Python - les 3 - Variabelen (1)

Python
Les 3

Variabelen (1)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Python
Les 3

Variabelen (1)

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les weet je wat een variabele is en wat je met een variabele kan doen. Ook kan je een app programmeren die gebruik maakt van een variabele.

Slide 2 - Slide

Eerst even herhalen!

Slide 3 - Slide

Wat is de uitvoer van je app als onderstaande code wordt uitgevoerd?
print(((6+4)*10)/2)
timer
0:30

Slide 4 - Open question

Je kan met python rekenen met tekst (strings). Hoe ziet je python code eruit als de uitvoer van je app als volgt is:
BACBBACBBACBBACB
timer
1:00

Slide 5 - Open question

Sleepvraag
Sleep de juiste objecten naar de juiste plaats! De uitvoer van de app is: ACBDACBDACBD
(
)
show
print
4
3
AC
BD
*
/
"ACBD"
"ACDB"

Slide 6 - Drag question

Stel, je maakt een berekening in je app en het antwoord wil je later in je app weer gebruiken. Hoe zouden we dit kunnen oplossen?

Slide 7 - Open question

Variabele
Een variabele is een stukje geheugen op de computer waar je tijdelijk gegevens in kan opslaan, zoals een getal of een stukje tekst.

Slide 8 - Slide

Label
Om opgeslagen gegevens uit een variabele te gebruiken geef je iedere variabele een uniek label, zodat je deze makkelijk weet terug te vinden.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
antwoord = 5 * 5
print(antwoord)
Uitvoer app: 25


naam = "Pieter"
print(naam)
Uitvoer app: Pieter

Slide 10 - Slide

Tekst en variabelen combineren
Het is natuurlijk fijn als je in een uitvoer van je app zowel tekst als een waarde uit een variabele kan gebruiken. En dat kan ook!

Bijvoorbeeld de uitvoer:

"Het antwoord van de som is 49"

Waarbij het getal 49 is opgeslagen in een variabele.

Slide 11 - Slide

Voorbeeld 1
uitvoer = "Het antwoord van 5x5 is: %s"
antwoord = 5*5
print(uitvoer % antwoord)


Uitvoer app: 
Het antwoord van 5x5 is 25

Slide 12 - Slide

Voorbeeld 2
uitvoer = "%s zit op voetbal."
naam1 = "Pieter"
naam2 = "Linda"
print(uitvoer % naam1)
print(uitvoer % naam2)
Uitvoer app: 
Pieter zit op voetbal.
Linda zit op voetbal.

Slide 13 - Slide

Opdrachten
In de programmeeromgeving Repl.it staan nieuwe opdrachten klaar.
Laat LessonUp open staan!

Slide 14 - Slide

Hoe noem je de naam die je een geeft aan een variabele?
timer
1:00

Slide 15 - Open question

Met welk symbool geef je aan waar in de uitvoer een waarde van een variabele moet komen?
A
#
B
$
C
%
D
&

Slide 16 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?
timer
1:00

Slide 17 - Open question

Wat vond je moeilijk deze les?
timer
1:00

Slide 18 - Open question