2ha grammatica hoofdstuk 4

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Nederlands

2HA

Deze les

• Welke zinsdelen hebben we dit jaar al gehad?
• Naamwoordelijk gezegde

Zinsdelen

• werkwoordelijk gezegde
• onderwerp
• lijdend voorwerp 
• meewerkend voorwerp
• bijwoordelijke bepaling
• voorzetselvoorwerp 
• bijvoeglijke bepaling

Verschil WWG en NWG

Naamwoordelijk gezegde

• Bestaat uit een werkwoordelijk deel en een naamwoordelijk deel
• Het werkwoordelijk deel bevat alle werkwoorden uit de zin. Een van deze werkwoorden is een vorm van een koppelwerkwoord.

Koppelwerkwoord

Er zijn 9 koppelwerkwoorden:

zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen

(heten, dunken en voorkomen)

Naamwoordelijk gezegde

Bij een naamwoordelijk gezegde is(of wordt) het onderwerp iets in plaats van dat het iets doet.

Het koppelwerkwoord 'koppelt' het werkwoordelijk deel aan het naamwoordelijk deel.

• Mijn moeder is aardig.
• is koppelt de eigenschap aardig aan mijn moeder.

Naamwoordelijk gezegde

In zinnen met een naamwoordelijk gezegde zit nooit een lijdend voorwerp!

Opdracht 5

Ben jij vanmorgen voor de buurvrouw naar de supermarkt geweest?

• Welke werkwoorden staan in de zin?
• Gaat het in deze zin om iets doen of iets zijn?

WWG of NWG 

WWG: ben geweest

Opdracht 5

De fietstocht door de bergen is voor de deelnemers een geweldige ervaring geworden.

• Welke werkwoorden staan in de zin?
• Gaat het in deze zin om iets doen of iets zijn?

WWG of NWG

NWG: is een geweldige ervaring geworden

Opdracht 5

Tijdens de sponsoractiviteiten worden de deelnemers uiteraard hartelijk bedankt.

• Welke werkwoorden staan in de zin?
• Gaat het in deze zin om iets doen of iets zijn?

WWG of NWG

WWG: worden bedankt

Opdracht 5

Het maken van het boekverslag is voor Remco een grote opgave geweest.

• Welke werkwoorden staan in de zin?
• Gaat het in deze zin om iets doen of iets zijn?

WWG of NWG

NWG: is een grote opgave geweest