Argumenteren 4 havo

Ga naar lessonup.app en voer de code in!
Gebruik je eigen naam!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ga naar lessonup.app en voer de code in!
Gebruik je eigen naam!

Slide 1 - Slide

Argumenteren (cursus 6)
Argumentatiestructuren

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Lesdoel 1: ik kan onderscheid maken tussen een enkelvoudige en (nevenschikkende of onderschikkende) meervoudige argumentatie. 

Lesdoel 2: ik kan onderscheid maken tussen afhankelijke en onafhankelijke argumenten. 

Lesdoel 3: Ik kan onderscheid maken tussen standpunt en argument. 

Slide 3 - Slide

Planning
Huiswerk nakijken
Herhalen stof (paragraaf 1 en 2)

Slide 4 - Slide

Opdracht 7 (tekst4, blz.202)
Noteer de argumentatie uit alinea 3 in een blokjesschema

Slide 5 - Open question

Antwoord opdracht 7 (blz.201)
S: Dataverslaving moet (dus) in het onderwijs, als op vele andere gebieden, zeer kritisch beschouwd en drastisch ingetoomd worden

A1: Steeds meer onderwijsgevenden raken overbelast.


A2: De betrouwbaarheid en het nut van de verkregen data is niet groot.

A3: Onderwijsgevenden kunnen en willen die gegevens niet meer naar behoren invullen

Slide 6 - Slide

Hoe noemen we de argumentatiestructuur bij opdracht zeven.
A
nevenschikkende argumentatie met afhankelijke argumenten
B
nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten
C
onderschikkende argumentatie
D
onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 7 - Quiz

Opdracht 8
Bedenk een argument bij opdracht 8.1 (enkelvoudige argumentatie)

Slide 8 - Open question

Opdracht 8
Bedenk de argumenten bij opdracht 8.2
(onderschikkende argumentatie)

Slide 9 - Open question

Opdracht 8
Bedenk de argumenten bij 8.3.
(nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten)

Slide 10 - Open question

Opdracht 8
Bedenk de argumenten bij 8.4 (onder- en nevenschikkende argumentatie)

Slide 11 - Open question

Opdracht 9
1 en 2
Maak deze opdrachten en stuur een foto van je antwoord.

Slide 12 - Open question

Opdracht 9 (1)

Slide 13 - Slide

Opdracht 9 (2)

Slide 14 - Slide

Opdracht 9 (4, 5, en 6)
5. a) enkelvoudig argumentatie
6. Ik vind

Slide 15 - Slide

Opdracht 9 (7 en 8)
8. nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke argumenten (c)

Slide 16 - Slide

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 17 - Quiz

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Argument
B
Standpunt

Slide 18 - Quiz

Stelling: 
Je kunt beter met het openbaar vervoer naar Rotterdam gaan
Waarderend argument
Feitelijk 
argument

Het is veel gezelliger om met het openbaar vervoer naar Rotterdam te komen
Dan maken er meer mensen gebruik van het openbaar vervoer

Slide 19 - Drag question

Stelling: 
Maastricht is een prima stad om een 
excursie voor CKV te organiseren. 
Waarderend argument
Feitelijk argument
In Maastricht kan je verschillende musea en galeries bezoeken
Maastricht heeft een gezellige binnenstad

Slide 20 - Drag question

Wat is het verschil tussen een tegenargument en een weerlegging?

Slide 21 - Open question

Het Vechtdal Collge is een goede school. Het zit in een mooi gebouw en de leerlingen kunnen zich ontwikkelen.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 22 - Quiz

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 23 - Quiz

Het Vechtdal College is voor leerlingen van alle leeftijden een goede school. In de bovenbouw hangt een goede sfeer en in de onderbouw voelt iedereen zich veilig.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende onafhankelijke argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
nevenschikkende afhankelijke argumentatie

Slide 24 - Quiz

Denk je dat je nu alle behandelde onderdelen van argumenteren begrijpt?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll