This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Du hast 3 min für:
mobiel in je tas
iPad/boeken op tafel
ingelogd in LessonUp
timer
3:00
Slide 2 - Slide
Das Programm
Logo Deutschland!
D Lesen korrigieren
Wiederholung
Grammatik
An die Arbeit!
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Die Lernziele:
Am Ende der Stunde kenn ich die Personal Pronomen.
Am Ende der Stunde kann ich die Verben ''haben'' und ''sein'' und konjugieren.
Slide 5 - Slide
Wiederholung
Slide 6 - Slide
Geef de vertaling van: schlau
A
sluw
B
slim
C
leuk
D
grappig
Slide 7 - Quiz
Geef de vertaling van: mögen
A
waaien
B
misschien
C
houden van
D
kletsen
Slide 8 - Quiz
Geef de vertaling van: vriendelijk
Slide 9 - Open question
Geef de vertaling van: die Zahl
A
het aantal
B
het kwart
C
de familieleden
D
het gezin
Slide 10 - Quiz
Geef de vertaling van: duizend
Slide 11 - Open question
Geef de vertaling van: erzählen
A
vertellen
B
leuk zijn
C
feliciteren
D
kiezen
Slide 12 - Quiz
Haben und Sein
De werkwoorden haben en sein komen het vaakst voor. Deze heb je in bijna iedere zin nodig.
Geen ezelsbruggetje --> Stampen!
Slide 13 - Slide
Uitleg?
Voordat je met de oefeningen aan de slag gaat, kun je de uitleg video's bekijken over de werkwoorden haben en sein.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Opdracht: Haben und sein
Vul de juiste vorm in.
1. (hebben) Wir _______________ eine Katze. 2. (hebben) ______________ ihr Hunger? 3. (zijn) ___________ du die Tochter von Herrn Maier 4. (zijn) Ich _________ heute 14 geworden. 5. (zijn) Meine Adresse _____________ Hausmannsallee 112. 7. (hebben) Die Kinder ___________ nicht gefrühstückt (= ontbeten). 8. (hebben) ___________ du meine Handynummer (= telefoonnummer)?
Slide 17 - Slide
An die Arbeit!
Was?
Kapitel 2: E Grammatik (S. 42): Aufgaben: 18,19,20,22,23,27
Wie?
individuell, digital
Wie lange?
25 Minuten
Hilfe?
Wenn du Hilfe brauchst, benutze die Lernliste auf Seite 60/61