Mettre

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Mettre

Présent en Passé composé

Mettre

1. Zetten
2. slapen

zij legden (mettre)

1. Ils mettent
2. ils ont mis
3. Ils mettaient
4. nous mettons

mettre

1. lijken op
2. leggen, zetten

Wat is de passé composé van prendre?

1. J'ai pris
2. J'ai prené
3. J'ai pu
4. J'ai voulu

prendre =

1. ik neem
2. nemen
3. ik koop
4. kopen

Wat is de vertaling van: prendre

1. Nemen
2. De gympen
3. Binnekort
4. Meerdere

(prendre) zij hebben genomen=

1. ils avons pris
2. ils ont pris
3. ils ont prendu
4. ils avons pris

Welke bijvoeglijke naamwoorden hebben allemaal een bijzondere vorm (uitzonderingen)?

1. beau, bon, blanc ,vieux, nouveau
2. blanc, petit, bon, vieux, grand
3. blanc, beau, bon, ouvert, froid
4. grand, bleu, joli, bon, nouveau

Welke is juist?
(plaats van bijzonder bijvoeglijk naamwoord)

1. Il porte un nouveau jean.
2. Il porte un jean nouveau.