De ingezonden brief

Wat gaan we doen deze les?
  • Herhaling theorie ingezonden brief; 
  • Opdrachten maken via Lessonup; 
  • Oefenen met het schrijven van een ingezonden brief.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Wat gaan we doen deze les?
  • Herhaling theorie ingezonden brief; 
  • Opdrachten maken via Lessonup; 
  • Oefenen met het schrijven van een ingezonden brief.

Slide 1 - Slide

Theorie ingezonden brief
Bij een ingezonden brief reageer je op iets wat je hebt gelezen. 
Een ingezonden brief kan gepubliceerd worden in een krant of in een tijdschrift. 

Slide 2 - Slide

Ingezonden brief
  • Reactie op actuele gebeurtenis/artikel krant of tijdschrift/uitspraak
  • Tekstdoel: overtuigen
  • Tekstsoort: betogende tekst
  • Driedeling
  • Kort






Slide 3 - Slide

Ingezonden brief

Titel

Inleiding:

  • waarop je reageert
  • jouw mening

Kern:

  • argumenten

Slot:

  • samenvatting/conclusie
  • herhalen mening






Slide 4 - Slide

Argumenten uitwerken
  • Per argument gebruik je een aparte alinea; 
  • Je begint met het argument dat je het sterkst vindt;
  • Begin de alinea met je argument. Gebruik een signaalwoord dat een opsomming aangeeft. Allereerst is kleedgeld leerzaam.
  • Geef daarna uitleg of onderbouwing bij dat argument. Je gaat namelijk veel beter op je geld letten. 
  • Geef ten slotte een voorbeeld. Als ik bijvoorbeeld vijftig euro per maand krijg, ga ik geen shirt van honderd euro kopen. 

Slide 5 - Slide

Ingezonden brief


Slide 6 - Slide

Argumenten
Samenvatting
Conclusie
Herhalen mening 
Aangeven waar je op reageert
Mening geven
Voorbeeld bij argumenten
Uitleg bij argumenten
Inleiding
Kern
Slot

Slide 7 - Drag question

Ieder argument krijgt een aparte alinea.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een ingezonden brief?
A
Overhalen
B
Informeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 9 - Quiz

Welke woorden geven duidelijk aan dat je je mening omschrijft?
A
Dus, ook
B
Ik vind, naar mijn mening, mijn inziens, volgens mij
C
Want, naar mijn mening, kortom
D
Ik vind, ook, daarom, echter

Slide 10 - Quiz

Welke signaalwoorden geven een reden aan?
A
Ook, dus, want
B
Immers, daarentegen, zodat
C
Want, omdat, immers
D
Concluderend, samenvattend, en

Slide 11 - Quiz

Welke signaalwoorden geven een voorbeeld aan?
A
Bijvoorbeeld, ter illustratie, zo, zoals
B
Bijvoorbeeld, ook, verder, nogmaals
C
Zoals, en, hoewel
D
Daarnaast, immers, want

Slide 12 - Quiz

Welke signaalwoorden geven een samenvatting aan?
A
Kortom, al met al, samenvattend
B
Dus, zoals, ook
C
Daarentegen, samenvattend, maar
D
Kortom, bijvoorbeeld, ook

Slide 13 - Quiz

Welke signaalwoorden geven een conclusie aan?
A
Concluderend, zoals, bijvoorbeeld
B
Dus, ook, verder
C
Echter, immers, hoewel
D
Dus, concluderend

Slide 14 - Quiz

De opdracht 
We lezen de opdracht gezamenlijk door. 
Daarna ga je zelfstandig aan de slag met het schrijven van de ingezonden brief. 


Slide 15 - Slide