Zorg 1, les 5 + 6

Zorg 1
Les 5 (+ 6)

Veilige en duurzame omgeving
1 / 26
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Zorg 1
Les 5 (+ 6)

Veilige en duurzame omgeving

Slide 1 - Slide

Inhoud van de les:

  •  Aanwezigheid

  • Theorie:
2.4 Veilige buitenruimte
2.5 Veilig in de organisatie
2.6 Veilig buiten de organisatie
+
2.7 Duurzaamheid



  •  Praktijk:
Groepsopdracht BHV

  •  (Huis)werk: Online opdrachten Traject Gezondheid en omgeving

Slide 2 - Slide

Vorige week
Gevaar = een bron of situatie met de potentie om schade of letsel te veroorzaken aan personen of materialen.
Fysieke veiligheid: voorkomen van lichamelijke verwondingen - Emotionele veiligheid: gevoel van geborgenheid.

De natuur: blikseminslag, overstromingen - Technische fouten: kortsluiting, instorten van een gebouw - Menselijk handelen: slordigheid, opzettelijk iets saboteren of vernielen, onoplettendheid.

Veilige groepsruimte:
- Veiligheidsplan - Veiligheidsprotocollen
Veilige groepsruimte: - Overzicht - Veilig meubilair - Veilige materialen- Deurstrips - Stopcontactbescherming - Hygiëne - Noodsituaties oefenen - Communicatie- Veilig gedrag aanleren

Veilige slaapruimte:
Goed ventileren-  Veilige bedjes- Let op de slaaphouding - Dekentje kort opdekken- Zorg voor controle








Slide 3 - Slide

Vorige week



Meldcode kindermishandeling

Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Na deze les: 
  • Kan je toelichten hoe je als pedagogisch werker zorgt voor een veilige omgeving.
  • Kan je toelichten waar je als pedagogisch werker rekening mee houdt bij het creëren van een veilige buitenspeelruimte.
  • Kan je toelichten hoe je als pedagogisch werker zorgt voor veilige uitstapjes. 

  • Je kunt toelichten hoe je als pedagogisch werker op een duurzame manier materialen en middelen gebruikt.  

Slide 5 - Slide

Veilige buitenruimte
Noem 2 redenen waarom buitenspelen belangrijk is voor de ontwikkeling van kinderen.

Slide 6 - Open question

Veilige buitenruimte

Buitenspelen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen:
  • Sterker en socialer
  • Verhoogt leerprestaties
  • Voorkomt overgewicht en verlaagt stress

Slide 7 - Slide

Veilige buitenruimte
Risico:
Kinderen verleggen hun grenzen, ontdekken hun kwaliteiten en proberen angsten te overwinnen. Spanning, angst en trots. Blauwe plek, bult of wondje hoort erbij. Als PW'er beschermen tegen grotere risico's die ze zelf moeilijk kunnen inschatten.

Speeltoestellen:
Moeten voldoen aan bepaalde eisen, bijvoorbeeld hoog plateau dat afgeschermd is. 
Als PW'er de rol om risico's aan te kaarten en ze leren daarmee om te gaan. Voorbeeld van Jari (bladzijde 38 in theorie- boek)

Overzicht en controle:
Verdelen met collega's over de buitenruimte - Controleren op afval of ongewenste situaties, sigaretten, drugs - hek goed afsluiten.

Afspraken maken:
Voor verschillende ruimtes op het plein, verschillende afspraken (kinderen op fietsjes rijden niet over het voetbalveldje heen).

Slide 8 - Slide

Voorbeeld schoolpleinregels

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Veilig in de organisatie
Op de hoogte zijn van de mogelijke gevaren: brand, kortsluiting. 

Brand:
Als PW'er moet je weten hoe je moet handelen als er brand ontstaat binnen jouw organisatie, welke blusmiddelen er zijn en hoe deze te gebruiken. 
Ook moet je weten hoe een ontruiming in zijn werk gaat, welke routes zijn er en welke stappen moet je ondernemen?

Brand ontstaat nooit zomaar.
Branddriehoek: Er is brandbare stof - er is zuurstof -
de temperatuur waarop een stof gaat branden is bereikt.
Om brand te voorkomen, zorg ervoor dat de branddriehoek nooit compleet is
 (kaarsjes op tafel met papieren servetten -> zorg voor een blusdeken in de buurt).


