H 3.4 Weer en klimaat, overal anders

H 3.4
Bronnen: Weer en klimaat,
overal anders
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H 3.4
Bronnen: Weer en klimaat,
overal anders

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

4 hoofdklimaten op aarde

Van warm naar koud = van evenaar naar pool:
  1. Tropisch klimaat
  2. Droog klimaat
  3. Gematigd klimaat
  4. Koud/Pool klimaat


Slide 5 - Slide

Ligging van de klimaatzones op aarde

Slide 6 - Slide

tropische klimaat
Het tropische klimaat vind je in de tropen, dus in de gebieden
rond de evenaar. Het tropisch klimaat kenmerkt zich door hitte. Het is er namelijk zelfs in de koudste maand niet kouder dan 18°C! En een ander belangrijk kenmerk van dit klimaat is de grote hoeveelheid regen die er valt.
Dit klimaat komt voor rond de evenaar. Meestal zijn in deze gebieden tropische regenwouden.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Droog klimaat
 Droogte!
Dit komt natuurlijk voor in woestijnen.
Toch zijn er meer droge klimaten. 
Het zijn er
namelijk twee: 
1) Woestijnklimaat
2) Steppeklimaat

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Gematigd klimaat
Het gematigd klimaat kenmerkt zich door duidelijke seizoenen. Er moet minimaal één maand een gemiddelde boven de 10°C hebben. Ook ligt het gemiddelde van de koudste maand tussen de -3 en 18°C. Ook is het er behoorlijk vochtig, het kan het 
hele jaar door regenen. 
Klinkt bekend, of niet? Dat is inderdaad het klimaat waar Nederland in ligt!

Slide 13 - Slide

Kenmerken Gematigd Klimaat:
  • niet heel warm of heel koud
  • hele jaar neerslag
  • soms deel van het jaar droog
  • 4 seizoenen in de natuur

Slide 14 - Slide

koude klimaat
- In de buurt van de polen. 
- Heet ook wel een poolklimaat.

Op het noordelijk halfrond bevindt het land om de Noordelijke IJszee zich in deze zone. Op het zuidelijk halfrond bevindt Antarctica zich in de koude klimaatzone.


Slide 15 - Slide

Het koude klimaat:
 extreme kou en wind 
 heel weinig neerslag. 

Het is zo koud in de poolstreken omdat de zon nooit hoog aan de hemel staat, ook niet in de zomer.


Slide 16 - Slide

Zuidpool:
gemiddelde temperatuur in januari, de warmste maand, -29ºC.
In juli, de koudste maand, is dat -60ºC.
Door de ijzige wind voelt de temperatuur nog lager aan.
Noordpool:
minder koud, de gemiddelde temperatuur is 's winters -30ºC. 
In de zomer bevindt de temperatuur zich net onder het vriespunt en smelt het ijs langzaam.

Slide 17 - Slide

poolklimaten
Het hooggebergteklimaat, het toendraklimaat
en het sneeuwklimaat zijn voorbeelden van poolklimaten.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

  Exit


  • tb: lees blz. 46 + 47

  • wb: maak blz. 51 + 52
  • Kijk je werk na met het antwoordenblad (Teams > Bestanden > AK > donderdag 23 april)
 
  • Tot de volgende keer...!







Slide 25 - Slide