4TL periode 1 les 4 en 5

Deutsch Unterricht
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

Items in this lesson

Deutsch Unterricht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Was machen wir heute?
Wiederholung & Lernziele
Grammatik
Selbständige Arbeit
Aussprache und Sprechen
Lesen 
Abschluss

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wiederholung
Grammatik → tegenwoordige en verleden tijd                              'sein' en 'haben'
                       → voltooid deelwoord

Lesen → lange tekst
 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kontrolle
Aufgaben 16 t/m 19, 21, 22


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Aufgabe 16

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aufgabe 17
1 liebe
2 reist
3 liegt
4 übernachtest
5 zelten
6 arbeitet
7 antwortet
8 tragt
9 fotografieren
10 sitzt

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aufgabe 18 & 19
Aufgabe 18

1 haben
2 ist
3 ist
4 habt
5 hast
6 sind

Aufgabe 19

1 hatten
2 hattest
3 hatten
4 war
5 Hattet
6 wart

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aufgabe 21 
1 sind, gereist
2 hast, gemacht
3 seid, gesurft
4 ist gesegelt
5 hat, gemacht
6 haben, besucht


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aufgabe 22
1 denkst                                  10 fliegt
2 machen                               11 fahrt
3 waren                                   12 gehe
4 gezeltet                               13 habe
5 sind                                       14 gefrühstückt
6 war                                        15 geduscht
7 war
8 besucht
9 fahrt

11 fahrt
12 gehe
13 habe
14 gefrühstückt
15 geduscht

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lernziele
In deze les:
- herhaal je de grammatica over de e/i-Wechsel  en a-Umlaut en kun je deze toepassen in zinnen. 
- leer je de vormen van het werkwoord 'werden' en kun je deze toepassen in zinnen. 
- oefen je de uitspraak van klinkers. 
- oefen je met het stellen en beantwoorden van vragen.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Grammatik (S. 28)
Bij sterke werkwoorden met een 'e' of 'a' in de stam verandert bij 'du' en 'er/sie/es/man' de klinker in de tegenwoordige tijd.  = e/i-Wechsel

→ lange 'e' wordt 'ie'. 
Ich sehe die Giraffe. Siehst du sie auch?
→ korte 'e' wordt 'i'.
Ich esse gern Pfannkuchen. Was isst du gerne? 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Grammatik (S. 28)
a-Umlaut
Wir laufen fast jeden Abend durch den Park. Läufst du auch abends?



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Üben (S. 28)
Ich (essen) _______________ eine Pizza.
Du (lesen) ___________ einen Roman.
Wir (sehen) ________________ einen Film im Kino. 
Er (fahren) ______________ Skateboard.
Lena (treffen) ______________ Pia im Eiscafé.
Ihr (tragen) ______________ viele Koffer.
Der Mann (sprechen) ____________ Deutsch.
Jonas und Paul (nehmen) ______________ eine Cola.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

werden (S. 28)
ich werde
du wirst
er/sie/es wird
wir werden
ihr werdet
sie/Sie werden 

Sie ist Krankenschwester geworden.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

werden (S. 28)
ich wurde
du wurdest
er/sie/es wurde
wir wurden 
ihr wurdet
sie/Sie wurden 



Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Selbständige Arbeit
Aufgaben 23, 25, 27, 29
15 Minuten

Klaar? Lernliste N-D (S. 48)!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Aussprache 
Je kunt de klinkers u, ü, ä, ö uitspreken.

Aufgabe 31, Seite 32

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Sprechen (15 Min Vorbereitung) 
Je gaat iets vertellen over een (fictieve) vakantie. Vertel over de volgende punten:
1 Naar welk land / welke stad ben je geweest?
2 Met welk vervoermiddel ben je daar naartoe gegaan?
3 Met wie ben je op vakantie geweest?
4 Waar hebben jullie geslapen?
5 Wat was het leukste uitje?
6 Wat is het lekkerste gerecht dat je hebt gegeten?
7 Wat het lekkerste drankje dat je hebt gedronken?
8 Wat vond je van de vakantie?

Slide 19 - Slide

Tips:
Korte zinnen. Liever kort, eenvoudig en goed, dan lang, moeilijk en niet te begrijpen.

Erzähl mal.... 

Slide 20 - Slide

Tips:
Korte zinnen. Liever kort, eenvoudig en goed, dan lang, moeilijk en niet te begrijpen.

Lesen 

Slide 21 - Slide

Tips:
Korte zinnen. Liever kort, eenvoudig en goed, dan lang, moeilijk en niet te begrijpen.

Lernziele
Wat heb je in deze les geleerd/geoefend?
 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Abschluss
Leren:
Lernliste N-D




 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Was finde ich wichtig? 
- Stilte als ik aan het woord ben.
- Heb je een vraag of opmerking? Steek je hand op en wacht tot je de beurt krijgt.
- Spullen op orde = boek Neue Kontakte; schrift; eerder uitgedeelde bladen; gevulde etui; evt. agenda.
 -In de les heb je respect voor elkaar en de docent!
-Kom op tijd en houd je aan de algemene schoolregels.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Selbständige Arbeit
Jullie gaan de eerste 5 minuten stil aan het werk. Ik beantwoord die 5 minuten geen vragen. Probeer het eerst zelf uit te zoeken. Lukt dat niet, dan sla je de opdracht over en ga je verder met de volgende opdracht.
Na 5 minuten mag je fluisterend overleggen met de klasgenoot naast je. Kom je er niet uit, steek je hand op, dan help ik je.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions