What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H3d 31.3.2021 voegwoorden + werkwoordvolgorde
Willkommen!
Wir brauchen heute:
chromebook met LessonUp
(klas code: uuogw)
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Willkommen!
Wir brauchen heute:
chromebook met LessonUp
(klas code: uuogw)
Slide 1 - Slide
Programm Dienstag, 31.3.2021
Wiederholen Grammatik 2 - voegwoorden
Ostern
Jojo
Ihr wisst woher die Ostereier kommen.
Slide 2 - Slide
Voegwoorden
Was ist das?
Slide 3 - Slide
Konjunktionen und Wortstellung
Slide 4 - Slide
Konjunktionen
Konjunktionen zijn in het Nederlands
voegwoorden
.
Wat is een voegwoord?
Voegwoorden zijn woorden die zinnen 'aan elkaar voegen'. Met voegwoorden wordt het verband tussen (de inhoud van de) zinnen en woorden duidelijk.
Denk aan: reden, oorzaak , gevolg, etc.
Slide 5 - Slide
voordat
omdat
hoewel
dat
of
wanneer
weil
nachdem
als
dass
ob
wann
wenn
ehe, bevor
obwohl
toen
nadat
als, indien
Slide 6 - Drag question
wenn - wann
wann -> wanner,
tijdstip
Er fragt, wann der Bus fährt.
Ich weiß nicht, wann die Stunde beginnt.
wenn -> voorwaarden
als, indien
Ich komme mit, wenn ich darf.
Alle bleiben zu Hause, wenn sie krank sind.
Slide 7 - Slide
wenn
(als/indien)
wann
(wanneer, tijdstip)
Er fragt, ____ die Maiferien sind.
Ich lerne immer die Wörter, ____ das Hausaufgabe ist.
Der Fahrplan gibt an, ____ der Bus kommt.
Du darfst auch mit, _____ du Lust hast.
Sie will wissen, _____ Pause ist.
Die Schüler sprechen nicht, _____ Unterricht ist.
Slide 8 - Drag question
werkwoordvolgorde bijzin
In een bijzijn staat der persoonsvorm normaalgesproken aan het einde van de zin:
Ich denke,
dass
sie für so was keine Zeit
hat
.
Wisst ihr,
ob
der FC Köln gewonnen
hat
?
Wir haben Hunger,
weil
wir die Pause überschlagen
haben
.
Slide 9 - Slide
Ausnahme!
denn ->
want
Alleen bij dit voegwoord staat de persoonsvorm direct achter het onderwerp
(Net als in NL)
Ich bleibe zu Hause,
denn
ich
bin
krank.
Slide 10 - Slide
er
zur Schule
obwohl
Corona
geht
Er
hat
Slide 11 - Drag question
er
nicht zur Schule
denn
Corona
geht
Er
hat
Slide 12 - Drag question
Hausaufgaben
Fragen?
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Ostern
Slide 15 - Mind map
9
Slide 16 - Video
00:52
Woher stammt die Erklärung für die Ostereier?
A
aus Deutschland
B
aus Europa
C
aus dem Mittelalter
D
aus einem Märchen
Slide 17 - Quiz
01:08
Eier wurden
A
von Bauern weitergegeben als Pachtzins
B
von Fürsten gegeben an Bauern
Slide 18 - Quiz
01:16
Wann wurden Eier zum 1. Mal schriftlich erwähnt?
A
vor 230 Jahren
B
vor 130 Jahren
C
vor 330 Jahren
D
vor 530 Jahren
Slide 19 - Quiz
01:20
Was symbolisiert der Hase?
Slide 20 - Open question
01:56
Warum werden die Eier an Ostern gegessen?
A
Weil die Hühner dann besonders viele Eier legen.
B
Weil es das Ende der Fastenzeit ist.
C
Weil dann die Fastenzeit beginnt.
D
Weil die Hasen dann Eier legen.
Slide 21 - Quiz
02:13
Was ist ein typischer Brauch in Deutschland?
Slide 22 - Open question
02:31
Was ist die spirituelle dimension?
Was sucht man?
A
Erkenntnis
B
einen anderen Zustand
C
Erleuchtung
D
Auferstehung
Slide 23 - Quiz
02:50
Was ist die Hauptsache?
Slide 24 - Open question
Klasse!
Ihr wisst woher die Ostereier kommen!
Slide 25 - Slide
Hausaufgaben für Dienstag, 6.4.
Lernen: Wörterliste B, 1. Spalte
Machen: 10.1
Slide 26 - Slide
00:17
Welche typischen Ostersymbole werden genannt?
A
Osterhase
B
Osterküken
C
Osterkuchen
D
Ostereier
Slide 27 - Quiz
Inhaaluur lokaal 177
Nouvel
Joren
Manou
Kaylee
Myrthe
Slide 28 - Slide
Jojo
7
Klikt auf den Link.
Guckt den Film.
Beantwortet die Fragen unten dran.
Slide 29 - Slide
https:
Slide 30 - Link
Lösungen 8.3
c) (
erforschen)
, onderzoekt
(
prägen)
, een Stempel gedrukt op
(
lindern
), verzacht
noodgevallen
reageerbuizen
d)
Het vijfde wiel aan de wagen zijn.
Oefening baart kunst
Het wiel opnieuw uitvinden
Hij heeft het buskruit niet uitgevonden
Joost mag het weten
Slide 31 - Slide
https:
Slide 32 - Link
Wörterbuch
Arbeitsbuch F, Seite 21
8.3
timer
7:00
Slide 33 - Slide
More lessons like this
Voegwoorden jaar 1 ECS&IBS
March 2024
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3d 30.3.2021 voegwoorden + werkwoordvolgorde
March 2021
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Voegwoorden
March 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
Goethe 17.9. 7xn-Regel, dass-das, wenn-wann, aber-sondern
September 2023
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Voegwoorden
January 2025
- Lesson with
11 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
Konjunktionen/Adverbien Kapitel 3
January 2024
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Fehleranalyse: Berlin
October 2022
- Lesson with
32 slides
Duits
Secundair onderwijs
Voegwoorden
March 2022
- Lesson with
13 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4