P2 - Vroegrenaissance les 2

HAVO 4
Kunst Algemeen
Vroegrenaissance
les 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

HAVO 4
Kunst Algemeen
Vroegrenaissance
les 2

Slide 1 - Slide

planning
les 1
30 okt
inleiding, 3.1 & 3.2
les 2
6 nov
3.3 & 3.4
les 3
13 nov
3.5 & inleiding 4
les 4
20 nov
4.1 Italiaanse hoven, Homo universalis & Homo quadratus
les 5
27 nov
4.1 Stravaganza, Vlaamse maestro's & De eerste opera's
30 nov
TOETSWEEK 2
H3 vroegrenaissance

Slide 2 - Slide

lessen
H3 vroegrenaissance
les
voorbereiding
verwerking
samenvatting
begrippennet
onderstrepen
etc.
oefenvragen
vlog
presentatie
etc. 
samenvatting docent
extra uitleg
opdrachten

Slide 3 - Slide

H3 vroegrenaissance
leerdoelen 3.3
Vlaamse polyfonie
  • Ik ken het begrip polyfonie.
  • Ik ken het werk en belang van de Vlaamse componist Guillaume Dufay en zijn belang in het ontstaan van de Vlaamse polyfonie.
  • Ik ken het begrip cantus firmus zoals ontwikkeld door Guillaume Dufay.
  • Ik kan het begrip tenor uitleggen en verbinden met de cantus firmus.
  • Ik ken het werk van Johannes Ockeghem en het soldatenlied L'Homme Arme als cantus firmus van zijn mis. 
  • Ik ken het werk van Josquin des Prez en zijn belangrijkste toepassingen van de Vlaamse Polyfonie. 
  • Ik ken de dansen 'basse danse', 'tourdion' en de 'moresca' en weet van iedere dans de balgrnijkste kenmerken te noemen. 


Slide 4 - Slide

H3 vroegrenaissance
leerdoelen 3.4
3.4 De'Medici
  • Ik weet het belang van de familie De'Medici als beschermheer voor kunstenaars en wetenschappers.
  • Ik ken de eigenschappen van Pallazo Medici Riccardi als voorbeeld voor de architectuur van de Renessaince. 
  • Ik ken het werk 'David' van Donatello als eerste vrijstaande naaktbeeld sinds klassieke oudheid als symbool voor vroegrenaissance. 
  • Ik ken het werk van fescoschilder Benozzo Gozzoli.
  • Ik ken het werk La Primavera van Botticello en kan aangeven hoe er een nieuwe interesse ontstaat voor klassieke romeinse mythologie. 

Slide 5 - Slide

H3 vroegrenaissance
herhaling inleiding
Renaissance = wedergeboorte          verworvenheden klassieke oudheid

                       


begint voor 1400 in Italië (vroegrenaissance), pas in 16e eeuw in Europa
-                                         kunstenaars blijven zich op gotische (Middeleeuwen) principes baseren. 
Bourgondische rijk

Slide 6 - Slide

H3 vroegrenaissance
Humanisme
Humanisme
toetsvraag
Het humanisme is een heel belangrijk kenmerk van de Renaissance. Dit gedachtegoed vindt je terug in de politiek, de kunst en de wetenschap. Je kunt een aantal toetsvragen verwachten op de volgende manieren:

1. reproductief: Vat het gedachtegoed van het humanisme samen. 
2. toepassing: In de Renaissance zijn veel bibliotheken gebouwd. Leg uit dat de bouw van bibliotheken past binnen het gedachtegoed van het humanisme. 
3. inzicht: 
mens (geschapen naar Gods beeld) als maat voor alle dingen
recht op vrijheid en nastreven van geluk in hier en nu
intellectuele, literaire en wetenschappelijke beweging: alle kennis baseren op literatuur en cultuur van klassieke oudheid
kennis is macht
opgeslagen bij vorsten en machthebbers - geld en connecties
delen met humanisten in ruil voor opvoeding en onderwijs aan het hof

Slide 7 - Slide

H3 vroegrenaissance
Vlaamse polyfonie
Bourg. hof = muziek belangrijke rol             componisten uit Vlaand. grote bekendheid vooral Italië
toetsvraag
Je kunt een toetsvraag verwachten over polyfonie. Dat kan op drie manieren. 

1. Je krijgt een stuk / lied te horen waarbij je moet aangeven of er sprake is van polyfonie
2. Iets lastiger is het als je ook moet toelichten uit welke tijd je verwacht dat dit stuk komt (bijv. Middeleeuwen of Renaissance) en daarbij het begrip polyfonie moet gebruiken. 
3. De laatste vraag kan gaan over de ontwikkeling van de polyfonie, waarbij je een beschrijving van het ontstaan moet geven en gebruik moet maken van begrippen als cantus firmus en tenere
1. Guillaume Dufay            




2. Johannes Ockeghem 




3. Josquin des Préz
polyfonie

cantus firmus: bestaande melodie basis voor meerstemmige muziek
                          
 
- cantus firmus - tenere / tenor (vasthouden)
- muziek inwijding dom Florence
- als eerste van gregoriaanse zang naar               wereldlijke liederen.
- cantus firmus minder herkenbaar
- L'Homme armé - uitgangspunt voor mis
- complexe vervlechting stemmen
- alle stemmen gelijkwaardig
- meer emotie uit tekst in muziek
- daardoor minder ingewikkeld en 'bedacht'
 
visitekaartje Vlaamse school

blijft daarna gebruikelijk in muziek
toetsvraag
Geef aan waarom juist de Vlaamse componisten veel bekenheid genieten in Europa en met name in Italie tijdens de periode van de vroegrenaissance. 

