KWC V3 Spreekvaardigheid 4 Cabaret (4-6-2024)

Welkom         V3A!
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom         V3A!

Slide 1 - Slide

Programma

  1. 10 minuten lezen
  2. Wat is cabaret?
  3. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

10 
minuten 
lezen 

Slide 3 - Slide

Cabaret is een populaire vorm van amusement, die meestal bestaat uit de combinatie van verhalen vertellen, grappen maken, theater, dans, zang en/of poëzie. 

- Bij cabaret gaat het altijd om verhalen met veel humor. 
- Er zit meestal wel een serieuze ondertoon, rode draad of maatschappijkritische boodschap in. 
- Een man die cabaret maakt noem je een cabaretier, een vrouw een cabaretière.
Wat is cabaret?

Slide 4 - Slide

Er zijn verschillende soorten cabaret. Deze worden ook vaak door cabaretiers gecombineerd in voorstellingen.
  • Geëngageerd cabaret: de cabaretier(e) geeft kritisch commentaar op bijvoorbeeld de politiek, taboes en veranderingen in de samenleving.
  • Stand-up comedy: de cabaretier maakt snelle grappen en improviseert op de reacties vanuit het publiek.
  • Nonsenscabaret: de cabaretier vertelt onzin en zet de wereld op zijn kop.
  • Muzikaal cabaret: de cabaretier maakt voornamelijk muzikale grappen en bespeelt één of meerderen instrumenten en zingt liedjes.
  • Fysiek cabaret: de cabaretier maakt acrobatische grappen en gebruikt allerlei voorwerpen en instrumenten.
  • Visueel cabaret: de grap van het cabaret zit hem in wat je ziet.
  • Tekstueel cabaret: de grap is leuk als je hem leest.
De verschillende genres

Slide 5 - Slide

Geëngageerd cabaret

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Nonsenscabaret

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Muzikaal cabaret

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Visueel cabaret

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Voor het maken van cabaret moet je aan het volgende denken:
  • Onderwerp
  • Thematiek
  • Vorm
  • Rollen (personages)
  • Deelnemers
  • Ordening
  • Humor
  • Performance
  • Interactie

Slide 14 - Slide

Fragment I

Toon Hermans 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Vraagt Toon Hermans hiermee aandacht, gevoel voor humor, een bepaalde vorm van intelligentie?
Hoe heb jij dit ervaren?

Slide 17 - Open question

Fragment II

Herman Finkers

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Zie je een overeenkomst of een verschil (inhoud/vorm) met Toon Hermans?
Beschrijf dit in je eigen bewoordingen.

Slide 20 - Open question

Fragment III

Kees Torn

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Hoe zou je de stijl omschrijven van Kees Torn?

Slide 23 - Open question

Fragment IV

Ronald Goedemondt

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Wat doet Ronald beduidend anders dan Toon Hermans?

Slide 27 - Open question

Willen jullie het lokaal in de volgende opstelling zetten?

Zeshoek is een stoel, rechthoek is een tafel

Slide 28 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 10 juni
  • SO werkwoordspelling
  • leesboek periode D is uit
  • meenemen leesboek en laptop!

Slide 29 - Slide