TH 5.4 Machtige koningen

5.4 Machtige koningen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

5.4 Machtige koningen

Slide 1 - Slide

Vorige les
In de vorige les hebben jullie geleerd over de Gouden Eeuw.

Slide 2 - Slide

Wie had in de Republiek de meeste macht in de 17e eeuw?
A
De koning van Frankrijk
B
De paus in Rome
C
Rijke kooplieden die ook regenten waren
D
Het leger

Slide 3 - Quiz

Wat was bijzonder aan de schilderkunst in de Gouden Eeuw?
A
Alleen koningen werden geschilderd
B
Kunstenaars schilderden gewone mensen, stillevens en stadsgezichten
C
Alleen godsdienstige schilderijen mochten worden gemaakt
D
Alles werd in zwart-wit geschilderd

Slide 4 - Quiz

Wat wordt bedoeld met de wetenschappelijke revolutie in de 17e eeuw?
A
Mensen geloofden weer meer in magie
B
Wetenschappers deden onderzoek en experimenten om de wereld beter te begrijpen
C
Mensen stopten met leren
D
Er werd alleen nog godsdienst onderwezen

Slide 5 - Quiz

Welke beroemde wetenschapper hoorde bij de 17e eeuw?
A
Albert Einstein
B
Galileo Galilei
C
Vincent van Gogh
D
Julius Caesar

Slide 6 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat het betekent als een koning absolute macht heeft.
  • Je kunt uitleggen op welke twee manieren sommige koningen meer macht probeerden te krijgen.
  • Je kunt uitleggen dat de Republiek op het gebied van geloof en bestuur anders was dan de meeste Europese landen in de 17e eeuw.

Slide 7 - Slide

Wat is absolute macht?

Absolute macht betekent: de koning beslist alles, zonder parlement of inspraak.

Geen vrijheid van meningsuiting of geloof! 
Begrippen:


Absolutisme = regeringsvorm waarbij de koning alle macht heeft

Absolute macht = geen inspraak van burgers of andere machthebbers


Slide 8 - Slide

Voorbeeld: Lodewijk XIV
Koning van Frankrijk

Noemde zichzelf: “L’État, c’est moi” = “De staat, dat ben ik”

Liet het paleis van Versailles bouwen om zijn macht te tonen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Hoe kregen koningen meer macht?
1. Leger opbouwen → geen afhankelijkheid van adel

2. Belastingen zelf innen → eigen geld = meer macht

  • Ook propaganda, pracht en praal (gouden tronen, paleizen, standbeelden)

Slide 11 - Slide

De Republiek was anders
  • Geen koning, maar bestuur door regenten

  • Geloof: relatief verdraagzaam → meerdere geloven toegestaan

  • Stadhouder had macht, maar niet absoluut

  • Meer vrijheid dan in veel andere landen

Slide 12 - Slide

 Frankrijk (absolutisme)

  • Wel een koning
  • Macht: Absoluut (alles zelf)
  • Eén geloof toegestaan
  • Weinig vrijheid
Republiek (Nederland)

  • Geen koning
  • Macht: Verdeeld (regenten, gewesten)
  • Meerdere geloven toegestaan
  • Relatief veel vrijheid

Slide 13 - Slide

Samenvatting
  • Absolute macht = koning beslist alles zelf
  • Koningen kregen meer macht via legers en belastingen
  • De Republiek was een uitzondering: geen koning, meer vrijheid

Begrippen:
🟩 Absolute macht = alle macht bij één persoon
🟩 Absolutisme = regeringssysteem met absolute macht van de koning

Slide 14 - Slide

Jullie gaan lezen en maken
paragraaf 5.4
Klaar? 
dan maak je de afsluiting!!



Slide 15 - Slide