reporteros 1 unidad 2

reporteros 1 unidad 2
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

reporteros 1 unidad 2

Slide 1 - Slide

En Marcha TB p. 33

Lees de appjes en maak ze af met de zinnen  at/md.




ceviche peruano            redacción
TB 1, p. 34
TB 2, p. 34
TB 3, p. 34

TB 3
WB 2, p. 27
WB 3, p. 28
WB 1, p. 27
WB 4, p. 28

FINAL CHECK:      
WB 6 & 7, p. 29 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

el programa de hoy:
>> Nakijken huiswerk
Lesdoel: Hoe zeg je in het Spaans dat je iets leuk vindt en hoe reageer je op dit soort zinnetjes?
“Me gusta el fútbol, ¿y a ti? A mí también”
TB 4, p. 35
TB 5, p. 35
Daarna verder oefenen in WB

Slide 5 - Slide

Hoe kun je zeggen dat je iets leuk vindt, en hierop reageren?

TB 4, p. 35 (in je schrift)
Kijk naar het groene blok.
Me gusta = ik hou van ....
¿Y a ti? = en jij?



Welke 2 reacties kunnen bij:
> Me gusta jugar al hockey.
> No me gusta estudiar.

Reageren:
a mí también = ik ook
a mí no = ik niet
a mí tampoco = ik ook niet
a mí sí = ik wel

TB 5, p. 35: schrijf je gesprekje uit!

Slide 6 - Slide

Maak in WB over gustar:

WB 5, p. 28
WB 10, p. 31 gebruik bij F (no) me gustaN los cómics.
WB 11, p. 31 maak alleen zinnen c, d, f t/m i.


WB 12: Gebruik nu voor hij/zij vindt leuk LE gusta. In je reactie is “a mí también/ a mí no – a mí sí en a a mí tampoco genoeg. Dan past het beter op de lijntjes.

Maak in WB over werkwoorden vervoegen:

WB 8, p. 30
WB 9, p. 30
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

El programa de hoy:



TB 1 t/m 5 p. 36 + 37

Oefenen in WB

Slide 10 - Slide

Lección 2: platos favoritos
Lesdoel: Praten over eten, wat vind je lekker? Wat zit er in bepaalde gerechten? Wat mag je niet eten? Waar ben je allergisch voor?

Maak zelfstandig de volgende opdrachten:
TB 1, p. 36
TB 2, p. 36
TB 3, p. 36
 
timer
10:00
Klaar?
WB 1, p. 33: Je hoeft de zinnen niet te corrigeren, alleen V (=waar) of F (=niet waar)

Slide 11 - Slide

ANTWOORDEN TB
TB 1, p. 36
Paquita = 3
Miguel = 4
Sandra = 1
Alejandro = 2





TB 2, p. 36
A = la tortilla de patatas
B = las albóndigas
TB 3, p. 36
(No) me gusta la tortilla
(No) me gustan las albóndigas
(No) me gusta la menestra
(No) me gusta el pollo al curry con arroz.

Slide 12 - Slide

TB 4, p. 37
Kijk naar de plaatjes en zoek de Spaanse naam ervan op in het menu.
1. lentejas                     9. filetes de pollo
2. paella                        10. natillas 
3. arroz a la cubana
4. judías blancas
5. cocido completo
6. empanadillas
7. pescado rebozado
8. canelones

Slide 13 - Slide

WB 4, p. 34 
WB 5, p. 34: gebruik de woorden uit opdracht 4.
WB 1, p. 33: Je hoeft de zinnen niet te corrigeren, alleen V (=waar) of F (=niet waar)
solo = alleen
WB 3, p. 33
WB 6, p. 35
WB 7, p. 35
WB 9, p. 36

WB 10, p. 36
WB 11, p. 37
WB 12, p. 37 
Let op, gemengd: las muñecas, el chocolate, el dibujo, los animales, 
WB 13, p. 37
WB 14, p. 38
Hulp: TB p. 37: mi gramática (groene blok) Let op, gemengd: los gatos, las albóndigas, escuchar música, los huevos, el pescado, los reptiles, el fútbol 

TB 4, p. 34

Slide 14 - Slide

TB 4, p. 37
TB 5, p. 37

¿Somos diferentes?, TB p. 37
Luister naar de kok.
Met welke drie allergieën houdt hij rekening?  
No puedo comer .... = ik kan niet eten

Soy alérgico/a .... = ik ben allergisch voor ...


