Druk 2

• Biologie
• Secundair onderwijs

Herhaling

Druk 

Wat is kracht?

1. Grootheid die voorwerp van vorm kan doen veranderen.
2. Grootheid die voorwerp van snelheid kan doen veranderen.
3. Grootheid die voorwerp van vorm en snelheid kan doen veranderen.
4. Grootheid dat voorwerp niet kan veranderen.

Druk in gassen en vloeistoffen meet je
met een manometer. Geef één voorbeeld
waarbij een manometer als meetinstrument
wordt gebruikt.

Geef de formule van druk.

Als je een oppervlakte wilt indrukken, moet de druk ... zijn en de contactoppervlakte ... zijn.

1. Klein - groot
2. Groot - klein

Wat is de SI-eenheid van kracht?

1. Druk
2. Oppervlakte (A)
3. Kracht (F)
4. Pascal (Pa)

Geef één voorbeeld van druk IN een vloeistof.

Geef één voorbeeld van druk OP een vloeistof.

Duid de correcte 'wet van Pascal' aan.

1. Druk uitgeoefend op gehele vloeistof, plant zich ongewijzigd voort in deel vloeistof.
2. Druk uitgeoefend op deel vloeistof, plant zich ongewijzigd voort in gehele vloeistof.
3. Druk uitgeoefend op een vaste stof, plant zich ongewijzigd voort in een deel van de vaste stof.
4. Druk uitgeoefend op een gas, plant zich ongewijzigd voort in de gehele vloeistof.

Geef één voorbeeld uit het dagelijks leven waarbij een hydraulische pers gebruikt wordt.