zelf en in het lokaal. Deze stoppen gebruik je alleen als er een gevaarlijke situatie dreigt te ontstaan. 

Rolmaat

Gradenboog

Uitrol baar meetinstrument. Voor het meten van langere lengtes. De meeste rolmaten zijn 3 of 5 meter. Maar er zijn er ook van 8 meter te koop.

Om een hoek uit te meten. Deze gebruik je meestal als de hoek geen 90 of 45 is. 

Schuifmaat

Met een schuifmaat kan je heel nauwkeurig meten. Tot wel 0,05 mm nauwkeurig.

o Met de grote bek meet je de buitenmaat van een voorwerp of de dikte van het materiaal.

o Met de kleine bek meet je de binnenmaat van een voorwerp.

o De pen die aan de onderkant eruit schuift is bedoeld om de diepte van een gat te meten.

Analoog

Digitaal

Waterpas

Meten of iets horizontaal of verticaal is en soms ook diagonaal.

De glazen buis met vloeistof en luchtbel noem je de libel.

Als de luchtbel precies tussen de twee streepjes zit, dan is het helemaal horizontaal of verticaal gemeten.

Je gebruikt een waterpas bijvoorbeeld bij het horizontaal ophangen van een plank.

Aftekenen

Kraspen

(permanent) stift

Een kraspen heeft een spitse stalen punt. Met deze punt kan je in metaal krassen.

Soms wordt een kraspen ook op kunststof gebruikt.

Je hebt verschillende (permanent) stiften. Dikke en dunne stiften. En secuur af te teken kan je beter een dunne stift gebruiken. Een permanent marker veeg je niet zo maar uit dat is een watervaste stift.

Je gebruikt een (permanent) stift met het aftekenen op kunststof.

Potlood

Hoogte schuifmaat

Op hout aftekenen doe je altijd met een potlood. Zorg altijd voor een spitse punt dan kan je secuur aftekenen. 

Een hoogte schuifmaat gebruik je als je een rechtopstaand voorwerp moet aftekenen.

Of om metaal af te tekenen.

De hoogteschuifmaat heeft een harde spitse punt. Met deze punt kras je in het materiaal net als met de kraspen.

Steekpasser

Blokhaak

De steekpasser gebruik je om een cirkel of een deel van een cirkel op het materiaal te tekenen.

De steekpasser heeft aan beide pootjes een scherpe punt en hiermee kras je in het materiaal.

Een blokhaak kan je gebruiken om te meten of een hoeks haak is en kan je gebruiken om een lijn haaks op het materiaal af te tekenen. Met een blokhaak werk je altijd van af de rand van het werkstuk.

Wij gebruiken in de praktijk de blokhaak bij het aftekenen op metaal.

Winkelhaak

Verstekhaak

Hiermee kan je een haakse hoek aftekenen (hoek van 90). Het grote verschil met een blokhaak is dat je ook midden op het materiaal een rechte hoek kunt aftekenen, terwijl je met een blokhaak alleen aan de rand van het materiaal kunt werken. 

Wil je een hoek tekenen van 45 of 135, dan gebruik je een verstekhaak.

Er zijn ook blokhaken waar je een hoek van 45 mee kunt aftekenen.

Zweihaak of zwaaihaak

Centerpons

De zweihaak heeft een instelbare hoek. Je gebruikt de zweihaak om een afwijkende hoek over te nemen op je materiaal.

Een centerpons gebruik je om aan te geven waar er geboord moet worden in het metaal. Met een centerpons en een hamer sla je een deukje in het materiaal. Zo weet je waar je moet boren en loopt de boor niet over het materiaal. 

Priem

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig de opdrachten van  lesbrief 1 hoofdstuk 5

Ben je klaar?

Ga verder met werk afmaken. 

7. Evaluatie 

Hoe ging de les?

Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- kan je vragen beantwoorden over een tekst?

Evaluatie Check

Vandaag doen wij de evaluatie over de les mondeling.

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk: 

Toetsen: