Schrijfvaardigheid

2e toetsweek
  • Schrijvaardigheid: una carta formal
  • Kijkluistervaardigheid: Woots 25 januari 2024
  • jullie kunnen nu oefenen in Woots. Ga naar www.woots.nl en naar inloggen



1 / 13
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2e toetsweek
  • Schrijvaardigheid: una carta formal
  • Kijkluistervaardigheid: Woots 25 januari 2024
  • jullie kunnen nu oefenen in Woots. Ga naar www.woots.nl en naar inloggen



Slide 1 - Slide

Brief
Eigen adres 
Holanda
x
Adres geadresseerde
España
x
 Plaats, datum
   Uithoorn, 11 de enero de 2024 (geen hoofdletter!)
                                                                                                                                                                    x
onderwerp
Asunto: 
x
aanhef:
Estimado señor García: (dubbele punt!)                                                                                  Bekend persoon
Distinguidos Señores: (let bij afsluiting op ‘Les agradezco de antemano..’)                    Onbekend persoon
x
afsluiting:
Atentamente,
Saludos cordiales,
Un cordial saludo,


Slide 2 - Slide

Briefopbouw
Je brief bestaat uit minimaal  3 alineas:

Alinea 1: introductie
- Schrijf wie je bent + vertel waarom je schrijft 
vb. Als eerste zou ik mezelf graag voor willen stellen. Ik heet ......... Ik schrijf u omdat ik graag wil solliciteren op de functie..... zoals gelezen in de El país van 10 december 2023.

Alinea 2: body
- Alles wat je wilt zeggen/vragen/ mededelen in het middenstuk schrijven. Orden dit wel op een logische manier (voor een mooie volgorde/zinsopbouw kun je punten verdienen). Je kan er voor kiezen als het een lang middenstuk is, om hier nog een extra alinea toe te voegen. 

Alinea 3: afsluiting
- Schrijf hier wat je verwacht van de lezer (wil je dat hij/zij een antwoord stuurt/ jou opbelt/ een mail stuurt/ antwoord geeft op... etc.)

Slide 3 - Slide

Meer opties

afsluiting:
Atentamente (atte.),                    Hoogachtend
Cordialmente,                                Met vriendelijke groet
Le(s) saluda atentamente,         Hoogachtend (groet ik u)
A la espera/En espera de sus noticias le(s) saluda atentamente,
A la espera/En espera de su pronta respuesta, le(s) saluda atentamente/cordialmente,
In afwachting van uw bericht verblijf ik, hoogachtend ,

Quedamos a su entera disposición y le(s) saludamos atentamente,
We staan (geheel) tot uw beschikking en groeten u


Vergeet je handtekening + je naam en achternaam niet

Slide 4 - Slide

El orden las palabras=zinsvolgorde 1
Basis: Onderwerp + werkwoord + rest van de zin 
DUS bv. (T)(onderwerp)+(no)+persoonsvorm+(LV)+(MV)+P<>T
P=plaats
T= tijd
Door het feit dat de Spaanse taal heel flexibel is, kan een zin op verschillende manieren geconstrueerd worden.
Let op!
  • Het onderwerp wordt vaak weggelaten. Persoonlijke voornaamwoorden als onderwerp van de persoonsvorm van het werkwoord worden niet gebruikt in het Spaans, tenzij deze de nadruk krijgen: ¿Vienes a la fiesta? Yo no voy, pero mi hermana sí.
  • Het persoonlijk voornaamwoord usted(es) wordt dikwijls wel gebruikt, ook als het geen nadruk heeft. 
  • Werkwoorden blijven altijd bij elkaar

Slide 5 - Slide

El orden de las palabras=zinsvolgorde 2
  • No voor de persoonsvorm. De ontkenning no staat als regel vóór de persoonsvorm, eventueel hiervan gescheiden door onbeklemtoonde persoonlijke voornaamwoorden. No te lo digo ahora.
  • Ontkennende woorden als nunca, nadie, nada, ninguno, apenas, jamás, ni en tampoco kunnen vóór de persoonsvorm worden geplaatst. Als ze achter de persoonsvorm staan, is dat in combinatie met no vóór de persoonsvorm/verdubbeling.                                                                     Nunca llega a tiempo. = No llega nunca a tiempo.

