word order place time

Welcome!
Please get your iPads and log in to lessonup
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome!
Please get your iPads and log in to lessonup

Slide 1 - Slide

Doel van de les:
  • Aan het einde van de les weet je wanneer je de tijd en wanneer je de plaats in een Engelse zin moet zetten.
  • Aan het einde van de les weet je hoe een Engelse zin meestal is opgebouwd.

Slide 2 - Slide

What are we going to do?
  • Groep 3: maken t/m opdracht 16. 

Slide 3 - Slide

Uit welke stukjes bestaat een zin?

Slide 4 - Mind map

Word Order
  • De meeste zinnen in het Engels hebben een vaste opbouw:
  • --> onderwerp + werkwoord(en) + rest
  • I (onderwerp) am doing (werkwoorden) the dishes (rest)

Let op: Bij een vraag draai je de werkwoorden en het onderwerp om!

Slide 5 - Slide

Word Order (de rest)
Wat er achter het onderwerp en de werkwoorden kan staan noemen we de rest.  Als je vertelt of schrijft over de plaats waar iets gebeurt of over de tijd wanneer iets gebeurt, dan gebruik je bijwoorden van plaats en tijd. Je zet ze aan het einde van het stukje rest in de zin. Als er meerdere bijwoorden in de zin staan, dan komt eerst het bijwoord van plaats (waar?) en dan het bijwoord van tijd (wanneer?). 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

We saw you yesterday at school
klopt deze zin?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz

Zet in goede volgorde:
They-Fortnite-Played-all day- at school

Slide 9 - Open question

Huiswerk:
  • Opdracht 9, 12, 13, 14, 15

Slide 10 - Slide