Formules met letters
Voor we starten
Boek, schrift en etui op tafel
1 / 28
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1
This lesson contains 28 slides, with text slides.
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Voor we starten
Boek, schrift en etui op tafel
Slide 1 - Slide
Voor we starten
Toetsen:
1. Eerst kijken hoe je een onderdeel kunt afronden
2. Kom naar KWT om een oefenvraag te maken en met mij een
datum af te spreken
3. Schrijf daarna de toets in de toetsmap
Slide 2 - Slide
Voor we starten
Beverwedstrijd
Straks certificaten
Slide 3 - Slide
Voor we starten
AIVD Junior Kerstpuzzel
Vanmiddag KWT
Slide 4 - Slide
Voor we starten
Vragen?
Slide 5 - Slide
Wat gaan we doen?
Vandaag: Formules met letters
Slide 6 - Slide
Mijn favoriete misser
Ik wil kerstkaarten versturen.
Voor €12,50 heb ik veel kaarten kunnen kopen.
Op elke kaart die ik verstuur moet een postzegel van €0,91.
Maak een woordformule en begin met:
Bedrag =
Slide 7 - Slide
Formules met letters
Mavo: §8.5
Havo: §3.4
Vwo: §3.5
Slide 8 - Slide
Grafieken tekenen met regelmaat
Mavo: §8.2
Deborah is fietskoerier
Ze verdient €6,- per uur en
krijgt elke dag €4,- uit de fooienpot.
Slide 9 - Slide
Grafieken tekenen met regelmaat
Mavo: §8.2
Deborah is fietskoerier
Ze verdient €6,- per uur en
krijgt elke dag €4,- uit de fooienpot.
Inkomsten = 4 + 6 • aantal uren
Slide 10 - Slide
Grafieken tekenen met regelmaat
Mavo: §8.2
Deborah is fietskoerier
Ze verdient €6,- per uur en
krijgt elke dag €4,- uit de fooienpot.
Inkomsten = 4 + 6 • aantal uren
Inkomsten = 4 + 6 • u
Slide 11 - Slide
Grafieken tekenen met regelmaat
Mavo: §8.2
Slide 12 - Slide
Grafieken tekenen met regelmaat
Mavo: §8.2
Huurprijs = 10 + 5 • aantal uren
Slide 13 - Slide
Grafieken tekenen met regelmaat
Mavo: §8.2
Huurprijs = 10 + 5 • aantal uren
Huurprijs = 10 + 5 • u
Slide 14 - Slide
Grafieken tekenen met regelmaat
Mavo: §8.2
Huurprijs = 10 + 5 • aantal uren
Huurprijs = 10 + 5 • u
Huurprijs = 10 + 5u
Slide 15 - Slide
Formule met letters
Ik ga een bus huren om jullie te vervoeren naar een pretpark.
Voor de bus betaal ik een vast bedrag van €200,-.
De chauffeur betaal ik €30,- per uur.
Slide 16 - Slide
Formule met letters
Ik ga een bus huren om jullie te vervoeren naar een pretpark.
Voor de bus betaal ik een vast bedrag van €200,-.
De chauffeur betaal ik €30,- per uur.
Huurbedrag = 200 + 30 • aantal uur
Slide 17 - Slide
Formule met letters
Ik ga een bus huren om jullie te vervoeren naar een pretpark.
Voor de bus betaal ik een vast bedrag van €200,-.
De chauffeur betaal ik €30,- per uur.
Huurbedrag = 200 + 30 • aantal uur
Huurbedrag = 200 + 30u
Slide 18 - Slide
Formule met letters
Ik ga een bus huren om jullie te vervoeren naar een pretpark.
Voor de bus betaal ik een vast bedrag van €200,-.
De chauffeur betaal ik €30,- per uur.
Huurbedrag = 200 + 30u
Ik huur de bus 10 uur lang. Hoeveel kost dat?
Slide 19 - Slide
Formule met letters
Ik laat het zwembad in de tuin leeglopen.
Er zit 6000 liter water in mijn zwembad.
Er loopt per minuut 24 liter uit.
Slide 20 - Slide
Formule met letters
Ik laat het zwembad in de tuin leeglopen.
Er zit 6000 liter water in mijn zwembad.
Er loopt per minuut 24 liter uit.
Hoeveelheid water = 6000 - 24 • aantal minuten
Slide 21 - Slide
Formule met letters
Ik laat het zwembad in de tuin leeglopen.
Er zit 6000 liter water in mijn zwembad.
Er loopt per minuut 24 liter uit.
Hoeveelheid water = 6000 - 24 • aantal minuten
Hoeveelheid water = 6000 - 24m
Slide 22 - Slide
Formule met letters
Ik laat het zwembad in de tuin leeglopen.
Er zit 6000 liter water in mijn zwembad.
Er loopt per minuut 24 liter uit.
Hoeveelheid water = 6000 - 24m
Hoeveel water zit er na 90 minuten nog in mijn zwembad?
Slide 23 - Slide
Formule met letters
Ik wil kerstkaarten versturen.
Voor €12,50 heb ik veel kaarten kunnen kopen.
Op elke kaart die ik verstuur moet een postzegel van €0,91.
Slide 24 - Slide
Formule met letters
Ik wil kerstkaarten versturen.
Voor €12,50 heb ik veel kaarten kunnen kopen.
Op elke kaart die ik verstuur moet een postzegel van €0,91.
Bedrag = 12,50 + 0,91 • aantal kaarten
Slide 25 - Slide
Formule met letters
Ik wil kerstkaarten versturen.
Voor €12,50 heb ik veel kaarten kunnen kopen.
Op elke kaart die ik verstuur moet een postzegel van €0,91.
Bedrag = 12,50 + 0,91 • aantal kaarten
Bedrag = 12,50 + 0,91k
Slide 26 - Slide
Formule met letters
Ik wil kerstkaarten versturen.
Voor €12,50 heb ik veel kaarten kunnen kopen.
Op elke kaart die ik verstuur moet een postzegel van €0,91.
Bedrag = 12,50 + 0,91k
Wat kost het als ik 38 kaarten verstuur?
Slide 27 - Slide
Certificaten Beverwedstrijd
