16 =MC --> lees de vraag. Zoek antw in alinea (markeer in tekst) en vergelijk met de antw opties.
17 = beweringsvraag. --> lees alinea door. Lees dan beweringen. Waar? Check of het echt in tekst staat en markeer.
18 = gatenvragen. hier moet je de vraag matchen met alinea. Bedenk dus wat de hoofdgedachte & functie is van de alinea
19 = open vraag. Denk aan je formulering!