Blok 7 - les 15 en 16 - persoonsvorm en onderwerp

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

1. waar
2. niet waar

Hoe vind je de persoonsvorm?

1. Verdeel de zin in zinsdelen.
2. Vraag: Wie of Wat
3. Verander de zin in een vraag.

Wat is de persoonsvorm?

De tentoonstelling opent volgende week.

Hoe vind je het onderwerp?

1. Verdeel de zin in zinsdelen.
2. Vraag: Wie of Wat + persoonsvorm
3. Verander de zin in een vraag.

Wat is de onderwerp?

De tentoonstelling opent volgende week.

lesdoel

Ik kan de persoonsvorm en het onderwerp vinden.

Persoonsvorm: maak een vraagzin. Het wordt dat vooraan staat is de persoonsvorm.

Onderwerp: stel de vraag

Wie/wat + persoonsvorm

Wat is de persoonsvorm?

De kunstenares onthult morgen het beeld.

Wat is de onderwerp?

De kunstenares onthult morgen het beeld.

Wat is de persoonsvorm?

Mijn schilderij komt niet op de tentoonstelling.

Wat is de onderwerp?

Mijn schilderij komt niet op de tentoonstelling.

Wat is de persoonsvorm?

Het doek scheurde in de auto.

Wat is de onderwerp?

Het doek scheurde in de auto.

Wat is de persoonsvorm?

Ik gooide het in de prullenmand.

Wat is de onderwerp?

Ik gooide het in de prullenmand.

Wat is de persoonsvorm?

Mijn moeder haalde het er weer uit.

Wat is de onderwerp?

Mijn moeder haalde het er weer uit.

Wat is de persoonsvorm?

Ze repareerde het met plakband.

Wat is de onderwerp?

Ze repareerde het met plakband.

Taal

Thema 7 - les 16

Bladzijde 62

Opgave 1 maken we samen.

leerkracht.juniorcloud.nl