NN7 - Meer dan lezen §5 - Opdracht 9B - 1V

Opdracht 9B
NN7 - Meer dan lezen §5 - 1V
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Opdracht 9B
NN7 - Meer dan lezen §5 - 1V

Slide 1 - Slide

Wat we gaan doen

  • We gaan weer verder met Inleiding en slot.
  • We lezen zo Tekst 1 online. Download deze hier.
  • Daarna maken we samen opdracht 9B.

Slide 2 - Slide

Om de tekst goed te kunnen begrijpen, moet je weten wat de woorden a tot en met f betekenen. Maak bij de sleepvraag de juiste combinaties.

Slide 3 - Slide

toespraak of artikel om anderen van iets te overtuigen
meevoelend; zich inlevend in de emoties van anderen
mensen die ervoor proberen te zorgen dat anderen meer gaan lezen
vaktaal
iemand die luidkeels en zonder al te veel na te denken zijn mening vertelt
helemaal niets
pleidooi (al. 3)
empathisch (al. 7)
leesbevorderaars (al. 2)
jargon (al. 2)
roeptoeter (al. 5)
geen zier (al. 2)

Slide 4 - Drag question

We lezen nu Tekst 1 - Of je wilt lezen, moet je zelf maar weten.

Nog niet gedownload? Klik hier.

Slide 5 - Slide

Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 6 - Open question

Bij welke alinea begint het middenstuk?
A
alinea 2
B
alinea 3
C
alinea 4
D
alinea 5

Slide 7 - Quiz

Bij welke alinea begint het slot?
A
alinea 6
B
alinea 7
C
alinea 8
D
alinea 9

Slide 8 - Quiz

Wat vind jij, voldoet het slot van deze tekst aan de eisen van een goed slot? Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Open question

Hoe probeert de auteur grappig te zijn in zijn tekst? Zoek twee voorbeelden uit de tekst en markeer die.

Slide 10 - Slide

Hoe probeert de auteur grappig te zijn in zijn tekst? Zoek twee voorbeelden uit de tekst en markeer die.
De auteur gebruikt op sommige plekken humor, bijvoorbeeld:

- bij ‘leesoffensief’: Ik zie katapulten en kanonnen voor me, bommenwerpers die boeken over de mensen uitstorten. Hardcovers, uiteraard, het moet wel een beetje aankomen.

- over zijn kinderen: Mijn kinderen lezen nog minder dan de goudvis die vanuit zijn kom naar de ruggen (van de boeken) kijkt.

- over het goede voorbeeld geven: Ik ben inmiddels openlijk gaan roken om zeker te weten dat mijn kinderen het nooit zullen doen.

Slide 11 - Slide

‘Jemig, hélemaal lezen?’(al. 4) Waarom stelt de auteur deze vraag?

Slide 12 - Open question

Waarom was de auteur niet meteen in paniek na het uitkomen van het Pisa-rapport?

Slide 13 - Open question

Leg in je eigen woorden uit dat het argument om openlijk te gaan roken grappig bedoeld wordt. (al. 3)

Slide 14 - Open question

In de tekst komt de auteur meerdere keren terug op het voorbeeld van de jongens in groep 5. Leg in je eigen woorden uit wat hij met dat voorbeeld duidelijk wil maken.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video

Wat bedoelt de schrijver met ‘Kortom, al die schrijvers en deskundigen uit het boekenvak zijn kwakende Wc-eenden die Wc-eend adviseren’? (al. 6).

Slide 17 - Open question

In alinea 7 wordt uitgelegd waarom lezen belangrijk zou zijn. Welke argumenten worden gegeven?

Slide 18 - Open question

Welk antwoord geeft de auteur uiteindelijk op de vraag waarom je boeken zou moeten lezen?

Slide 19 - Open question

Een van de zinnen uit de tekst is de hoofdgedachte. Zoek deze zin op. 

Hint: weet je nog waar je meestal de hoofdgedachte van een tekst kunt vinden...?

Slide 20 - Slide

Een van de zinnen uit de tekst is de hoofdgedachte. Zoek deze zin op. 

Hint: weet je nog waar je meestal de hoofdgedachte van een tekst kunt vinden...?
Juiste antwoord:
[alinea 9] Boeken lezen is fijn, en waarschijnlijk heb je er verder niets aan. 

Slide 21 - Slide

En dat was 'm weer!

Slide 22 - Slide