3D Dienstag, den 5. März 2024 Kapitel 3: UNTERWEGS Sprachmittel

1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Kapitel 3: UNTERWEGS

Slide 2 - Slide

Dienstag, den 5. März 2024
  • Willkommen
  • Ziel
  • Sprachmittel
  • Lernliste, Grammatik und Sprachmittel üben
  • Sehen/Hören
  • Hausaufgaben Woche 10
  • Zum Schluss

Slide 3 - Slide

Ziel:
  • Du kannst dich vorbereiten auf den Test

Slide 4 - Slide

Sprachmittel  Seite 115-117
Aufgabe 33: Gespräche Führen
Was sollen wir machen?
Erklärung Aufgabe.

Aufgabe 34: Den Weg zeigen
  • Was sollen wir machen?
  • Erklärung Aufgabe.
timer
1:00

Slide 5 - Slide

Lernliste + Grammatik + Sprachmittel
Slim Stampen + Study Go
timer
1:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Test Kapitel 3: UNTERWEGS
Mittwoch, den 6. März 2024
Lesstof:
Lernliste NL->Duits Seite 128 +  Lernliste D->NL Seite 129
Sprachmittel Seiten 123 + 131 (StudyGO
Grammatik Modalverben A + B Seite 130 (verleden tijd)
 
Tip:
Slim stampen -> Lernliste en Grammatik A+B => schrijven/typen woorden!!!!!!
StudyGo -> Sprachmittel oefenen
Oefentoets online (twee versies)

Slide 8 - Slide

Hausaufgaben Woche 10
Üben StudyGo examenidiom 201-250 + Wiederholen 1-200

Slide 9 - Slide

Zum Schluss:

Slide 10 - Slide

Sehen/Hören    
Neun1/2
Hören und mitlesen.
  • Was wird gesagt?
  • Was kannst du erzählen?
  • Bespreche mit deinem Nachbarn/diener Nachbarin
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Grammatik:  Modalverben
  • Wat weten we nog t.a.v. het vervoegen van deze werkwoorden tegenwoordige tijd (Präsens)?
  • Wat betekenen de volgende Modalverben?
  • Hoe vervoeg je deze werkwoorden in de verleden tijd (Präteritum)?
  • Wat valt je op bij het vervoegen van Modalverben in de verleden tijd?
  • Hoe zien een aantal voltooid deelwoorden er uit?
  • Weten we nog een aantal signaalwoorden verleden tijd?

Slide 14 - Slide

Modalverben
können     müssen     dürfen     wollen     wissen

Präteritum stam:
konn          muss           durf           woll          wuss

Slide 15 - Slide

stam verleden tijd: konn, muss, durf, woll, wuss
(Präteritum)
ich                 stam
du                  stam
er/sie/es     stam

wir                 stam
ihr                  stam
sie/Sie          stam
uitgang verleden tijd

(Präteritum)
te
test
te

ten
tet
ten

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Video

Lesen
Aufgabe 15 So werdet ihr einen Schluckauf los Seiten 62-64
Aufgaben 40 + 42 Seiten 78-79
Aufgabe 45: Fünf deutsche Gesten, die du kennen solltest Seiten 82-85
Aufgabe 41: Straßenschilder  Seiten 122-124

Slide 19 - Slide

Was soll ich machen? Ich weiß nicht was das bedeutet?
Notiere in deinem Heft!! (Noteer in je schrift!!)
  • Seite 145 Arbeitsbuch A
  • www.uitmuntend.de -> lidwoorden, meerdere betekenissen, voorbeeldzinnen enzovoort
  • www.interglot.nl
  • www.mijnwoordenboek.nl
  • vragen in de les, opletten tijdens uitleg

Slide 20 - Slide