Slide 11 - Slide

Veilig in de organisatie
Actie bij brand: 
  • Zorg ervoor dat er geen paniek ontstaat. 
  • Blijf rustig en vertel duidelijk dat er brand is en iedereen rustig moet blijven. 
  • Sla alarm
    Handmelders: let op het rode bordje, druk de knop in en het alarm gaat af -> signaal naar brandweer.
  • Zorg ervoor dat iedereen het pand verlaat.
  • Bij veel rook -> blijf laag bij de grond.
  • Houd ramen en deuren gesloten.
  • Bij het verlaten van het pand -> sluit de deuren, zo komt er geen verse zuurstof binnen.
  • Ga naar een veilige plaats en bel 112.
Blussen laat je over aan de brandweer, bij kleine brandjes kun je zelf in actie komen. Weet waar de blusmiddelen zich bevinden.
slanghaspel - blustoestel - handmelder

Slide 12 - Slide

Wat als er brand uitbreekt?
Wat is de eerste stap die je neemt?
A
Je sluit de deuren achter je.
B
Je slaat alarm.
C
Je blijft rustig en vertelt wat er aan de hand is.
D
Je zorgt ervoor dat iedereen zo snel mogelijk het pand verlaat.

Slide 13 - Quiz

Veilig in de organisatie
Ontruimingsoefening
Bedrijfshulpverleners begeleiden zo'n oefening. Een bhv'er is medewerker die handelend kan optreden bij ongewenste gebeurtenissen in een organisatie die de veiligheid en/of gezondheid van de werknemers, kinderen en andere aanwezigen bedreigen. 
D.m.v. een ontruimingsoefening controleer je of iedereen in de organisatie weet wat er van hem verwacht wordt. 
Na de oefening volgt een evaluatie en bekijk je samen wat er beter kan en moet. 

Je werkt met kinderen
Wees bewust dat er kinderen rondlopen dus let op met deuren, hete koffie of thee in je handen en schoonmaakmiddelen.

Slide 14 - Slide

Wat als het alarm afgaat?
Wat is de taak van de bhv'er?

Slide 15 - Open question

Wat is de taak van de bhv'er?:

Bij een brand moet een bedrijfshulpverlener (bhv'er) de alarmering verzorgen, de ontruiming organiseren via de vluchtroutes, beginnende branden blussen als dit veilig kan, en zorgen voor communicatie met collega's en hulpdiensten, waarbij de eigen veiligheid altijd voorop staat.

Taken van de BHV'er bij brand:
  • Alarmeren: Waarschuw collega's zodra er brand is, en schakel de professionele hulpdiensten (112) in.
  • Ontruimen: Leid de evacuatie van het gebouw en wijs mensen de weg via de nooduitgangen, met speciale aandacht voor mobiel beperkte personen.
  • Blussen: Beperk of bestrijd beginnende branden met de juiste blusmiddelen, alleen als dit veilig kan en er een vluchtroute achter je vrij is.


  • Communicatie: Gebruik communicatiemiddelen zoals portofoons om informatie uit te wisselen over de situatie, locaties en benodigde hulp.
  • Eerste Hulp: Verleen eerste hulp bij verwondingen of onwelwordingen, en weet hoe je een blusdeken moet gebruiken.



Veiligheid staat voorop:
  • De BHV'er mag zichzelf niet in gevaar brengen.
  • Twijfel je of er brand is, of twijfel je of je kunt handelen? Alarmeer altijd.
  • BHV'ers moeten jaarlijks hun kennis en vaardigheden bijscholen. 

Slide 16 - Slide

Veilig buiten de organisatie

Bij het organiseren van activiteiten buiten de organisatie speelt veiligheid bij verschillende zaken een rol:
  • Toestemming van de ouders (activiteiten buiten de organisatie moeten altijd gemeld worden)
  • Het vervoermiddel (lopen of fietsen 2 aan 2, auto of touringcar, OV)
  • Herkenbaarheid (dragen van hesjes, armbandjes)
  • Tellen van de kinderen (bij ieder kruispunt, bij het in- en uitstappen)
  • Afspraken met de kinderen
  • EHBO- set 

Slide 17 - Slide

Opdracht BHV


Maak in groepen van 3 of 4 (6 groepen) de plattegrond compleet.​


Je krijgt per groepje 2 plattegronden van de c-  vleugel 3e verdieping.​
Ook krijgen jullie een envelop met pictogrammen en plaatjes. ​
Het is de bedoeling dat de plaatjes op de juiste plaats komen.​
Hiervoor moeten er 2 personen in de klas blijven bij plattegrond 1​.
De rest gaat naar de verdieping en geeft telefonisch door waar welke pictogrammen op de plattegrond moeten komen te staan.​

P: er zijn 3 geheime sluiproutes wie weet ze te vinden?






