6.4 geluid 2k herhaling en afsluiting les 9

Geluid
Hoofdstuk 6, kl2
Herhaling en afsluiting
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Geluid
Hoofdstuk 6, kl2
Herhaling en afsluiting

Slide 1 - Slide

Vandaag
Zijn er vragen over testjezelf 6.4
Zijn er vragen over afsluiting h.6
Vragen over de leerstof
Quiz, als herhaling

Sanam: afsluiting online h.7, daarna rode kruizen wegwerken


Slide 2 - Slide

Welke twee uitspraken over geluid zijn waar, kies er 1?
A
In het slakkenhuis zitten vooraan de trilhaartje voor de lage tonen.
B
Geluid kan zich alleen door lucht verplaatsen
C
Het trommelvlies geeft geluidstrillingen door
D
Voor geluid zijn altijd trillingen nodig

Slide 3 - Quiz

Een stemvork heeft een frequentie van 400 Hz. De stemvork trilt dan:
A
400 keer per seconde
B
400 keer per minuut
C
400 keer per uur
D
400 keer per dag

Slide 4 - Quiz

Aan geluidsgolven is te zien wat de geluidssterkte is van een geluid. Welke toon is het hoogste?
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

Aan geluidsgolven is te zien wat de geluidssterkte is van een geluid. Welke toon is het hardste?
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Een gitaarsnaar voert in 2 minuten 40000 trillingen uit. Wat is de frequentie van deze trillingen? Schrijf de hele berekening op.

Slide 7 - Open question

Je hebt oordopjes van uitstekende kwaliteit in je oren. Je slaat een stemvork aan. Je hoort de toon van de stemvork niet. Als je het handvat van de stemvork op je hoofd zet, hoor je de toon heel duidelijk. Hoe kan dit? Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Open question

Er wordt een nieuwe snelweg aangelegd. Deze komt vlak langs een woonwijk. De bewoners zijn bang voor geluidsoverlast. De overheid belooft echter dat er alles aan wordt gedaan om de geluidsoverlast te verminderen. Noem een voorbeeld van een maatregel.

Slide 9 - Open question

In het dolfinarium roepen trainers de dolfijnen soms met behulp van een fluitje. Door welke tussenstoffen verplaatst het geluid zich als de dolfijn in het bad ligt?

Slide 10 - Open question

Leg uit waarom een dolfijn het geluid van het fluitje wel kan horen en de trainer niet.

Slide 11 - Open question

Geluid bestaat uit...
A
trillingen
B
elektronen
C
botsingen

Slide 12 - Quiz

Geluid komt uit .....
A
een waterbron
B
een lichtbron
C
een warmtebron
D
een geluidsbron

Slide 13 - Quiz

Waar kan geluid zich niet doorheen bewegen?
A
Lucht
B
Water
C
Beton
D
Vacuüm

Slide 14 - Quiz

Hoe heet het velletje in je oor dat gaat trillen als je geluid hoort?
A
Gehoorgang
B
Slakkenhuis
C
Oorschelp
D
Trommelvlies

Slide 15 - Quiz

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 16 - Quiz

De eenheid van frequentie is?
A
Hertz
B
Seconde
C
Decibel
D
Meter per seconde

Slide 17 - Quiz

Hoe groter de frequentie, hoe ...... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter

Slide 18 - Quiz

Een toon met een hoge frequentie herken je op een oscilloscoop door...
A
Hoge golven
B
Lage golven
C
Veel golven
D
Weinig golven

Slide 19 - Quiz

Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?
A
10Hz - 10.000Hz
B
0Hz - 100.000Hz
C
2Hz - 2.000Hz
D
20Hz - 20.000Hz

Slide 20 - Quiz

Een oscilloscoop laat 0,01 sec. zien. Hierin zijn 4 trillingen zichtbaar. Wat is de frequentie?
A
40 Hz
B
4000 Hz
C
4 Hz
D
400 Hz

Slide 21 - Quiz

Amplitude van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 22 - Quiz

Welke golf hoort bij het minst harde geluid?
A
Figuur A
B
Figuur B
C
Figuur C

Slide 23 - Quiz

In welke eenheid wordt het volume van geluid gemeten?
A
liter
B
decibel
C
hertz
D
kubieke meter

Slide 24 - Quiz

Hoe kleiner de amplitude, hoe ..... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter

Slide 25 - Quiz

De gehoordrempel is hetzelfde als de pijngrens.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quiz

Met welk apparaat kun je geluid in beeld brengen?

Slide 27 - Open question

Waarmee meet je de geluidssterkte?

Slide 28 - Open question

Wat is hier geen geluidsbron?
A
Radio
B
Iemand die praat
C
Echo in een tunneltje
D
De bel

Slide 29 - Quiz

Wat is hier geen geluidsbron?
A
Microfoon
B
Gitaar
C
Luidspreker
D
De bel

Slide 30 - Quiz

Een gitarist kan snaren strakker en losser draaien. Wat moet hij doen als de snaar te laag klinkt?
A
Losser draaien
B
Strakker draaien

Slide 31 - Quiz

Met een basgitaar kun je lagere tonen spelen dan een gewone gitaar. Hoe komt dat?
A
dikkere snaren
B
langere snaren
C
dikkere en langere snaren
D
door de elektrische versterking

Slide 32 - Quiz

Wat is het frequentie bereik van een roodborstje?

Slide 33 - Open question

Welke geluidsgolf geeft het grootste volume (is het hardst hoorbaar)?
A
blauw
B
geel

Slide 34 - Quiz

Welke geluidsgolf heeft de laagste toon?
A
blauw
B
geel

Slide 35 - Quiz

Een geluidswal plaatsen is een voorbeeld van geluidshinder tegengaan...
A
Bij de bron
B
Tussen de bron en ontvanger
C
Bij de ontvanger

Slide 36 - Quiz

Geluidsarm asfalt is een voorbeeld van geluidshinder bestrijden...
A
Bij de bron
B
Tussen de bron en de ontvanger
C
Bij de ontvanger

Slide 37 - Quiz

waarom kun je in de ruimte niet een komeet horen aankomen??

Slide 38 - Open question

Huiswerk
KL: leren voor de toetsweek. Proefwerk h.6


Sanam: Leren voor de toetsweek. Proefwerk h.7


Slide 39 - Slide