Les 16 (Week 48, 7/12 - Periode 2) - H1A

1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Dagopening: "Pianospelen"

  • Is te veel om andere mensen geven volgens jou een kracht of een zwakte?

Slide 3 - Slide

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
  • Ik kan de woorden vanaf 20 t/m 100 in het frans herkennen en gebruiken.
  • Ik kan al een paar woorden die met het eten te maken hebben. 
Le programme :
  • Dictée nombres + phrases
  • H - Grammaire: 31a p.88 - uitleg de ontkenning + 32ab p.89
Jeudi 7 Décembre

Slide 4 - Slide

Parler: Jeu de rôle - 7b p.65




Doe de dialoog in 7a p.65 met je buurman. 1 is de ober, de ander de klant. Klaar? Wissel dan van rol.
timer
3:00

Slide 5 - Slide

SO
1) Iedereen is stil.

2) Als je klaar bent breng je je SO naar mij toe.

3) Doe iets anders dan Frans: huiswerk voor andere vakken, lezen... niks op de computer.




timer
20:00

Slide 6 - Slide

F – Lire : Les nombres en francais par 10 
timer
12:00

Slide 7 - Slide

F – Lire : Les nombres en francais vanaf 70 t/m 100

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

H - Grammaire : 31a p.88

  • Pak le livre p.88, un stylo en doe mee.

Slide 10 - Slide

H - Grammaire : La négation (de ontkenning)

Slide 11 - Slide

H - Grammaire : La négation (de ontkenning)

Slide 12 - Slide

H - Grammaire : La négation (de ontkenning)
1. Teken de ontkenningsbril:

a) Nous n'aimons pas la salade.
b) Tu ne veux pas boire de l'eau ?
c) Je ne comprends pas.
d) Pardon, ils n'ont pas de baguette aujourd'hui.
e) Je n'aime pas la glace au chocolat.

Slide 13 - Slide

Welke 2 zinnen staat in de ontkenning?
(dus met ne & pas?)
A
Je traille au supermarché
B
Je ne travaille pas au supermarché
C
je n'écoute pas la musique
D
J'écoute la musique

Slide 14 - Quiz

Staat de ontkenning goed in de zin?
Je ne pas suis français.
A
B

Slide 15 - Quiz


Maak ontkennend:
Simon habite à Orléans.
A
Simon ne habites pas à Orléans
B
Simon n' habites pas à Orléans
C
Simon ne habite pas à Orléans
D
Simon n' habite pas à Orléans

Slide 16 - Quiz


Maak ontkennend:
Adrien a de nouveaux amis. 
A
Adrien n'a de nouveaux amis.
B
Adrien n'a pas de nouveaux amis.
C
Adrien a ne de pas nouveaux amis.
D
Adrien a de nouveaux ne amis pas.

Slide 17 - Quiz


Maak ontkennend:
Elle va à l'école
A
Elle n'va pas à l'école
B
Elle ne va pas à l'école
C
Elle ne pas va à l'école

Slide 18 - Quiz

H - Grammaire : 32ab p.89

  • Prends le livre p.89, un stylo en doe mee.

Slide 19 - Slide

Se présenter
Stel de vragen aan je buurman en wissel dan van rol. Vraag en antwoord in het Frans.

1) Comment tu t'appelles?    (Atw: Ik heet...)
2) Vraag aan je buurman (in het Frans) hoe oud ze/hij is.  (Antw: J'ai + leeftijd + ans)
3) Tu as des frères et des soeurs ?  (Antw: Ja, ik heb + 1,2,3 + petit(e)/grand(e) + soeur(s)/frère(s))

Slide 20 - Slide

Zelfstandig Werk

1. Schrijf allee woorden en zinnen van Apprendre B - p.88

2. Schrijf het op in het Nederlands en in het Frans.




Slide 21 - Slide

Apprendre G p.94

Slide 22 - Slide

Les devoirs pour Jeudi 7 décembre 



  • Apprendre H p.95  

  • Opdr. 32ab p. 89

  • Leren getallen: 20 t/m 100 p.94
 

Slide 23 - Slide