2. Van verlies naar winst (1800-1870)

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


2. Van verlies naar winst (1800-1870)
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Introduction

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier Nederland, na de VOC-tijd, Indië weer winstgevend maakte.

Items in this lesson

De koloniale relatie tussen Indonesië en Nederland


2. Van verlies naar winst (1800-1870)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier Nederland, na de VOC-tijd,  Indië weer winstgevend maakte.

Slide 3 - Slide

Het 'arme' Nederland
  • Franse bezetting (1795-1813)

  • Java in Engelse handen

  • Nederlandse vloot ouderwets en kan concurrentie met andere landen niet meer aan.

  • Java-oorlogen (1825-1830) kosten veel geld

Slide 4 - Slide

Het cultuurstelsel
 (1830-1870)
  • Doel: Indië moet weer winstgevend (voor Nederland) worden

  • Met dat geld kan Nederland een modern land worden (wens van koning Willem I)

  • Uitvoering onder leiding van Johannes van den Bosch

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Hoe werkt het cultuurstelsel? (1)

  • Javaanse boeren moeten 1/5 deel van hun land verbouwen met voor de Nederlanders interessante producten: koffie, thee en indigo (cultures)

  • Javaanse boeren krijgen hiervoor plantloon

Slide 7 - Slide

Hoe werkt het cultuurstelsel? (2)

  • Javaanse boeren moeten 66 dagen werken voor de Nederlanders (herendiensten), bijvoorbeeld wegen, kanalen en spoorwegen aanleggen

  • De Javaanse vorsten (Regenten) krijgen cultuurprocenten. Hoe meer hun boeren leveren, hoe meer cultuurprocenten.

Slide 8 - Slide

Bestuur tijdens het cultuurstelsel
  • Nederland laat het bestaande, inlandse (Javaanse) bestuur intact

  • Nederland plaats boven en naast dit inlandse bestuur, een eigen, binnenlands, bestuur met Nederlandse ambtenaren van de NHM (Nederlandsche Handelsmaatschappij)
Gouverneur-Generaal
Gouverneur
Resident
Binnenlands bestuur
Assistent-resident
Regent
Inlands bestuur
Districtshoofd
Onderdistrictshoofd
Dorpshoofd
Verdeelt het werk en betaalt het plantloon uit
Hoogste ambtenaar in Nederlands-Indië
Hoofd van een provincie
Controleur
Javaanse vorsten

Slide 9 - Slide

Gevolgen voor Nederland
  • Indië is binnen paar jaar weer winstgeven voor Nederland: het batig slot

  • Infrastructuur (wegen, kanalen en spoorwegen) in Nederland  zijn vrijwel geheel betaald door deze winsten

Slide 10 - Slide

Positieve gevolgen voor Java

  • Verbetering van de infrastructuur op het eiland

  • Ontstaan van een geldeconomie

Slide 11 - Slide

Negatieve gevolgen voor Java
  • Uitbuiting door eigen Javaanse vorsten (regenten)

  • Vaak meer dan 66 dagen herendiensten

  • Plantloon is laag

Slide 12 - Slide

Negatieve gevolgen voor Java

  • Beste land moest voor het cultuurstelsel worden gebruikt

  • Hongersnoden

Slide 13 - Slide



Welke producten werden in
het cultuurstelsel verbouwd?
A
koffie, thee en indigo
B
specerijen, tabak en indigo
C
koffie, thee en specerijen
D
tabak, koffie en zout

Slide 14 - Quiz


Hoe groot was het percentage dat
de boeren van hun land moesten gebruiken voor het cultuurstelsel?
A
20
B
30
C
40
D
50

Slide 15 - Quiz



Welk bedrijf was verantwoordelijk voor het cultuurstelsel
A
VOC
B
HMA
C
VED
D
NHM

Slide 16 - Quiz



Met welk doel is het cultuurstelsel ingevoerd?

Slide 17 - Open question


Goed of fout?
Het cultuurstelsel werd in heel Nederlands-Indië
ingevoerd.
A
Goed
B
Fout

Slide 18 - Quiz



Op welk eiland werd het cultuurstelsel ingevoerd?
A
Sumatra
B
Java
C
Bali
D
Molukken

Slide 19 - Quiz

Goed of fout?

In het cultuurstelsel draaide het om de levering
van cultuurproducten aan de Nederlanders.
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz

Goed of fout?

De boeren waren erg blij met de cultuurprocenten.
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quiz


Noem één positief gevolg van het
cultuurstelsel voor de Javaanse boeren

Slide 22 - Open question


Noem twee negatieve gevolgen
van het cultuurstelsel voor de Javaanse boeren

Slide 23 - Open question



Welke combinatie is juist?
A
Boeren - plantloon Regenten - cultuurprocenten
B
Boeren - cultuurprocenten Residenten - plantloon
C
Regenten - plantloon Residenten - cultuurprocenten
D
Boeren - plantloon Residenten - cultuurprocenten

Slide 24 - Quiz



Op welke manier gingen de Nederlanders
met het bestuur van Java om?
A
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Javaanse vorsten voor in de plaats.
B
Ze ontsloegen de meeste vorsten en zetten er nieuwe Nederlandse ambtenaren voor in de plaats.
C
Ze lieten het grotendeels intact en plaatsen er een Nederlandse bestuur naast en boven.
D
Ze haalden het hele inheemse bestuur weg en plaatsten er een Nederlands bestuur.

Slide 25 - Quiz

Kritiek op het cultuurstelsel

Slide 26 - Slide

Liberalen in Nederland aan de macht (1848)
  • Cultuurstelsel wordt uitvoerd door de NHM, een staatsbedrijf. 

  • Liberalen willen economische vrijheid en niet dat de overheid zich bemoeit met de economie.

  • Ze willen dat óók particuliere ondernemers een bedrijf op Java kunnen starten

Slide 27 - Slide

Liberalen willen persoonlijke vrijheid: het cultuurstelsel lijkt op slavernij en dwangarbeid

Slide 28 - Slide

Max Havelaar
  • Max Havelaar, of de koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappij.

  • Boek van Multatuli (Latijn voor: 'ik heb veel leed gedragen'), pseudoniem van Eduard Douwes Dekker

  • Belangrijkste protest tegen het cultuurstelsel

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Video
Het Klokhuis maakt geschiedenis: Max Havelaar

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Begrippen uit deze les

  • cultuurstelsel
  • plantloon
  • cultuurprocenten
  • regenten
  • Max Havelaar (boek)




Slide 33 - Slide

Personen uit deze les

  • Johannes van den Bosch
  •  Eduard Douwes Dekker (Multatuli)

Slide 34 - Slide

Jaartallen uit deze les

  • 1830-1870: cultuurstelsel
  • 1825-1830: Java-oorlogen 

Slide 35 - Slide


Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd

Slide 36 - Open question


Stel 1 vraag over iets dat je in
dit hoofdstuk nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 37 - Open question