3.4 samenstellingen

1)De student wordt aan zijn lot overgelaten.
2) In de Kalsdonksestraat in Roosendaal staat een huis te koop.
3)Twee weken geleden waren er drie baby's geboren in de Esdoornlaan.
4) Ik heb alle tekst van mijn verslag gedeletet.
5) De ex-vriend van mijn vriendin Daisy, heeft een lelijk T-shirt.

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1)De student wordt aan zijn lot overgelaten.
2) In de Kalsdonksestraat in Roosendaal staat een huis te koop.
3)Twee weken geleden waren er drie baby's geboren in de Esdoornlaan.
4) Ik heb alle tekst van mijn verslag gedeletet.
5) De ex-vriend van mijn vriendin Daisy, heeft een lelijk T-shirt.

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Spelling Samenstellingen

- Je kunt uitleggen hoe je samenstellingen schrijft en wanneer je een tussenletter gebruikt.




Slide 2 - Slide

Wat is een
samenstelling?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

  • Als de samenstelling van een woord ook één persoon of ding betekent, dan schrijf je het aan elkaar. Ook als het woord erg lang wordt.

  1. kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamheden

  1. lagekostenluchtvaartmaatschappij

Slide 7 - Slide

Als er verwarring is over de uitspraak, komt er een koppelteken (-) tussen de woorden


Klinkerbotsing:
zee-egel
auto-ongeluk


Slide 8 - Slide

Samenstelling -en, -e, -s
  • Groentesoep of groentensoep?
  • kippehok of kippenhok?
  • rodekool of rodenkool?

Slide 9 - Slide

voorbeeld
Braam + jam -> bramenjam
boek + tas -> boekentas
stoel + dans -> stoelendans

Slide 10 - Slide

De hoofdregels
1. ZNW met meervoud van het zelfstandig naamwoord op -en?
Rozengeur, paardenbloem 
2. ZNW met meervoud op -es? -> e
Horlogezaak, aspergesoep
3. ZNW met meervoud op -en en -es? ->  e 
Groentesoep, secondelijm
2. Linkergedeelte geen zelfstandig naamwoord of een uitdrukking -> -e
goedemorgen, bolleboos, beresterk



Slide 11 - Slide

Wat is het meervoud van seconde?
A
seconde
B
secondes
C
secondes/seconden
D
seconden

Slide 12 - Quiz


Jullie zijn BEER + GOED bezig! Begrijpen jullie deze GEDACHTE + GANG van de spelling?

A
berengoed, gedachtengang
B
beregoed, gedachtengang
C
berengoed, gedachtegang
D
beregoed, gedachtegang

Slide 13 - Quiz

uitzonderingen op de hoofdregels 
1. Zelfstandige naamwoorden met geen letterlijke, maar een versterkende betekenis: apetrots, beresterk, takkewijf
2. Unieke personen en zaken: Koninginnedag, hellevuur, maneschijn
3.Samenstellingen waarbij de aparte delen onherkenbaar zijn: 
papegaai, bakkebaard, bullebak

Slide 14 - Slide

In de (1) stond vermeld dat de minister een (2) was.
A
1 = krantekop 2 = huilebalk
B
1 = krantenkop 2 = huilebalk
C
1 = krantekop 2= huilenbalk
D
1 = krantenkop 2= huilenbalk

Slide 15 - Quiz

Meneer de (1) denkt dat we op 30 april nog steeds (2) vieren.
A
1 = Koekepeer 2= Koninginnedag
B
1 = Koekenpeer 2 = Koninginnendag
C
1= Koekenpeer 2= Koninginnedag
D
1= Koekepeer 2 =Koninginnendag

Slide 16 - Quiz

In een (1) bos ontdekten de jongens een heus (2). Dat vonden ze (3).
A
1= pikkendonker, 2= berenhol, 3= Reuzenspannend
B
1= pikkedonker, berehol, 3 = reuzespannend
C
1 = pikkedonker, 2=berenhol, 3= reuzespannend
D
1= pikkendonker, 2= berehol, 3 = reuzenspannend

Slide 17 - Quiz

Samenstellingen met een tussenklank-s

Je schrijft de tussenklank-s als je die hoort in de samenstelling.

  • Dorp + gek = dorpsgek

  • Dorp + straat = dorpsstraat

Slide 18 - Slide

Als het tweede deel van de samenstelling begint met een 's', hoor je niet of er een tussenklank-s moet staan.


Vervang dan tweede deel door een ander woord.
  • Station + straat

  • Meisje + speelgoed

  • voorjaar + show

  • bruid + sluier

Slide 19 - Slide

Wat zijn de regels bij tussenletters?
Er zijn diverse vormen van samenstellingen:
- Geen tussenletter                     telefoonhoesje - tafelpoot
- Tussenletters -en-                    bloemenwinkel - leerlingenraad
- Tussenletter -e-                         apetrots - gemeentebestuur
- Tussenletters -s-                       koningszoon - personeelschef


Belangrijk: het eerste deel van de samenstelling bepaalt de regel!


Slide 20 - Slide

alles plakken
woorden juist los

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Ik richt mij op mijn
A
lange termijn doelen
B
lange termijndoelen
C
langetermijn doelen
D
langetermijndoelen

Slide 23 - Quiz


A
zwart-witfoto
B
zwart wit foto
C
zwartwitfoto
D
zwart-wit-foto

Slide 24 - Quiz


A
allesreiniger
B
alles reiniger

Slide 25 - Quiz


A
achtuur journaal
B
acht uur journaal
C
achtuurjournaal
D
achtuur-journaal

Slide 26 - Quiz


A
spoedeisendehulpverpleegkundige
B
spoedeisende hulp verpleegkundige

Slide 27 - Quiz

hierna
superlijm
maak twee lange woorden

eerste woord met een C
tweede met een A

Slide 28 - Slide

chronische
vermoeidheids
syndroom
arbeids
ongeschiktheids
verzekering

Slide 29 - Drag question

samenstellingen
onthouden: altijd plakken

Slide 30 - Slide

wat is juist?
A
faxapparaat
B
fax apparaat

Slide 31 - Quiz

wat is juist?
A
zwartwitfoto
B
zwart-wit-foto
C
zwart-witfoto

Slide 32 - Quiz

goed gedaan
nooit meer een spatie te veel

Slide 33 - Slide