Spelling - H1.8 en H2.8 - les 1

Spelling 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling 

Slide 1 - Slide

Doelen van vandaag
  • werkwoordspelling toepassen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm in tt
In de tegenwoordige tijd heeft de persoonsvorm drie vormen:
- ik-vorm
- ik-vorm + t
- hele werkwoord


Slide 4 - Slide

Persoonsvorm in tt
- Eindigt de ik-vorm op -d ?
Dan schrijf je: ik vind – jij vindt – hij vindt – wij vinden.

- Eindigt de ik-vorm op -t ?
Dan schrijf je: ik zit – jij zit – hij zit – wij zitten.

Slide 5 - Slide

Kies de juiste vorm:
Hij (vinden) het heel erg leuk op school.
A
vind
B
vinden
C
vindt
D
vint

Slide 6 - Quiz

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

Slide 7 - Open question

Het werkstuk ...... (worden t.t.) te laat ingeleverd.

1. het werkstuk = het  
2. ik-vorm +t
3. ik word +t     
4. wordt             

Slide 8 - Slide

Het schoolfeest ........... (luiden t.t.) het begin van het schooljaar in.


Slide 9 - Open question

Het schoolfeest ........... (luiden t.t.) het begin van het schooljaar in.
1. het schoolfeest = het 
2. ik-vorm +t
3. ik luid +t     
4. luid         

Slide 10 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd
• Sterke en zwakke werkwoorden. 
 • Sterke werkwoorden: je kunt de spelling horen. 
 • Zwakke werkwoorden: 't ex-kofschip.

Slide 11 - Slide

Persoonsvorm in vt
- Eindigt de stam op -d of -t en is het enkelvoud?
Dan schrijf je: antwoordde, praatte enz.

- Eindigt de stam op - d of -t en is het meervoud?
Dan schrijf je: antwoordden, praatten enz.

Slide 12 - Slide

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.


Slide 13 - Open question

Het schoolfeest ........... (luiden v.t.) het begin van het schooljaar in.
1. het schoolfeest = het 
2. ik-vorm +de/te
3. stam = lui  
4. in 't ex-kofschip?
5. nee - dus +de
6. luid +de
7. luidde          

Slide 14 - Slide

Het grote huis .................... (branden v.t.) tot de grond toe af.


Slide 15 - Open question

Het grote huis .................... (branden v.t.) tot de grond toe af.

1. het grote huis = het 
2. ik-vorm +de/te
3. stam = bran  
4. in 't ex-kofschip?
5. nee - dus +de
6. brand +de
7. brandde          

Slide 16 - Slide

De docenten .................... (beantwoorden v.t.) al onze vragen.


Slide 17 - Open question

De docenten ................... (beantwoorden v.t.) al onze vragen.

1. de docenten = zij (mv) 
2. ik-vorm +den/ten
3. stam = beantwoor  
4. in 't ex-kofschip?
5. nee - dus +den
6. beantwoord +den
7. beantwoordden          

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Het grote huis is tot de grond toe ...............
(afbranden vdw).


Slide 20 - Open question

Het grote huis is tot de grond toe  .......(afbranden vdw).

1. afgebrand / afgebrant
2. stam = afbrand
3. d in 't ex=kofschip?
4. nee - dus d

5. afgebrand   

Slide 21 - Slide

Het schoolfeest heeft het begin van het schooljaar
...................... (inluiden vdw).


Slide 22 - Open question

Het schoolfeest heeft het begin van het schooljaar
...................... (inluiden vdw).
1. ingeluid / ingeluit
2. stam = inluid
3. d in 't ex=kofschip?
4. nee - dus d

5. ingeluid   

Slide 23 - Slide

Maken
H1.8: Opdr. 2 en 4 in het boek (blz. 67)
H2.8: opdr. 6 en 7a (blz. 147)
Test jezelf online

Als er gewerkt wordt aan de opdrachten is het stil in de klas.

Klaar? Versterk Jezelf werkwoorden (online)

Slide 24 - Slide