Les 2HA / 2HB

Montag den 26. Mai 2025
Welkom bij de les Duits!

1 / 31
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Montag den 26. Mai 2025
Welkom bij de les Duits!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute?
Planning Duits
De trappen van vergelijking
Zelfstandig werken
Hausaufgaben
Einde les

Slide 3 - Slide

Planning Duits

  • Inhalen SO of Proefwerk Duits maandag 26 mei 7e of 8e lesuur (B105)
  •  Lesstof behandelen die belangrijk is voor havo 3
  •  Leestoets in de toetsweek (donderdag 19 juni t/m donderdag 26 juni)

Slide 4 - Slide



Lesdoel: Je kent de trappen van vergelijking en kunt ze gebruiken

Slide 5 - Slide

Wat zijn de trappen van vergelijking??

Slide 6 - Slide

Trappen van vergelijking
Waarvoor gebruik je de trappen van vergelijking?
- De trappen van vergelijking worden gebruikt om twee of meer zaken met elkaar te vergelijken.

Welke soorten woorden (woordgroep) wordt daarvoor gebruikt?
- Bijvoeglijke naamwoorden

Slide 7 - Slide

De drie trappen
De stellende trap - der Positiv
- klein
De vergrotende trap - der Komparativ
- kleiner
De overtreffende trap - der Superlativ
- am kleinsten

Slide 8 - Slide

Der linke Hund ist kleiner 

Slide 9 - Slide

Obelix ist langsamer 

Slide 10 - Slide

Das Mädchen mit Brille ist am kleinsten

Slide 11 - Slide

Der rechte Mann ist am glückigsten

Slide 12 - Slide

Der rechte Hund ist größer. 

(groß - größer - am größten)

Slide 13 - Slide

Opa Simpson ist älter als Maggie Simpson.

(alt - älter - am ältesten)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

 Grammatik
trappen van vergelijking
In het Nederlands
[1] het grootst, het mooist, het snelst (overtreffende trap)
Anne is het grootst. 
Anne is het kleinst
[2] vergelijking met dan  (vergrotende trap)
Anne is groter dan Peter.

[3] vergelijking met als (stellende trap)
Anne is niet zo groot als Peter.
In het Duits:
[1] am + woord + sten 
Anne ist am größten
Anne ist am kleinsten

[2] vergelijking met als
Anne ist größer als Peter.

[3] vergelijking met wie
Anne ist nicht so groß wie Peter.

Slide 17 - Slide

 Grammatik
Hoofdregel is: klein - kleiner – het kleinst
  • stellende trap: klein
  • vergrotende trap + -er: kleiner
  • overtreffende trap –sten: am + klein + sten

Bijvoeglijk naamwoord eindigt op -d/-t of sis-klank (s, z, ß, sch)?
overtreffende trap  + -esten



trappen van vergelijking
Even een voorbeeld:
laut – lauter – am lautesten
heiß – heißer – am heißesten
wild – wilder – am wildesten

Slide 18 - Slide

Trappen van vergelijking
A: Trappen van vergelijking

Slide 19 - Slide

Grammatik
trappen van vergelijking

Slide 20 - Slide

Du bist __________ als Anna.
A
klein
B
kleiner
C
kleinst

Slide 21 - Quiz

Du bist__________als deine Schwester
A
großer
B
größer
C
großen

Slide 22 - Quiz

Der Junge da ist __________
A
am hübschiensten
B
am hübschesten
C
am hübschten

Slide 23 - Quiz

Deine Mutter ist am __________
A
alt
B
ältesten
C
älter

Slide 24 - Quiz

stark--> stärker -->________
A
am stärkstenn
B
am stärksten
C
am stärkesten

Slide 25 - Quiz

gut--> ________ -->am besten
A
guter
B
bester
C
besser

Slide 26 - Quiz

_________--> lieber -->am liebsten
A
gut
B
gern
C
lieb

Slide 27 - Quiz

Er ist genau so groß __________du
A
als
B
wie

Slide 28 - Quiz

Er ist größer __________du
A
als
B
wie

Slide 29 - Quiz

Hausaufgaben
Leren: C: de trappen van vergelijking (blz. 81, 82)
Maken: opdracht 7, 8, 9, 10 (blz. 82, 83, 84)

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide