Les: Zuivere stoffen en mengsels

H2 Stoffen
  • Quiz: 2.1 Stoffen in huis
  • Inleiding 2.2 Zuivere stof of mengsel
  • Practicum: Stoffen van elkaar onderscheiden
  • Nakijken huiswerk 2.1 Stoffen in huis in UITWERKINGBOEK.
  • GPL invullen: H2 Stoffen, leerdoel 1 en 2.
1 / 44
next
Slide 1: Slide
ExactMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

H2 Stoffen
  • Quiz: 2.1 Stoffen in huis
  • Inleiding 2.2 Zuivere stof of mengsel
  • Practicum: Stoffen van elkaar onderscheiden
  • Nakijken huiswerk 2.1 Stoffen in huis in UITWERKINGBOEK.
  • GPL invullen: H2 Stoffen, leerdoel 1 en 2.

Slide 1 - Slide

Een stofeigenschap is een eigenschap
A
waaraan je stoffen kunt herkennen
B
waar je stoffen van elkaar kunt onderscheiden
C
Beide antwoorden zijn goed
D
Beide antwoorden zijn fout

Slide 2 - Quiz

Welk van de genoemde woorden is geen stofeigenschap?
A
Geur
B
Kleur
C
Smaak
D
Neus

Slide 3 - Quiz

Geef een andere naam voor een gevarensymbool.
A
Pictogram
B
Kilogram
C
Instagram
D
Fotogram

Slide 4 - Quiz

Bij welke eigenschap moet je onderzoek doen?
A
Smaak
B
Oplosbaarheid
C
Geur
D
Kleur

Slide 5 - Quiz

Welke stof is geen schoonmaakmiddel?
A
Chloorbleekmiddel
B
Campinggas
C
Ammonia
D
Azijn

Slide 6 - Quiz

Wat betekend het gevarensymbool hiernaast?
A
Licht ontvlambaar
B
Giftig
C
Irriterend
D
Corrosief

Slide 7 - Quiz

Bij welke stofeigenschap maak je niet direct gebruik van je zintuigen?
A
Smaak
B
Geur
C
Kleur
D
Oplosbaarheid

Slide 8 - Quiz

Wat is geen veiligheidsmaatregel voor iemand die met corrosieve gootsteenontstopper werkt?
A
Handschoenen aandoen
B
Veiligheidsbril dragen
C
Beschermde kleding
D
Haarnetje op

Slide 9 - Quiz

Welk begrip hoort niet bij de fase van een stof?
A
Vast
B
poeder
C
Gas
D
Vloeibaar

Slide 10 - Quiz

Welk woord is geen zintuig?
A
Geur
B
Mond
C
Oren
D
Ogen

Slide 11 - Quiz

Welk item staat normaal gesproken niet op het etiket van gevaarlijke stoffen?
A
Om welke stof het gaat
B
Wat de concentratie is
C
Een waarschuwing in woorden
D
Hoe je aan de stof moet ruiken

Slide 12 - Quiz

Wat betekend het gevarensymbool hiernaast?
A
Milieugevaarlijk
B
Giftig
C
Corrosief
D
Explosief

Slide 13 - Quiz

Wat is geen veiligheidsmaatregel voor iemand die vetvlekken uit een broek haalt met wasbenzine?
A
Handschoenen aan
B
Werken in ruimte die goed is geventileerd
C
Buiten gaan werken
D
Vuur in de buurt uitdoen

Slide 14 - Quiz

In welk rijtje staat een eigenschap die er niet bij hoort?
A
Fase, brandbaarheid, kookpunt
B
Kleur, smaak, fase
C
Geur, kleur, smaak
D
Oplosbaarheid, dichtheid, smeltpunt

Slide 15 - Quiz

Wat betekend het gevarensymbool hiernaast?
A
Giftig
B
Schadelijk
C
Oxiderend
D
Explosief

Slide 16 - Quiz

Zuivere stoffen en mengsels

Slide 17 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Veel stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes. Deze deeltjes worden moleculen genoemd. 

Slide 18 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Veel stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes. Deze deeltjes worden moleculen genoemd. 
  • Zuivere stoffen bestaan uit een soort molecuul. 
  • Alle moleculen in een zuivere stof zien er hetzelfde uit.

Slide 19 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Veel stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes. Deze deeltjes worden moleculen genoemd. 
  • Zuivere stoffen bestaan uit een soort molecuul. 
  • Alle moleculen in een zuivere stof zien er hetzelfde uit.
  • Kristalsuiker is een voorbeeld van een zuivere stof.

Slide 20 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Als meerdere zuivere stoffen worden samengevoegd ontstaat er een mengsel.

Slide 21 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Als meerdere zuivere stoffen worden samengevoegd ontstaat er een mengsel.
  • Mengsels bestaan uit meerdere soorten moleculen. 
  • De moleculen in een mengsel zien er verschillend uit.

Slide 22 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Als meerdere zuivere stoffen worden samengevoegd ontstaat er een mengsel.
  • Mengsels bestaan uit meerdere soorten moleculen. 
  • De moleculen in een mengsel zien er verschillend uit.
  • Frisdranken zijn voorbeelden van mengsels.

Slide 23 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering:

Slide 24 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing

Slide 25 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
  2. emulsie:

Slide 26 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
  2. emulsie: boter

Slide 27 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
  2. emulsie: boter
  3. oplossing:

Slide 28 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
  2. emulsie: boter
  3. oplossing: thee

Slide 29 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
  2. emulsie: boter
  3. oplossing: thee
  4. suspensie:

Slide 30 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Mengsels kun je indelen in verschillende groepen:
  1. legering: messing
  2. emulsie: boter
  3. oplossing: thee
  4. suspensie: chocomelk

Slide 31 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

Slide 32 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.

Slide 33 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 

Slide 34 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 
  • Een oplossing bevat een oplosmiddel (vloeistof)

Slide 35 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 
  • Een oplossing bevat een oplosmiddel (vloeistof)
Een oplossing blijft ALTIJD gemengd.

Slide 36 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Oplossingen
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt helder, dan heb je te maken met een oplossing.

  • Een voorbeeld van een oplossing is thee.
  • De geur, kleur en smaak deeltjes zijn zo klein dat ze niet meer zichtbaar zijn. 
  • Een oplossing bevat een oplosmiddel (vloeistof)
Een oplossing blijft ALTIJD gemengd.
of vloeistof/gas

Slide 37 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Suspensies
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.

Slide 38 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Suspensies
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.
  • Een voorbeeld van een suspensie is verf.

Slide 39 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Suspensies
Als je een vaste stof mengt met een vloeistof en die vloeistof wordt troebel, dan heb je te maken met een suspensie.
  • Een voorbeeld van een suspensie is verf.

  • Een suspensie is een vloeistof waarin een fijn verdeelde vaste stof zweeft.

Slide 40 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Suspensies
Een ander voorbeeld van een suspensie is een mengsel van grond en water.

Slide 41 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
Suspensies
Een ander voorbeeld van een suspensie is een mengsel van grond en water.

  • Als je een suspensie een tijdje laat staan dan zakt de vaste stof naar de bodem.
  • We noemen dit bezinken.

Slide 42 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels

Slide 43 - Slide

H2 Stoffen
  • Quiz: 2.1 Stoffen in huis
  • Inleiding 2.2 Zuivere stof of mengsel
  • Practicum: Stoffen van elkaar onderscheiden
  • Nakijken huiswerk 2.1 Stoffen in huis in UITWERKINGBOEK.
  • GPL invullen: H2 Stoffen, leerdoel 1 en 2.

Slide 44 - Slide