Les 22: Getallen

Welkom bij Nederlands!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Grammatica

Slide 2 - Slide

Doel


Ik kan getallen schrijven en zeggen.

Slide 3 - Slide

Boek: Grammatica
Ga naar les 22
Bekijk de eerste alinea samen. 
Oefen dan in deze Lesson Up.

Slide 4 - Slide

Grammatica
Wat staat hier?

54
738
1017
499
3916

Slide 5 - Slide

Wat staat hier?
Achtendertig
A
18
B
83
C
38
D
830

Slide 6 - Quiz

Wat staat hier?
Zevenhonderdvijftien
A
57
B
715
C
75
D
705

Slide 7 - Quiz

1.705
138
1.080
85
415
Honderdachtendertig
Zeventienhonderdvijf
Vijfentachtig
Vierhonderdvijftien
Duizendtachtig

Slide 8 - Drag question

Grammatica
Onthouden!
Getal onder de 1000?
Schrijf het aan elkaar.

Vijfhonderdzeventien (517)
Vierduizend driehonderdacht (4.308)

Slide 9 - Slide

Wat is goed?
A
Vierhonderd acht
B
Vierduizend achttien
C
Vier en dertig
D
Vierduizendachttien

Slide 10 - Quiz

Grammatica
Onthouden!
Na duizendtallen komt een punt.

4.317
18.345
5.781

Slide 11 - Slide

Hoe schrijf je 13450 goed?
A
13450
B
13.450
C
13,450
D
134.50

Slide 12 - Quiz

Grammatica
Onthouden!
Bij geld schrijf je een komma.

€ 3,40
€ 517,50
€ 7.500,99


Slide 13 - Slide

Hoe schrijf je dit goed:
Honderdvijftien euro vijfentwintig
A
€ 105,25
B
€ 115.25
C
€ 115 25
D
€115,25

Slide 14 - Quiz

Grammatica
Na een getal schrijf je het meervoud.

Dit doe je alleen niet bij:
  • Geld (tien euro)
  • Leeftijd (tien jaar)
  • Kloktijd (tien uur)

Slide 15 - Slide

Wat is NIET goed?
A
Je hebt drie katten.
B
Ik ben vijftien jaar.
C
Het is al vijf uur.
D
Ik heb tien euro's.

Slide 16 - Quiz

Grammatica
Soms praat je over een plek.
Dit is een rangtelwoord. 

Ik won de eerste prijs! (1e)
Dit is al de vierde keer dat je praat. (4e)
Het is mijn twintigste verjaardag. (20ste).
Je bent de honderdste leerling. (100ste)

Slide 17 - Slide

Wat betekent 27ste?
A
Zevenentwintig
B
Zevenentwintige
C
Zevenentwintigste
D
Zevenentwintigje

Slide 18 - Quiz

Boek: Grammatica
Ga naar les 22.
Dit staat op bladzijde 82. 

Doe vraag 66, 67, 68 en 69 samen. 
Maak vraag 70 en 71 zelf. 

Slide 19 - Slide

Tot morgen!

Slide 20 - Slide