Slide 6 - Slide

Subjuntivo
* Andere uitdrukkingen om gevoelens of overtuigingen te uiten zijn bijvoorbeeld: espero que; quiero que; quizás, etc.
* Deze uitdrukkingen worden gevolgd door de subjuntivo.
* in Paso adelante 4, boek 2, Unidad 3 staat de uitleg El subjuntivo forma y uso''
* Neem deze door.

Slide 7 - Slide

Concordancia de género y número (concordantie)
~ In het Spaans past het bijvoeglijk naamwoord (guapo, nuevo, azul)/ bezittelijk voornaamwoord (mi, su, nuestro) en het lidwoord (un, una, el, la) zich aan het geslacht (m/v) en getal (enkelvoud/meervoud) van het zelfstandig naamwoord.
           *Tengo dos faldas nuevas.
           *Nuestros compañeros son simpáticos.
           *Tengo una semana ocupada.

Slide 8 - Slide

Carta formal (vaste formules)
~Er zijn veel ww met een vaste voorzetsel: 
Het werkwoord IR gevolgd door ‘a’ (naar).
               *Vamos a la fiesta.   *Voy al colegio. (a + el = al)
Vervoersmiddelen gaan met ‘en’. Behalve ‘te voet gaan’.
               *Voy en tren Vamos en avión a Barcelona.
               *¿Vas en bicicleta? Voy al colegio a pie.

~Let op 'letterlijke vertalingen'
  • Leeftijd gaat met ‘hebben’= TENER.    *Ik ben 17 jaar. Tengo 17 años.
  • ser/estar/hay
  • verschil por/para
~ Alle woorden in de zin -o/a
    ev/mv   moet kloppen!

Slide 9 - Slide

Carta formal (vaste formules)
~Kloktijden en dagdelen
    *Om 3 uur heb ik aardrijkskunde: A las 3 tengo geografía.
    *Om 3 uur ‘s middags heb ik aardrijkskunde A las 3 de la tarde tengo geografía.
    *’s Middags heb ik aardrijkskunde. Por la tarde tengo geografía.
~Tijden
   *Ik ben beschikbaar van ..... tot..... : Estoy disponible desde el 13 de julio hasta el 13 de septiembre.
   *Ik ben beschikbaar van ..... tot..... : Estoy disponible del 13 de julio al 13 de septiembre.
   *de 10e el día diez. *in mei En mayo
~Poder = kunnen (komt het je uit)
   *¿Puede usted esta tarde a las cuatro? / *Podría darme información sobre……

~Saber = weten of kunnen (een vaardigheid)
   *¿Sabes hablar inglés? ¿Sabes nadar?/Sé hablar español con fluidez. (Yo sé)

Slide 10 - Slide

Hoe zeg ik...?
1. Ik wil een klacht indienen over …
Quiero presentar una reclamación / una queja sobre…

2. Ik wil graag solliciteren naar de functie van …  
Querría solicitar al puesto de ....

3. Ik beschik over een goede kennis van het Engels en het Spaans. 
Dispongo de un buen conocimiento del inglés y el español.

4. Ik wil mijn Spaans verbeteren.    
Quiero mejorar mi español.

5. Ik ben niet tevreden over…     
No estoy satisfecho/-a sobre…

Slide 11 - Slide

Hoe zeg ik...?

 6. Wat zijn de kosten van de cursus en waar verblijf ik tijdens deze 2 weken? 
¿Cuánto cuesta el curso y dónde seré alojado durante estas dos semanas? 

7. Ik kan goed met jonge mensen opschieten.  
Me llevo bien con la gente joven. 

8. Heeft men veel ervaring nodig voor deze functie? 
¿Se necesita mucha experiencia para este empleo?

9. De kamer voldeed niet aan mijn verwachtingen. 
La habitación no cumplió/cumplía/ha cumplido con mis expectativas.


Slide 12 - Slide

Hoe zeg ik...?

10. Ik ben bereid om u nadere informatie te geven 
Estoy dispuesto/-a a darle(s) más información.

11. HAVO = enseñanza secundaria preuniversitaria

12. In El País van 12 december heb ik een advertentie gelezen waarin...
En El País del 12 de diciembre leí/he leído un anuncio en el cual...

13. Uiteraard ben ik bereid om nadere informatie te verschaffen.
Obviamente estoy dispuesto/a a otorgarle información adicional.

14. Ik voeg mijn Curriculum Vitae bij deze brief. 
A esta carta añado mi curriculum vitae. 

Slide 13 - Slide