1.11 - MHV2 - repasar, vocabulario

Clase 1.11
Hacer (doen/maken):

Aprender (leren):
- woordenlijst Reporteros 1 - unidad 0 Nuestro verano
- woordenlijst Reporteros 1 - unidad 1 Mis amigos y yo 
- de tegenwoordige tijd van ser en tener, página 26 (TB) + aantekeningen
- de ontkenning, página 26 (TB) + aantekeningen
- het geslacht, página 27 (TB) + aantekeningen
- het getal, página 27 (TB) + aantekeningen
- de lidwoorden, página 27 (TB) + aantekeningen
1 / 40
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Clase 1.11
Hacer (doen/maken):

Aprender (leren):
- woordenlijst Reporteros 1 - unidad 0 Nuestro verano
- woordenlijst Reporteros 1 - unidad 1 Mis amigos y yo 
- de tegenwoordige tijd van ser en tener, página 26 (TB) + aantekeningen
- de ontkenning, página 26 (TB) + aantekeningen
- het geslacht, página 27 (TB) + aantekeningen
- het getal, página 27 (TB) + aantekeningen
- de lidwoorden, página 27 (TB) + aantekeningen

Slide 1 - Slide

Planificación
1. Reglas de la clase
2. Reflexión y repaso tema 1
3. Vocabulario
4. La próxima clase

Después de esta clase...
... weet je hoe veel je al weet van de leerstof voor de toets.
... ken je minstens vijf nieuwe woorden in het Spaans.
5 min
25 min
20 min
 5 min

Slide 2 - Slide

Reglas de la clase
  1. Je telefoon is thuis of in de kluis.
  2. Bij binnenkomst op je plek zitten, jas uit, tas van tafel en oortjes uit oren.
  3. Je hebt altijd je spullen mee: boeken, schrift, pennen, opgeladen device.
  4. Als een ander praat, ben je stil en luister je.
  5. Wanneer de docente uitleg geeft, ben je stil en maak je aantekeningen in je schrift.
  6. We lachen elkaar niet uit en gaan met respect met elkaar om.
  7. Je ruimt pas op als de docente dat aangeeft.
  8. Heb je een les gemist? Vraag aantekeningen aan klasgenoten en kijk in Magister.Learn wat je moet maken en leren. 
5 min

Slide 3 - Slide

Repaso: unidad 0 y 1
Log in in LessonUp en let goed op! We gaan snel.

Slide 4 - Slide

de tegenwoordige tijd van ser
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

Persoonlijk voornaamwoorden / Pronombres personales
ik
jij
hij
zij (enkelvoud)
u (enkelvoud)
wij
jullie
zij (meervoud)
(meervoud)
nosotros/-as
ellos
yo
usted
vosotros/-as
ellas
ella
ustedes
él

Slide 6 - Drag question

ellos/ellas/ustedes
nosotros/as
yo
él/ella/usted
vosotros/as

Slide 7 - Drag question

de tegenwoordige tijd van tener
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Yo ........... dos libros.
A
tengo
B
tiene
C
tenemos
D
tienen

Slide 9 - Quiz

Ana ........... tres coches.
A
tienes
B
tiene
C
tenéis
D
tienen

Slide 10 - Quiz

Pablo y yo no ........... hermanos.
A
tengo
B
tiene
C
tenemos
D
tienen

Slide 11 - Quiz

Juan y Francisco ........... muchos amigos.
A
tienes
B
tiene
C
tenéis
D
tienen

Slide 12 - Quiz

de ontkenning
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Maak deze zin ontkennend:
Paula es argentina.

Slide 14 - Open question

Maak deze zin ontkennend:
Tengo una pregunta.

Slide 15 - Open question

het geslacht en getal van woorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Maak het woord meervoud:
el año

Slide 17 - Open question

Maak het woord enkelvoud:
las piscinas

Slide 18 - Open question

Verplaats de bijvoeglijk naamwoorden in de juiste zin aan de hand van de zelfstandignaamwoorden en/of lidwoorden.
La casa es _________________.

Las playas son _________________.

Los conciertos son _________________.
fea
divertidos 
bonitas

Slide 19 - Drag question

Verplaats de bijvoeglijk naamwoorden in de juiste zin aan de hand van de zelfstandignaamwoorden en/of lidwoorden. 
El mercado es _________________.

La escuela es _________________.

Los parques de atracciones son _________________.
importante
pequeño
modernos

Slide 20 - Drag question

de lidwoorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

MASCULINO
FEMENINO
MASCULINO
FEMENINO
EV
MV
DE / HET
EEN
EL
UN
LOS
UNOS
LA
UNA
LAS
UNAS

Slide 22 - Drag question

los números hasta 31
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

¿Cuántos perros hay?

A
cuatro
B
dos

Slide 24 - Quiz

¿Cuántas casas hay?
A
seis
B
dos

Slide 25 - Quiz

¿Cuántos chicos hay?
A
cinco
B
nueve

Slide 26 - Quiz

Escribe el número: 10

Slide 27 - Open question

Escribe el número: 5

Slide 28 - Open question

vocabulario
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

marzo
julio
mayo
enero
abril
febrero
junio
noviembre
agosto
octubre
diciembre
septiembre

Slide 30 - Drag question

Lucia es........
A
España
B
español
C
española
D
españolas

Slide 31 - Quiz

somos.................
A
holandesos
B
holandeses
C
Holanda
D
holandesas

Slide 32 - Quiz

Hans es......
A
alemán
B
Alemania
C
alemano
D
alemana

Slide 33 - Quiz

Pierre es de...............................
A
francés
B
franso
C
Francia
D
francesa

Slide 34 - Quiz

Grace es de............................
A
Inglesa
B
Inglaterra
C
inglés
D
Englaterra

Slide 35 - Quiz

Laura es de.........................
A
italiano
B
italianos
C
italiana
D
Italia

Slide 36 - Quiz

Device in de tas!
Pak tu cuaderno (schrift) y un bolígrafo (pen)!
timer
0:50

Slide 37 - Slide

Vocabulario
Leer de woordenlijst.
NL - SP / SP - NL
timer
5:00

Slide 38 - Slide

La próxima clase
Vamos a...
... repasar la gramática.
... aprender vocabulario.
Hacer (doen/maken):
- ejercicios 8 y 9, página 17 (WB)

Aprender (leren):
- woordenlijst Reporteros 1 - unidad 0 Nuestro verano
- woordenlijst Reporteros 1 - unidad 1 Mis amigos y yo 

Slide 39 - Slide

Hasta la próxima clase
  • Stoel netjes aanschuiven.
  • Tafels recht neerzetten.
  • Papier / vuil van de grond / tafels. 

Slide 40 - Slide