de jongen = le garçon mannelijk die/deze jongen = ce garçon
het meisje = la fille vrouwelijk dit/dat meisje = cette fille
de ouders = les parents meervoud deze/die ouders = ces parents
let op: als een woord mannelijk is èn enkelvoud èn met een klinker /h begint dan gebruik je : cet
de man = l'homme die/deze man cet homme
het kind = l'enfant dit /dat kind cet enfant