4 mavo Erfelijkheid en Evolutie paragraaf 6, 7 en 8

Thema 3 erfelijkheid en evolutie paragraaf 6, 7 en 8
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3 erfelijkheid en evolutie paragraaf 6, 7 en 8

Slide 1 - Slide

Welkom!
Lesdoelen:
- Je kan omschrijven wat evolutie is
- Je weet wat natuurlijke selectie is
- Je kan een geologische tijdschaal aflezen
- Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.

Slide 2 - Slide

Welke omschrijving van evolutie klopt het beste?
A
Evolutie is de geschiedenis van het leven.
B
Evolutie is de geschiedenis van het leven waarbij soorten ontstaan, veranderen of uitsterven.
C
Evolutie gaat over het ontstaan van de aarde.
D
Evolutie gaat over hoe de mens is ontstaan.

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Welk begrip past het beste bij het plaatje op de vorige slide?
A
Natuurlijke selectie
B
Evolutie
C
Het ontstaan van nieuwe soorten
D
Rudimentaire organen

Slide 5 - Quiz

Rudimentaire organen
  • Resten van een orgaan waar de voorouder veel aan had.

  • De functie van het orgaan verdween langzaam.

  • Het orgaan verdween ook langzaam.

Slide 6 - Slide

Noem een voorbeeld van een rudimentair orgaan.

Slide 7 - Mind map

Geologische tijdschaal
weergave van het ontstaan van soorten op aarde

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Tijdperken en periodes
Tijdperken
onderverdeeld in 
perioden

Altijd in MJG (= miljoen jaar geleden)
Namen niet uit je hoofd leren!



Slide 10 - Slide

Evolutionaire stamboom
Door al het DNA van organismen te vergelijken kan een stamboom van de verwantschap worden opgesteld. 

Dat noem je een evolutionaire stamboom.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welke twee soorten zijn meer aan elkaar verwant: de chimpansee en de gorilla of de chimpansee en de gibbon?
A
Chimpansee en gorilla
B
Chimpansee en gibbon

Slide 13 - Quiz

Welke groep is eerder ontstaan: halfapen of mensapen
A
halfapen
B
mensapen

Slide 14 - Quiz

Biotechnologie
Biotechnologie zijn technieken waarbij organismen gebruikt worden.

Denk bijvoorbeeld aan brood maken met gist (schimmels) of kaas.

We kunnen met biotechnologie de erfelijke eigenschappen aanpassen van een organisme.



Slide 15 - Slide

Genetische modificatie
Het aanpassen van erfelijke eigenschappen bij organismen door de mens wordt genetische modificatie genoemd.

Een genetisch gemodificeerd organisme noem je transgeen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

recombinant-DNA-technieken
Als we de erfelijke eigenschappen aanpassen van een organisme zijn we aan genetisch modificeren. 

1 manier daarvan is recombinant-DNA-technieken.

Bij dit proces wordt een stukje DNA met een bepaalde erfelijke eigenschap overgeplaatst in een ander organisme.
 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Transgene bacterie

Bij geslachtelijke voortplanting zijn er 2 ouders nodig die beide informatie leveren voor het genotype van de nakomelingen.

F1 heeft dus een mix van de genen van P

Veel verschillende genotype mogelijk


Slide 20 - Slide

Recombinant-DNA-techniek is hetzelfde als genetische modificatie.

Slide 21 - Open question


De bacteriën die het menselijke hormoon insuline maken zijn genetisch gemodificeerd.

Slide 22 - Open question

Er is bij de toepassing van biotechnologie altijd sprake van genetische modificatie

Slide 23 - Open question

En nu?
Lesdoelen:
- Je kan omschrijven wat evolutie is
- Je weet wat natuurlijke selectie is
- Je kan een geologische tijdschaal aflezen
- Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.

Slide 24 - Slide