NT2: verkiezingen

Welkom in de les!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom in de les!

Slide 1 - Slide

Verkiezingen Tweede Kamer
Lesdoelen:
  • je krijgt een beeld van de Tweedekamerverkiezingen
  • je vergoot je woordenschat over dit onderwerp

Slide 2 - Slide

Tweedekamerverkiezingen

Slide 3 - Mind map

Planning
  • tekst over verkiezingen lezen
  • vragen over de tekst beantwoorden

Slide 4 - Slide

Verkiezingen 2021
We lezen samen de tekst over de verkiezingen. 
Voor de leerlingen die de les online volgen: Je kunt de tekst vinden in de Classroom.

Slide 5 - Slide

Woordenschat
De volgende vragen gaan over moeilijke woorden uit de tekst.

Slide 6 - Slide

Op 15 maart zijn er verkiezingen in Nederland voor een nieuwe Tweede Kamer. Het is erg spannend welke partij het grootste zal worden, want de peilingen laten bijna elke dag iets anders zien.
Wat betekent de peiling?
A
de oproep
B
de meting
C
de afloop
D
de wedstrijd

Slide 7 - Quiz

Na de verkiezingen van volgende week maken enkele politieke partijen met elkaar afspraken om samen een nieuw kabinet te vormen. Een nieuw kabinet heeft bij voorkeur meer dan 75 zetels.
Wat betekent bij voorkeur?
A
het vaakst
B
op tijd
C
liever niet
D
het liefst

Slide 8 - Quiz

Nederland kent diverse politieke partijen. Zij hebben verschillende standpunten over bijvoorbeeld het klimaat of het vluchtelingenbeleid.

Wat betekent het standpunt?
A
de vraag
B
de beslissing
C
de mening
D
de keuze

Slide 9 - Quiz

Voor de verkiezingen proberen politieke partijen zo veel mogelijk de aandacht van de kiezer te trekken en voeren ze campagne om reclame te maken voor hun partij.

Wat betekent campagne voeren?
A
actie ondernemen om iets onder de aandacht te brengen
B
aan kop gaan bij de voetbalcompetitie
C
in de dierentuin de dieren te eten geven
D
een grote schoonmaak houden om de stad schoon te krijgen

Slide 10 - Quiz

Overal hangen affiches en posters van politieke partijen op straat. En de belangrijkste man of vrouw van de partij, de lijsttrekker, is vaak te gast in tv- en radioprogramma’s.

Wat betekent de lijsttrekker?
A
iemand die graag op de lijst van de verkiezingen wil, maar er niet op staat
B
iemand die de lijst met personen maakt voor de verkiezingen
C
de persoon die een lijst van een politieke partij wil namaken
D
de persoon die bij verkiezingen de partij leidt

Slide 11 - Quiz

Campagne voeren is erg belangrijk, want er zijn steeds meer zwevende kiezers. Ze kiezen pas op het laatste moment op wie ze gaan stemmen.

Wat betekent de zwevende kiezer?
A
een kiezer die altijd op dezelfde partij stemt
B
een kiezer die niet gaat stemmen
C
een kiezer die al zeker weet op welke partij hij gaat stemmen
D
een kiezer die nog niet weet op welke partij hij gaat stemmen

Slide 12 - Quiz

Politieke partijen proberen vooral zwevende kiezers voor zich te winnen, want zwevende kiezers hebben nog niet besloten op welke partij ze gaan stemmen.

Wat betekent iemand voor zich winnen?
A
iemand opzij zetten
B
iemand aan zijn kant krijgen
C
iemand aan het werk krijgen
D
iemand verdrietig maken

Slide 13 - Quiz

Elke dag verschijnen er peilingen en lijkt het of de ene partij heeft gewonnen en de andere heeft verloren. Maar na het volgende debat kan het weer compleet anders zijn.

Wat betekent het debat?
A
het gesprek met afgesproken regels
B
het artikel over het onderwijs
C
het gesprek waarin iedereen doet wat hij wil
D
krantenbericht over de verkiezingen

Slide 14 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd over de Tweedekamerverkiezingen?

Slide 15 - Open question