Slide 18 - Slide

Duurzaamheid
Duurzaamheid is een evenwicht tussen mens, milieu en economie zodat we de aarde niet uitputten.

De drie elementen ‘mens’ (people), ‘milieu’ (planet) en ‘economie’ (profit), ook wel de 3 P’s, moeten in evenwicht zijn.
Als een van de elementen namelijk te veel de overhand krijgt, lijden de andere elementen hieronder. ​
Denk aan de kledingwinkels die voor hele lage prijzen kleding verkopen.
Daardoor moeten de mensen in andere landen onder slechte omstandigheden de kleding maken en bij het verven van de stof let de fabriek nauwelijks op het milieu.​

Het is belangrijk om je bewust te zijn van duurzaamheid in de kinderopvang of op school en een duurzame omgeving te creëren. Ook kun je kinderen heel goed bewust maken van de impact van een duurzame omgeving op hun eigen leefomgeving en die van de volgende generaties. Jij hebt hier als pedagogisch werker een grote rol in. Jij bent namelijk ook een rolmodel voor de kinderen.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Energie besparen
Een duurzame omgeving begint bij jezelf. Maar ook op een school, bso of kinderopvang kun je veel doen.
Energieverbruik verminderen

Afval scheiden: glas in de glasbak, papier en karton in de papiercontainer en groente- fruit en tuinafval in de groene bak.

Meer groen stimuleren: vervang steen door groen (water kan dan weer in de bodem zakken, de temperatuur verlaagd en er is minder fijnstof.

Recyclen = het gebruiken van materiaal uit een afgedankt product in een nieuw product \
Hergebruiken = het opnieuw gebruiken van een afgedankt product, al dan niet voor een ander doel.

Consuminderen = er bewust voor kiezen om minder producten te kopen.

Duurzame uitjes: het beperken van reistijd. Bijvoorbeeld strandwandeling maken en afval verzamelen -> wedstrijdje wie het meest - > kijken wat bruikbaar is voor creatieve opdracht.

Slide 21 - Slide

Energie besparen

Geef een tip om het energieverbruik te verminderen op de kinderopvang, een school of de BSO.

Slide 22 - Open question

Bedenk in tweetallen per categorie 2 'groene' tips:

Slide 23 - Slide

Les- ideeën:


'Water en klimaat in jouw straat’ van het Waterschap:
https://www.waterklimaatles.nl/ ​

Aan de slag met afval & zwerfies:​
https://www.aandeslagmetafval.nl/ ​

Energie besparen:​
https://www.klascement.net/lesmateriaal/?q=energie%20besparen 

Groeneschoolpleinen.nl: stappenplan voor een groene buitenruimte.​

Modderdag.nl: buiten spelen waarbij kinderen vies mogen worden.​

Naturepedagogy.com: internationale onderzoeken en praktijken.






Slide 24 - Slide

(Huis)werk vorige week:


Thema 2
Theorie: paragraaf 2.1 t/m 2.3
- verwerkingsopdrachten niveau 3 en 4: opdracht 1 t/m 8
- verwerkingsopdrachten niveau 4: opdracht 1 t/m 6
(Huis)werk deze week:


Thema 2
Theorie: paragraaf 2.4 t/m 2.7
- verwerkingsopdrachten niveau 3 en 4: opdracht 9 t/m 14
- verwerkingsopdrachten niveau 4: opdracht 7 t/m 10

Slide 25 - Slide

Praktijkopdracht
Roulerend practicum

Praktijk in groepjes van 5 personen met een werkkaart:​
  • Vloer wissen​
  • Vloer dweilen​
  • Ramen lappen​

  • Opdracht schoonmaakprotocol​

  • Huiswerk afmaken of toets leren.

Slide 26 - Slide