Les 15 (23/06 + 24/06 )- m1

1HV1 Première leçon
Les objectifs:
  • Ik heb de werkwoorden avoir, être en in -er in de présent en passé composé onder de knie
  • Ik kan het werkwoord "aller" gebruiken.
Le programme :
  • Vragen werkwoorden
  • Leerblad maken p.159 paragraaf 9, 10, 12
mardi 24 juin
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1HV1 Première leçon
Les objectifs:
  • Ik heb de werkwoorden avoir, être en in -er in de présent en passé composé onder de knie
  • Ik kan het werkwoord "aller" gebruiken.
Le programme :
  • Vragen werkwoorden
  • Leerblad maken p.159 paragraaf 9, 10, 12
mardi 24 juin

Slide 1 - Slide

1HV1 Première leçon
Les objectifs:
  • Ik heb de werkwoorden avoir, être en in -er in de présent en passé composé onder de knie
  • Ik kan het werkwoord "aller" gebruiken.
Le programme :
  • Vragen werkwoorden
  • Leerblad maken p.159 paragraaf 9, 10, 12
lundi 23 juin

Slide 2 - Slide

Vertaal:
_______ (jullie hebben) un chien.

Slide 3 - Open question

Vertaal:
_______ (jij bent) chez Mamie.

Slide 4 - Open question

Vertaal:
_______ (zij (m) gaan) un contrôle de Néerlandais.

Slide 5 - Open question

Vertaal:
_______ (ik ga) au Portugal.

Slide 6 - Open question

Vervoeg:
On _______ (parler, présent) français.

Slide 7 - Open question

Vervoeg:
Elle _______ (écouter, passé composé) la prof.

Slide 8 - Open question

Vervoeg:
Nous _______ (parler, passé composé) français.

Slide 9 - Open question

Vervoeg:
Annie _______ (être, présent) très jolie.

Slide 10 - Open question

Vervoeg:
Nous _______ (cuisiner, passé composé) un gâteau au chocolat.

Slide 11 - Open question

Vervoeg:
Tu _______ (avoir, présent) Instagram.

Slide 12 - Open question

Vervoeg:
Laura et toi, vous _______ (être, présent) grandes.

Slide 13 - Open question

Chapitre 6 - Grammaire

- Prends ton livre p.77
- Fais l'exercice 31 p.77

Klaar?
Oefen met verbuga. 
tijden: passé composé - ongelmatige: niks - regelmatige: aimer, donner, chercher, parler

Slide 14 - Slide

Verbuga







tijden: présent - ongelmatige: avoir, être - regelmatige: aimer, arriver, chercher, commencer, manger

Slide 15 - Slide

Voorbeeld

Slide 16 - Slide

Les devoirs pour mardi 20 juin






Laptop en boek mee


Slide 17 - Slide