Oefenen werkwoorden op -er

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Werkwoorden op -er

Weet je nog?

De stam

De stam van het werkwoord maak je door -ER van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:

parler --> parl

danser --> dans

je (ik)	+ e
tu (jij)	+ es
il (hij)	+ e
elle (zij)	+ e
on (men/we)	+ e
nous (wij)	+ ons
vous (jullie/u)	+ ez
ils (zij, mnl)	+ ent
elles (zij, vrl)	+ ent

UITGANGEN

van de 

werkwoorden

op

-ER

De uitgangen van regelmatige werkwoord op -er

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!

Je

Tu

Il

Nous

Vous

Ils

E

ES

E

ONS

EZ

ENT

je (parler) ...

1. parlons
2. parlez
3. parle
4. parles

on (travailler) ...

1. travaillez
2. travaillons
3. travailles
4. travaille

mes frères (demander) ...

1. demandez
2. demandent
3. demander
4. deamndons

nous (regarder) ...

1. regardes
2. regardons
3. regardent
4. regardez

Vertaal:
jullie praten

1. ils parlent
2. nous parlons
3. on parle
4. vous parlez

Vertaal:
wij kijken

1. on regarde
2. nous regardons
3. ils regardent
4. vous regardez

Vertaal:
jij geeft

1. tu donnez
2. tu donnons
3. tu donne
4. tu donnes

Vertaal:
zij houden van

1. ils aimer
2. ils aiment
3. elle aime
4. elles aiment

Vervoeg:
tu (rester) ...
Schrijf alleen het werkwoord met de juiste vervoeging op.

Vervoeg:
on (arriver) ...
Schrijf alleen het werkwoord met de juiste vervoeging op.

Vervoeg:
vous (penser) ...
Schrijf alleen het werkwoord met de juiste vervoeging op.

Vervoeg:
nous (appeler) ...
Schrijf alleen het werkwoord met de juiste vervoeging op.