oefen opdrachten hoofdstuk 5

hallo!
vandaag ga je bezig met een paar oefen vragen van alle paragrafen die we tot nu toe hebben behandeld. succes!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

hallo!
vandaag ga je bezig met een paar oefen vragen van alle paragrafen die we tot nu toe hebben behandeld. succes!

Slide 1 - Slide

Met een camera kun je een beweging vastleggen op een stroboscopische foto.
Hoe maak je een stroboscopische foto?
A
door de sluiter open te laten en constant te belichten
B
door de sluiter open te laten en te verlichten met een aantal korte lichtflitsen
C
door een hele reeks foto’s vlak achter elkaar te maken en constant te belichten
D
door een hele reeks foto’s vlak achter elkaar te maken met korte lichtflitsen

Slide 2 - Quiz

op de afbeelding zie je een stroboscopische foto.
Hoeveel keer is er belicht (geflitst)?
A
1
B
4
C
5
D
6

Slide 3 - Quiz

Een videocamera maakt 30 beeldjes per seconde.
Hoeveel beeldjes zijn er nodig om een beweging van 3 s vast te leggen?
A
3
B
30
C
33
D
90

Slide 4 - Quiz

op de afbeelding zie je een afstand-tijddiagram met een fout erin.
Wat is er fout aan het diagram?
A
De eenheden voor afstand en tijd kloppen niet.
B
De horizontale as en de verticale as zijn verwisseld.
C
De schaalverdeling langs de afstand-as klopt niet.
D
De schaalverdeling langs de tijd-as klopt niet.

Slide 5 - Quiz

Runa heeft van een fietstocht een afstand-tijdtabel gemaakt. Zij maakt een afstand-tijddiagram en tekent daar een lijn in.
Wat voor lijn moet dat zijn?

A
een lijn die zo goed mogelijk aansluit bij de punten in het assenstelsel
B
een rechte lijn tussen de eerste en de laatste punt in het assenstelsel
C
kromme lijnen tussen alle punten in het assenstelsel
D
rechte lijnen tussen de verschillende punten in het assenstelsel

Slide 6 - Quiz

Een wandeling van 12 km heeft 3 uur geduurd.
Wat was de gemiddelde snelheid?

A
0,25 km/h
B
4 km/h
C
9 km/h
D
36 km/h

Slide 7 - Quiz

Een topsporter loopt 100 m in 10 s.
Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/h?
A
2,8 km/h
B
10 km/h
C
28 km/h
D
36 km/h

Slide 8 - Quiz

Een motorrijder rijdt 15 minuten met een gemiddelde snelheid van 78 km/h.
Hoeveel kilometer legt hij in die tijd af?
A
5,2 km
B
19,5 km
C
20,5 km
D
82 km

Slide 9 - Quiz

in de afbeelding zie je een stroboscopische ‘foto’ van een vallende bal.
Wat voor beweging is dit?

A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 10 - Quiz

op de afbeelding zie je een afstand-tijddiagram.
Wat voor beweging is dit?

A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 11 - Quiz

Een auto komt hard aanrijden en moet plotseling stoppen voor een rood verkeerslicht. Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 12 - Quiz

In figuur 5 zie je een stroboscopische foto van een bal die naar beneden rolt. De tijd tussen de lichtflitsen is 0,04 s.
Hoeveel keer is de bal belicht?

Slide 13 - Open question

In de afbeelding zie je een stroboscopische foto van een bal die naar beneden rolt. De tijd tussen de lichtflitsen is 0,04 s.
Hoeveel tijd zit er tussen het eerste en het laatste beeldje van de bal? Noteer je berekening.

Slide 14 - Open question

In de afbeelding zie je een afstand-tijddiagram van een fietstocht.
Wat is de totale afstand die de fietser heeft afgelegd?

Slide 15 - Open question

In de afbeelding zie je een afstand-tijddiagram van een fietstocht.
Hoelang heeft de fietser daarover gedaan?

Slide 16 - Open question

In de afbeelding zie je een afstand-tijddiagram van een fietstocht.
Bereken de gemiddelde snelheid van de fietser in km/h. Schrijf de hele berekening op.

Slide 17 - Open question

hoe lastig vond je dit? 10 is heel lastig en 0 is heel makkelijk
010

Slide 18 - Poll