Slide 8 - Slide

H3 vroegrenaissance
Vlaamse polyfonie
Dans als onderdeel van hoffeesten
1. basse danse



2. tourdion



3. moresca
  • deftige langzame dans
  • grote variatie aan passen, buigingen en wendingen
  •  voorgeschreven mode
  • sneller en losbandiger
  • afgewisseld met basse danse 
  • nog sneller dan tourdion
  • beroepsdanser
  • zwaarddans met hoge springen
  • verwijzing naar strijd tussen moren en christenen
toetsvraag
Je kunt een toetsvraag verwachten waarbij je moet aangeven waarom het logisch is dat de moresca met professionele dansers aan het hof een logische ontwikkeling is binnen de renaissance. 

Je kunt hier een verbinding maken met 4.1 Homo Universalis. In de Renaissance wordt telaent en kennis steeds meer gewaardeerd. Een dans die vooral wordt gedanst door professionale hofdansers past prima in die gedachten. 

Slide 9 - Slide

H3 vroegrenaissance
De'Medici
Familie De'Medici      '     'mecenas' (geldschieter / beschermheer) kunstenaars en wetenschap
in Florence democratisch bestuur / achter schermen vaak families zoals De'Medici
in 15e eeuw groeit politieke macht, wordt vaak bevochten
bouwprojecten en kunst stimuleren
Palazzo Medici Riccardi             één van eerste Renaissancegebouwen
ruwe blokken           onneembare vesting
  • Romeinse voorbeelden
  • bescheidenheid typerend vijftiende eeuw
toetsvraag
Er is een grote kans dat je een toetsvraag krijgt waarbij je de politieke en democratische positie van de familie De'Medici moet linken aan de wetenschappelijke en kunstzinnige ontwikkelingen in de vroegrenaissance. 
toetsvraag
Mogelijke toetsvraag:

De architectuur in de Renaissance greep - zoals in veel kunstvormen gebeurde - terug op de klassieke oudheid. Bekijk de afbeelding. Noem twee vormgevingsaspecten waarin je dit kunt zien. 

Slide 10 - Slide

H3 vroegrenaissance
De'Medici
David (Donnatello)
symbool voor strijdvaardigheid en zelfbewust
eerste vrijstaande naaktbeeld sinds oudheid
verwijzing naar familie De'Medici
toetsvraag
Het beeld 'David' symboliseert onder andere de eigenschap 'zelfbewustheid'. Geef aan waarom deze eigenschap past binnen het gedachtengoed van de Renaissance. 
privekapel in pallazo Medici
  • zeer gedetailleerde fresco
  • personages lijken op leden familie
  • familie gaat volk voor in aanbidding van Christus
La Primavera - Botticelli
  • voor huwelijk (niet religieus doel) = voorheen ondenkbaar
  • tuin erg gedetailleerd           renaissance: schepping verdient om wetenschappelijk bestudeerd te worden
  • betekenis is meer dan je letterlijk ziet             kennis van klassieke oudheid is nodig om symboliek te interpreteren. 

Slide 11 - Slide

                               Vergelijk jouw schematische samenvatting met die van de docent. Welke begrippen heb jij wel genoemd die de docent niet heeft genoemd? 

                               Bedenk bij beide paragrafen één mogelijke toetsvraag. Probeer verder te denken dan reproductievragen. 

                               Bekijk de leerdoelen op Learnbeat. Kruis aan welke leerdoelen van de tot nu toe behandelde paragrafen jij hebt behaald en waar je nog de kennis of het inzicht voor mist.  



 
3.3 Vlaamse polyfonie
opdracht
opdracht
opdracht
toetsvraag
Een voorbeeld van een toetsvraag gericht op reproductie is:

Noem twee eigenschappen van de 'danse basse'. 

Zo'n vraag is letterlijk te leren en vraagt geen inzicht of toepassing van geleerde begrippen. Deze vragen krijg je incidenteel, maar leveren weinig punten op en bereiden je ook niet voldoende voor op het examen. 

Slide 12 - Slide

                                Onderstreep de belangrijkste begrippen en maak een schematische samenvatting van paragraaf 5 'Weten en meten'. Hou de leerdoelen (Learnbeat of LessonUp) bij de hand om te kijken waar jouw schematische samenvatting aan moet voldoen. 

                                
3.5 Weten en meten
opdracht

Slide 13 - Slide

H3 vroegrenaissance
lijnperspectief
Bij de lijnperspectief speelt de horizon een grote rol. Op de horizon liggen namelijk verdwijnpunten (ook vluchtpunten genoemd) van horizontale lijnen.

Slide 14 - Slide

klassieken
samenvatting
schematische samenvatting
  • pijlen om verbanden aan te geven
  • / om een relatie aan te geven
  • ? voor een vraagstelling binnen het proces
  • = als begrippen (of groepen) gelijk zijn aan andere begrippen

doel
  • helpen met redeneren;
  • begrippen beter onthouden;
  • belangrijke informatie gemakkelijker opslaan.

Slide 15 - Slide

klassieken
toets
wel leren
niet leren
betekenis aspecten muziek
jaartal waarop Poetica is geschreven
doelen van tragedie voor Grieken
invloed klassieke tijd op huidige tijd
naam Griekse tempel
jaartallen wereldgesch vs kunstgesch
verhouding wereldgesc -kunstgesc
kenmerken harmonie muziek

Slide 16 - Drag question