TB 5
CD

Slide 15 - Slide

Antwoorden:
TB 4, p. 37: Mi día favorito es el (20 de noviembre)
TB 5, p. 37
1. 3 de noviembre
2. 2 de noviembre
3. 6 de noviembre

Slide 16 - Slide

El programa de hoy:
>> huiswerk nakijken & bespreken (= WB 10,11,12 + 1,3,5,6,9)

Start lección 3 (unidad 2)

Doel: praten over dieren & karakters.
TB 1 t/m 3, p. 38
WB 1, 2, 5 & 6



Slide 17 - Slide

TB 1, p. 38
Lees de reportage en schrijf in het Spaans op of je het eens bent met de mening over deze dieren.

Ermee eens:
Yo también creo que los/las __ son __
(= ik vind ook dat ___ ____ zijn)
Ermee oneens:
Yo creo que los/las____ sí/no son ____
(= ik vind dat _____ wél/niet ____ zijn)
los gatos               los reptiles




las cobayas                 los perros


Slide 18 - Slide

TB 2, p. 38 = WB 3, p. 40
Schrijf een zin over je favoriete dier:

Mi animal favorito es (un perro) porque es (cariñoso).
Mijn favoriete dier is (een hond) omdat hij (lief) is.

Evt: Tengo (un perro) que se llama (Rakker)
Ik heb (een hond) die (Rakker) heet.

Schrijf nu een zin over een dier wat je haat:

Odio (los reptiles) porque son (feos y aburridos)
Ik haat (reptielen) omdat ze (lelijk en saai) zijn.

Slide 19 - Slide

TB 3, p. 38

Kies één dier (zie de plaatjes)  beschrijf dit dier met zoveel mogelijk bijvoeglijk naamwoorden.
check het roze blok!

rápido/a(s) = snel
lento/a(s) = langzaam

Let op:
las tortugas son lentas
los caballos son rápidos

Slide 20 - Slide

TB 4, p. 39

Lees de tekst en geef antwoord op de vragen:

a: Wie op de foto is Nora?
b: Wat vindt ze leuk om te doen? (Noem 3 dingen)

TB 5, p. 39

Beschrijf wat de dieren doen, kies het juiste werkwoord uit, en zet in de goede vorm!
cantar - correr - comer - nadar

El pez Leo ________
La vaca Paca _______  hierba.
La gata Rosita  ____________
El pájaro Piolín ___________

Slide 21 - Slide

begintimer
timer
2:00

Slide 22 - Slide

WB 5, p. 41
WB 6, p. 41
WB 7, p. 41
necesitar = nodig hebben/ no hacer nada = niks doen/ no recordar nada = niks onthouden/ despacio = langzaam.
Alle woorden maar één keer gebruiken!

WB 8, p. 42
WB 9, p. 42 
WB 10, p. 43
WB 12, p. 44: a- sociables/ cosas graciosas = grappige dingen.

Klaar? Begin met het leren van de woorden van les 3.

timer
10:00

Slide 23 - Slide

El programa de hoy:
Afmaken lección 3 (unidad 2)
Doel: praten over dieren en wat die graag doen.
TB 4 & 5 p. 39
WB 7 t/m 10 + 12




Slide 24 - Slide

Zelfstandig in WB



Klaar? Begin met het leren van de woorden van les 3.

timer
10:00

Slide 25 - Slide

El programa de hoy
> huiswerk nakijken
> toetsstof doornemen
> proeftoets bekijken

>> Inloggen online licentie + studygo

Slide 26 - Slide