- Je kan de onderdelen van de neusholte en keelholte benoemen op een afbeelding.
● Je kan de weg beschrijven van de geurstoffen door de neus en door de mond.
● Je kan verschillende redenen geven waarom het beter is door je neus dan door je
mond in te ademen.
● Je kan beschrijven waar de smaakzintuigen/smaakpupillen zich bevinden op de tong.
● Je kan de 5 smaakstoffen opnoemen waar de smaakzintuigen gevoelig voor zijn.
● Je kan beschrijven hoe je proeft.
● Je kan factoren opnoemen hoe we voedsel beoordelen.
● Je kan aangeven waar de tastzintuigen, pijnzintuigen, warmte en koudezintuigen zich
bevinden.
● Je kan uitleggen hoe smaakvoorkeuren kunnen veranderen.