Nasi Goreng

NASI GORENG
1 / 24
next
Slide 1: Slide
KokenPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

NASI GORENG

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag? 
  • Uitleg over het recept
  • Aan de slag
  • Voorspoelen, afwassen en opruimen volgens afspraak 
  • Quiz 
  • Nabespreking 

Slide 2 - Slide

Afspraken in de les
Haren vast
Schort aan
Handen wassen met zeep
Rustig werken

Slide 3 - Slide

Wat heb je nodig?
 groene snijplank
Evt. bij ham welke plank? 
Schilmesje
Afvalbak
2 kommetjes

1 koekenpan
Vork
Lepel
1 Kookpan

Slide 4 - Slide

Ingrediënten 1 persoon:
Ei 
1
Ui
Prei
stukje
Nasi kruiden zelf mengen
samen 
1 eetlepel
Zonnebloemolie
1 eetlepel
Sambal naar keuze
theelepel
Ketjap naar keuze
scheutje 

Rijst
2 volle eet-
lepels
Kroepoek 

Slide 5 - Slide

Stap 1
1. Pak een kookpan
2. Vul de kookpan met halfvol water
3. Zet de kookpan op het fornuis
4. Wacht tot het water kookt

Slide 6 - Slide

Stap 2


1. Doe nu de rijst in de kookpan
2. Kook ongeveer  8-10 minuten
3. Giet de rijst af in zeef
4. Doe de rijst terug in de zeef en laat in de pan en laat even staan
timer
8:00

Slide 7 - Slide

Stap 3
1. Snij de prei in halve ringen
2. Was de prei doe in bakje 
3. Snij de ui en de knoflook.
4. Doe de olie in de braadpan. 
5. Voeg de prei toe en bak zachtjes, voeg na 2-3 minuten de ui en knoflook en kruiden toe. 
6. Voeg de rijst toe. 
7. Roer alles goed door elkaar. 





Slide 8 - Slide

Stap 4
1. Zet de nasi goreng even af. 

2. Bak het ei. 

3. De garnering. 
 -kroepoek 
-satésaus

4. Pak een placemat, kommetje of bord en bestek. 





Slide 9 - Slide

SMAKELIJK ETEN 

Slide 10 - Slide

Voorspoelen, Afwas en opruimen 
  • Verzamel en organiseer je spullen
  • Spoel voor en zet soort bij soort bij elkaar op de afwasvolgorde 
  • Doe warm water en afwasmiddel in de teil en vul tot halfvol met water.  
  • Was alles netjes af. Strepen goed weghalen met het schuursponsje. 

Slide 11 - Slide

Hoe is het gegaan? 
  • Wat ging er goed? 
  • Wat vond je lastig bij deze praktijkles? 
  • Lukt het je om hulp te vragen?  

Slide 12 - Slide

START QUIZ

Slide 13 - Slide

Hoe heet dit rode doekje?
A
Theedoek
B
Vaatdoek
C
Dweil
D
Handdoek

Slide 14 - Quiz

Voor ik ga koken moet ik:
A
Mij handen wassen
B
Mijn handen wassen en lange haren in een staart
C
Niets, ik kan meteen beginnen

Slide 15 - Quiz

Wat voor doek is dit?
A
Vaatdoek
B
Handdoek
C
Theedoek
D
Dweil

Slide 16 - Quiz

Waarmee maak je een goed sopje?
A
Met koud water en afwasmiddel
B
Met alleen heet water en afwasmiddel
C
Met lauw (warm en koud) water en afwasmiddel
D
Met alleen water

Slide 17 - Quiz

Welk plaatje is de zeef
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

Welk plaatje is de koekenpan
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

Welk plaatje is de braadpan
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

Welk materiaal pak je om te wegen?
A
B
C
D

Slide 21 - Quiz

Wat staat er op de weegschaal?
A
170 kilo
B
170 liter
C
170 gram
D
170 milliliter

Slide 22 - Quiz

Welke kleur plank gebruik ik voor
groente en fruit
A
B
C
D

Slide 23 - Quiz

EINDE LES

Slide 24 - Slide