TL4 - ma 23/03/20

TL4 - Monday 23 March
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

TL4 - Monday 23 March

Slide 1 - Slide

Welcome back! 
Today, we're going to busy ourselves with some listening (hope you like New York!) and reading exercises. 

Enjoy!

Slide 2 - Slide

Listening
Je gaat een video kijken. De video pauzeert steeds om vragen te stellen over het fragmentje dat je net gehoord hebt. 

Slide 3 - Slide

9

Slide 4 - Video

00:23
Door hoeveel toeristen wordt New York jaarlijks bezocht?
A
Ongeveer 8 miljoen
B
Meer dan 8 miljoen
C
Tegen de 50 miljoen
D
Meer dan 50 miljoen

Slide 5 - Quiz

01:05
"Every street corner, it seems, is familiar" wordt er gezegd. Wat bedoelt de voice over daarmee?
A
Als je in New York verdwaalt, vind je de weg niet snel terug omdat de straathoeken op elkaar lijken
B
De voice over is al vaak in New York geweest
C
New York is wat eentonig, alles ziet er hetzelfde uit
D
New York is zo vaak te zien in films en series dat veel van wat je ziet je al bekend voorkomt

Slide 6 - Quiz

01:44
In welk jaar werd the Empire State Building geopend?
A
1913
B
1930
C
1931
D
1941

Slide 7 - Quiz

02:25
Wat wordt bedoeld met "the land of the free"?
A
New York City
B
The United States of America
C
The Rockefeller Centre
D
Grand Central Terminal

Slide 8 - Quiz

03:10
Wat wordt bedoeld met "The Big Apple"
A
Central ParkNew York City
B
New York City
C
The United States of America
D
Times Square

Slide 9 - Quiz

03:59
In welk museum vind je kunst van de afgelopen 5000 jaar?
A
In het Gugenheim
B
In het Metropolitan Museum of Art
C
In het New York City Museum
D
In het United States Museum

Slide 10 - Quiz

04:26
Aan welke gebeurtenis herinnert het Reflecting Absence Memorial?
A
Aan de aanslagen van 11 september 2001
B
Aan de Eerste Wereldoorlog
C
Aan de Tweede Wereldoorlog

Slide 11 - Quiz

05:15
Wat is Coney Island?
A
Een cruiseschip
B
Een eiland voor de kust van New York
C
Een museum in Brooklyn
D
Een pretpark

Slide 12 - Quiz

05:39
Hoe lang zou je je volgens de voice over kunnen vermaken in New York?
A
Dat zegt hij niet
B
Minimaal een week
C
Dat ligt eraan wat je leuk vindt
D
Je leven lang

Slide 13 - Quiz

Reading
You are going to work on a few exam texts. We'll stick to open questions and true/false questions for today.
Het gaat er vandaag voornamelijk om dat je weet hoe je je antwoord noteert en hoe de puntentoekenning in elkaar zit. Bij deze vragen krijg je tips over waar je op moet letten als je het examen maakt. 
Open vragen kun je, als je dat wilt, nakijken met behulp van het antwoordmodel van het examen 2015 eerste tijdvak.

Slide 14 - Slide

Open vragen
Bij open vragen krijg je altijd informatie over hoe je moet antwoorden en wat je moet antwoorden. Dat kan bijvoorbeeld zijn:
  • Geef antwoord in het Nederlands
  • Geef antwoord in het Engels
  • Citeer (=schrijf over uit de tekst) de eerste twee woorden van deze zin
  • Schrijf de letters in de juiste volgorde
  • Noteer het nummer van deze alinea
  • ....

Deze aanwijzingen zijn heel duidelijk, volg ze dus ook goed op. Noteer je je antwoord bijvoorbeeld in het Engels als dat in het Nederlands moest, dan krijg je geen punten!

Slide 15 - Slide

Click text to zoom.

‘Contamination incident’
Welke gebeurtenis heeft er precies plaatsgevonden?
Geef antwoord in het Nederlands.

Slide 16 - Open question

Click text to zoom

‘Learning Greek to Improve your English’ (titel)
In welke zin wordt uitgelegd waarom dit werkt?
Citeer (= schrijf over uit de tekst) de eerste twee woorden van deze zin.

Slide 17 - Open question

Click text to zoom

De volgende drie alinea’s van tekst 4 staan op de volgende slide, maar niet in de juiste volgorde.
Schrijf de letters in de juiste volgorde op in de uitwerkbijlage.

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

'the flash of insight' (paragraph 1)
In welke alinea wordt de gebeurtenis die dit veroorzaakte beschreven?
Noteer het nummer van de alinea.
For text click here.

Slide 20 - Open question

Extra toelichting open vragen
Bij het beantwoorden van open vragen is het heel belangrijk om heel concreet te zijn. Als je in je antwoord vage woorden als "het" en "ze" of "hij" gebruikt, is het voor de corrector moeilijk om te begrijpen wat je bedoelt. 

Is je antwoord onduidelijk, dan kan je dat veel punten kosten. 

Slide 21 - Slide

True/false questions
In ieder examen vind je een aantal van deze vragen. Je krijgt vier beweringen waarvan je aan de hand van de tekst moet bepalen of het waar is of niet. Dat lijkt makkelijk punten verdienen, je hebt immers 50% kans dat je een vraag goed beantwoord. 

Het venijn zit hem echter in de staart; je krijgt 2 punten als je ze alle 4 goed hebt, als je er 3 goed hebt krijg je 1 punt. Heb je er 1 of 2 goed, dan krijg je geen punten.

Slide 22 - Slide

Juist of onjuist?

Leopold Wrobel zei dat hij zijn buren alleen maar probeerde te
vermaken.
Click text to zoom
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Juist of onjuist?

Er was duidelijk bewijs dat de gebeurtenissen regelmatig
plaatsvonden.
Click text to zoom
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

Juist of onjuist?

Volgens de advocaat van de verdediging was het fluiten voor de hond
bedoeld.
Click text to zoom
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Juist of onjuist?

Eén van de slachtoffers vertelde dat ze allemaal nare dromen had.
Click text to zoom
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

So, how did you do? 
Voor de vorige vier vragen scoor je twee punten als je ze allemaal goed had. 
3 goed? 1 punt.
1 of 2 goed? 0 punten, helaas. 
Let's try 
again!

Slide 27 - Slide

Click text to zoom.

Geef van elke bewering aan of deze juist of onjuist is volgens de tekst.

De British Film Industry heeft nieuwe films van Hitchcock ontdekt in Hertfordshire.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Click text to zoom.

Geef van elke bewering aan of deze juist of onjuist is volgens de tekst.

De British Film Industry voorziet de oude Hitchcock films van geluid.
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

Click text to zoom.

Geef van elke bewering aan of deze juist of onjuist is volgens de tekst.

Stomme films werden vroeger zelden bewaard.
A
juist
B
onjuist

Slide 30 - Quiz

Click text to zoom.

Geef van elke bewering aan of deze juist of onjuist is volgens de tekst.

Films zonder geluid werden gemaakt van kostbaar materiaal.
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quiz

So, how did you do? 
Voor de vorige vier vragen scoor je twee punten als je ze allemaal goed had. 
3 goed? 1 punt.
1 of 2 goed? 0 punten, helaas. 
Let's try 
again!

Slide 32 - Slide

Open questions & true/false questions
Vandaag behandelden we open vragen en true/false questions. Je weet nu waar je op moet letten om je antwoord te noteren en hoe de puntentelling in elkaar steekt bij true/false questions.

In de volgende les besteden we tijd aan andere vraagtypes. 

Slide 33 - Slide

That's it for today!

Slide 34 - Slide