poëzie theorie en rijmschema's deel 1

Fijn dat je er bent :)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Fijn dat je er bent :)

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij poëzie?

Slide 2 - Mind map

Rijmschema
Eindrijm bepaalt het rijmschema.
  • Slagrijm: aaaa (nieuw)
  • Gepaard rijm: aabb
  • Gekruist rijm: abab
  • Omarmend rijm: abba
  • Gebroken rijm: abcb (de c verwacht je niet)

Slide 3 - Slide

voorbeeld van ... 
Heerlijkheid

Ik ben verzot op chocoladewaren:
niets fijner dan zo'n ravissante Mars!
Ik ben geneigd hem zalig te verklaren.
Probleempje is: het Vaticaan ligt dwars.


Slide 4 - Slide

Voorbeeld van ...
Onvervreembaar
Dit wordt ons niet ontnomen: lezen,
En ademloos het blad omslaan,
Ver van de dagelijksheid vandaan.
Die lezen mogen eenzaam wezen.

Zij waren het van kinds af aan.


Slide 5 - Slide

Voorbeeld van een ...
Zie voorbij mijn label
kijk naar mijn talent
plaats me niet In hokjes
zorg dat je kent

zet je wereld open
want met gesloten blik
zal je nooit ontdekken
wie ik ben ik als ik


Slide 6 - Slide

Vormen van rijm
  • Volrijm klinkers en medeklinkers rijmen
    slopen-lopen-verkopen
  • Klinkerrijm (assonantie)
    Over hete kolen hoor je niet te lopen
  • Medeklinkerrijm (consonantie)
    Een rustige mist daalt over de stad
  • Alliteratie is medeklinkerrijm van beginletters
    Keurige keukens koop je bij de Keukenkampioen

Slide 7 - Slide

Opbouw poëzie
Een strofe is een groepje versregels.
  • 2 versregels: distichon
  • 3 versregels: terzet of terzine
  • 4 versregels: kwatrijn
  • 5 kwintijn
  • 6 versregels: sextet
  • 8 versregels: octaaf

Slide 8 - Slide

Voordragen gedicht 1
  • Waar gaat het gedicht over?
  • Waar maak je dit uit op?
  • Wat is het thema?
  • Ben je geïnteresseerd in dit thema/onderwerp? Leg uit.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

voordragen gedicht 2
  • Waar gaat het gedicht over?
  • Waar maak je dit uit op?
  • Wat is het thema?
  • Ben je geïnteresseerd in dit thema/onderwerp? Leg uit.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

FLARF (A. kerst)

Slide 13 - Slide

Flarf (opdracht 1)
1. Zoek twee woorden op een willekeurige manier. 
2. Gebruik Google en typ de verschillende woorden in, gescheiden door een spatie.
3. Uit de lijst zoekresultaten die je nu ziet, kies je de beste fragmenten. Let op! Gebruik alleen de tekst op de zoekpagina zelf.
4. De mooiste, grappigste, raarste, lelijkste of gekste zinnen kopieer je en plak je bij elkaar in een Word-document. Probeer met de woorden en zinnen een leuk tekstje te bouwen. 
5. Zoek een passende afbeelding bij je gedicht en plak het gedicht hierop. Lever de opdracht in Teams in.

 

5. De zoekwoorden en het flarfgedicht neem je op in je werkstuk en in je presentatie. 


Slide 14 - Slide

BIER en ZEEMANSGRAF op google
Deze landrot ruikt water
• een dronken meisje giet een rode cocktail. achterover.
• Aangezien stilstaand water snel bederft, werd er al snel overgestapt op het inslaan van bier
• op volle zee overboord gezet wordt
• Op 'n zeemansgraf staan nooit geen rode rozen.
• Zeeroep
• Betaald worden ze in natura
• Dit gaan we samen doen met de enige echte Disco Snolly

Slide 15 - Slide

BIER en ZEEMANSGRAF
Deze landrot ruikt water
• een dronken meisje giet een rode cocktail. achterover.
• Aangezien stilstaand water snel bederft, werd er al snel overgestapt op het inslaan van bier
• op volle zee overboord gezet wordt
• Op 'n zeemansgraf staan nooit geen rode rozen.
• Zeeroep
• Betaald worden ze in natura
• Dit gaan we samen doen met de enige echte Disco Snolly

ZEEROEP

Terwijl een dronken meisje water ruikt
Stapt deze landrot over op rode rozen
Want in Disco Snolly bederft het water
sneller dan een rode cocktail betaald in natura

De enige echte slaat achterover
Ik neem een slok van het bier
zo groot als een zeemansgraf


Slide 16 - Slide

Instructie opdracht 2
  • Je gaat op zoek naar minimaal twee gedichten, die jouw voorkeur hebben wat betreft het thema.
  • Deze kopieer en plak je in een word bestand. Vervolgens benoem je het thema en waarom beide gedichten jouw interesse opwekken. (minimaal 2 argumenten)
  • 15 minuten
  • Hulpmiddelen: internet, social media of dichtbundels.

Slide 17 - Slide

Zet je gedichten, het thema en de 2 argumenten in de opdracht in Teams.

Slide 18 - Open question

Huiswerk 


Poëzie opdracht Teams (2 gedichten)





Slide 19 - Slide