H7 les 2 - decimale getallen

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

H7 Decimale getallen.

les 2

Planning van de les

Verwachtingen & Studiehouding (10 min)

Lesdoel bespreken (2 min)

Instructie H7.2 (13 min)

Zelfstandige verwerking (15 min)

Afsluiting (5 min)

Verwachtingen  & Studiehouding

- Je maakt je huiswerk. 

- Je hebt je spullen in orde.

(Opgeladen laptop, werkboek, schrift en pen of potlood)

Vanaf komende week is het bij huiswerk niet af of spullen niet in orde een uur nakomen. 

Je moet dan in de grabbelpot grabbelen en dat wordt de straf bij het nakomlesuur

Lesdoel

Aan het einde van deze les kun je:

1. Ik kan kommagetallen op één decimaal afronden.
   
2. Ik kan een schatting maken met kommagetallen. 
3. Ik kan rekenen met kommagetallen.

Decimale getallen zijn kommagetallen.

Ieder getal achter de komma is

Bijvoorbeeld:   

Wat zijn decimale getallen?

1 decimaal

1,2 = heeft 1 decimaal

3,26= heeft 2 decimalen

Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?

5,001

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?

255

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

< kleiner dan

> groter dan

= is gelijk aan

.......ongeveer

Even herhalen

Puntje wijst altijd naar het

kleinste getal

Welk symbool hoort op de stippellijn?

1,7 ...... 7

1. >
2. <
3. =
4. ≈

Welk symbool hoort op de stippellijn?

25,2 ...... vijfentwintig komma vijf

1. >
2. <
3. =
4. ≈

0,1,2,3,4   afronden naar beneden

5,6,7,8,9 afronden naar boven

Even herhalen: afronden

Rond af op een heel getal.

7,23

Rond af op 1 decimaal.

7,754

Rond af op een heel getal.

25,71

Rond af op 1 decimaal.

20, 04

Reken uit.

1,4 + 5,3 =

Reken uit.

23,01 + 5,1 =

Reken uit.

7,5 - 2,3

Reken uit.

12,75 - 5,3 =

Aan de slag!

Hoe?	Zelfstandig Ik loop rond voor vragen
Blz.	Vanaf blz. 133
Opdr.	13 t/m 21 Dit moet in de les af.
Klaar?	- Mag je iets voor jezelf doen. Zolang je niemand anders stoort. (Bijv. Op je laptop)

Afsluitende vraag

7,2 + 9,4 = 

125,02 - 16,2 =

Einde les

Hieronder volgen checkmomenten / extra opdrachten om te oefenen. 

Welk symbool hoort op de stippellijn?

5,32 ...... 5,321

1. >
2. <
3. =
4. ≈

Welk symbool hoort op de stippellijn?

negenendertig ...... 39

1. >
2. <
3. =
4. ≈

Welk symbool hoort op de stippellijn?

54,01 ...... 54,11

1. >
2. <
3. =
4. ≈

Welk symbool hoort op de stippellijn?

6,92 ...... 9,62

1. >
2. <
3. =
4. ≈

Welk symbool hoort op de stippellijn?

5,211 ...... 2,15

1. >
2. <
3. =
4. ≈

Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?

8,1

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?

25,019

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?

214,03

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?

9

1. 0
2. 1
3. 2
4. 3

Rond af op een heel getal.

7,22

Rond af op een heel getal.

92,61

Rond af op 1 decimaal.

90,27

Rond af op 1 decimaal.

12,9008

Reken uit.

2,7 + 9,4 =

Reken uit.

0,2 + 5,67 =

Reken uit.

6,75 - 1,22 =

Reken uit.

34,66 - 17,3 =

Reken uit.

50 + 12,7 =

Reken uit.

210,7 - 81,2 =

Reken uit.

129,4 + 33,5 =

Reken uit.

25,02 - 6,2 =