6.2 Brandstoffen en verbranden

6.2 Brandstoffen en verbranden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.2 Brandstoffen en verbranden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhalen elektrische energie
  • Chemische energie en verbrandingswarmte
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Chemische of elektrische warmtebron

Maak opdracht 1 op het werkblad

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verschillende soorten energie:
  • Elektrische energie
  • Chemische energie
  • Warmte
Energie-stroomdiagram

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Berekenen van elektrische energie



Q is warmte in joule (J)
E is elektrische energie in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)
Q = E = P x t
milli      0,001
kilo        1 000
mega   1 000 000

Slide 5 - Slide

Laat de leerlingen oefenen met het berekenen van de hoeveelheid warmte die een warmtebron in een bepaalde tijd levert. Geef enkele voorbeelden en laat de leerlingen de formule Q = P x t gebruiken.
Opdracht 2A
Een magnetron staat op de stand van 900 W. Hij staat 30 seconden aan. Bereken hoeveel warmte de magnetron heeft geleverd. Geef je antwoord in kJ.
Q = E = P x t
Q is warmte in joule (J)
E is elektrische energie in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)
milli      0,001
kilo        1 000
mega   1 000 000

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
Een waterkoker van 1500 W staat 3 minuten aan. Bereken hoeveel warmte de waterkoker heeft geleverd. Geef je antwoord in kJ.
Q = E = P x t
Q is warmte in joule (J)
E is elektrische energie in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)
milli      0,001
kilo        1 000
mega   1 000 000

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
Een heater van 2,8 kW verwarmt een terras 3 uur lang. Bereken hoeveel warmte de heater heeft geleverd. Geef je antwoord in kJ.
Q = E = P x t
Q is warmte in joule (J)
E is elektrische energie in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijd in seconden (s)
milli      0,001
kilo        1 000
mega   1 000 000

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

6.2 Brandstoffen en verbranden

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 6.2
  1. Je kan verschillende warmtebronnen herkennen die chemische energie verbruiken
  2. Je kan berekeningen uitvoeren met de verbrandingswarmte van een brandstof
  3. Je kunt de temperatuur omrekenen van graden Celsius (°C) naar kelvin (K), en omgekeerd

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Verbrandingswarmte
De verbrandingswarmte geeft aan hoeveel warmte er vrijkomt wanneer je een bepaalde hoeveelheid van een stof verbrand. De verbrandingswarmte kan worden weergegeven in MJ/m3, MJ/kg of MJ/L.


milli      0,001
kilo        1 000
Mega    1 000 000
Giga      1 000 000 000

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Rekenen met de verbrandingswarmte
De verbrandingswarmte van aardgas is 32 MJ/m3. Er is voor vijf minuten douchen 3 MJ aan warmte nodig. Bereken hoeveel m3 aardgas hiervoor nodig is.




Je hebt dus voor één douchebeurt (afgerond) 0,09 m3 aardgas nodig.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 3
Verbrandingswarmte van waxine is 40 kJ/g.
Bepaal hoeveel warmte jouw kaarsje na 5 minuten heeft afgegeven.
milli      0,001
kilo        1 000
Mega    1 000 000
Giga      1 000 000 000

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4
  1. Tijdens een ballonvlucht wordt in totaal 26 m3 propaangas verbrand. Hoeveel warmte komt hierbij vrij?
  2. Hoeveel m3 aardgas moet je verbranden om aan 280 MJ warmte te komen?
  3. Een houtbriket weegt 1,25 kg. Er is 280 MJ warmte nodig. Hoeveel houtbriketten moeten worden verbrand?
milli      0,001
kilo        1 000
Mega    1 000 000
Giga      1 000 000 000

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Graden celsius naar Kelvin



0 graden Celsius is 273 Kelvin
0 Kelvin is -273 graden Celsius

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 5
°C
K
0
52
41
-5
501
541
°C
K
42
87
44
512
189
273
°C
K
-45
-53
78
178
-270
10

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 6.2
  1. Je kan verschillende warmtebronnen herkennen die chemische energie verbruiken
  2. Je kan berekeningen uitvoeren met de verbrandingswarmte van een brandstof
  3. Je kunt de temperatuur omrekenen van graden Celsius (°C) naar kelvin (K), en omgekeerd
Ik snap er niks van
Ik snap het een beetje
Ik snap het best goed
Ik snap het helemaal
Ik zou dit aan iemand kunnen uitleggen

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Maak de opdrachten en test jezelf van 6.2 af. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions