Lezen 4.3

Hoe gaan we met Nederlands beginnen?

Jas uit, capuchon af

tas op de grond

 boek op tafel

 telefoon inloggen lesson up

kauwgom uit

Lezen 4.3

Wat gaan we doen?

Waar hebben we het vorige week over gehad?

Lezen 4.3 Afmaakles

Doel van de les

Uitleg

Aan het werk

Evaluatie

Fictie

Lezen

Lezen

Inleiding / tussenstuk/ slot

alinea

Tussenkopjes

Onderwerp/ deelonderwerp

Signaalwoorden

Vandaag leer je

B/K

De tekstdoelen activeren en amuseren herkennen

Hoe je zoekend leest

KGT

Instructies herkennen

Verwijswoorden herkennen

Signaalwoorden herkennen die een tijdsvolgorde aangeven. 

Wat weet je al?

Tekstdoel- activeren amuseren

Informeren - schrijver geeft informatie - Nieuwsbericht

Amuseren - schrijver wil lezer vermaken - leesboek

Activeren - schrijver wil lezer iets laten doen - reclame

Instructie

Een uitleg in stappen wat je moet doen

frontpage.fok.nl

Zoekend lezen

Je bepaalt wat je wil weten

• de tussenkopjes
• de plaatjes
• de schema's, grafieken, tabellen
• opvallende woorden

Op welke bladzijde begint 5.3 lezen?

Hoe laat begint bodypump op donderdag? (blz. 25)

Werk afmaken

Lezen 4.3 Alle opdrachten!

Verwijswoorden

Verwijzen naar één of meer woorden in de tekst, soms zelfs een hele zin.

Als je wil weten waar een verwijswoord naar verwijst, stel je de vraag die begint met wie, wat, waar of welke

Verwijswoorden

Voorbeeld:

Mijn zoontje heeft een duur foutje gemaakt.

Hij heeft de auto van de buren bekrast.

Signaalwoorden tijdsvolgorde

Opsomming -   als eerste, bovendien, daarnaast,           vervolgens, ook, tot slot

Tegenstelling - maar, daarentegen, echter, toch, integendeel

Tijdvolgorde - eerst, daarna, vervolgens, nadat, toen, terwijl, zodra, ten slotte