Les: Zelfvertrouwen

Les: Zelfvertrouwen
1 / 40
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Worksheets

Items in this lesson

Les: Zelfvertrouwen

Slide 1 - Slide

In deze les gaan we het hebben over zelfvertrouwen.

Zelfvertrouwen kan ervoor zorgen dat het leven leuker en makkelijker wordt.

Maar hoe pak je dit aan? Vooral in situaties waarbij je onzeker bent en twijfelt. 
Introductie 

Slide 2 - Slide

1: Wat verwacht je?
2: Hoe doe je het nu?
3: Aan de slag
4: Experiment
5: Quiz
6: Afsluiting
In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. 
In dit gedeelte blik je vooruit op het onderwerp. Waar gaat het over en waarom is het belangrijk?
Hoe doe je het nu?
In dit gedeelte gaan we dieper in op de stof.
Test je kennis!
Bij tips vind je altijd een aantal handige leerstrategieën 
Inhoudsopgave Les 

Slide 3 - Slide

Zelfvertrouwen is geloven in jezelf. Iedereen kent situaties waarbij je denkt: "Dit moet lukken!" Bij sommigen lijkt het wel of ze overal vertrouwen in hebben en of alles bij ze lukt.

Maar iedereen kent situaties waarbij je onzeker bent over je eigen kunnen. "Kan ik dit wel?" of "Wat als het me niet lukt?". Geen zorgen, dit heeft iedereen weleens.

Sommigen hebben dit vaak en zien falen als een mislukking. In dat geval kun je spreken over faalangst. Faalangst kan heel vervelend zijn. 


Video: Faalangst (bron: Clipphanger)
1: Wat verwacht je? 

Slide 4 - Slide

Hoe doe je het nu?
In welke situaties heb je vertrouwen in jezelf en in welke minder?

Zijn er situaties waarbij je graag zelfvertrouwen zou hebben, maar je toch onzeker bent? Denk bijvoorbeeld aan een presentatie op school.

Vul de vragen in en kom erachter hoe jij nu over zelfvertrouwen denkt.  
2: Hoe doe je het nu? 

Slide 5 - Slide

Bedenk twee situaties waarbij jij
veel zelfvertrouwen hebt.

Slide 6 - Open question

Bedenk twee situaties waarbij jij
weinig zelfvertrouwen hebt.

Slide 7 - Open question

Als ik geen zelfvertrouwen
heb in een situatie ga ik ...
A
stressen
B
lachen
C
dan val ik stil
D
iets anders

Slide 8 - Quiz

Ik hou altijd rekening met andere mensen.
A
Ja!
B
Nee.

Slide 9 - Quiz

Ik durf altijd aan te geven
wat ik wel en niet wil.
A
Ja!
B
Nee.

Slide 10 - Quiz

3.1 Positief denken
- Theorie 
- Opdracht
- Theorie

3.2: Sterk in je schoenen
- Theorie
- Opdracht

Je gaat nu aan de slag met twee onderwerpen.
Wist je dat positief denken zelfs invloed kan hebben op je lichamelijke gezondheid?
Een onderdeel van zelfvertrouwen hebben is je grenzen kunnen aangeven. Sta jij sterk in je schoenen?
3: Aan de slag  

Slide 11 - Slide

Het glas is halfvol.

We hebben allemaal weleens dat we somber zijn of dat het tegenzit. Hierdoor kun je onzeker en bang worden.
Probeer daarom altijd de positieve kant van dingen te blijven zien. Door positieve gedachten krijg je weer een goed gevoel.

Positieve gedachten helpen je om te doen wat je echt wilt. Ze geven je doorzettingsvermogen en helpen je zeker te zijn van je zaak.

   3. 1 Positief denken: theorie 1 

Slide 12 - Slide

In de opdracht hieronder staan een aantal begrippen en uitspraken die je kunnen helpen bij positief denken en ervoor kunnen zorgen dat je minder gaat stressen en meer zelfvertrouwen hebt. 
Opdracht 1: Koppel het begrip aan de omschrijving 
Denk aan de goede dingen die wel gelukt zijn.
Een rustmoment zorgt ervoor dat je nieuwe energie krijgt.
Wees niet te streng voor jezelf. Denk na over oplossingen. 
Er zijn mensen die het veel slechter hebben dan jij.
Als je uitzoekt wat er fout ging, kun je daarvan leren.
accepteer
relaxen
van fouten leren
positiviteit
relativeer

Slide 13 - Drag question

Onderzoekers zijn erachter gekomen dat positief denken invloed heeft op de gezondheid.

Mensen die positief zijn, ervaren over het algemeen minder lichamelijke klachten en voelen zich gezonder.

Denk dus positief!


Wist je dat positief denken invloed heeft op je lichamelijke gezondheid?
Theorie 2: Positief denken & minder ziektes 

Slide 14 - Slide

Met sterk in je schoenen staan, bedoelen we dat je durft te zeggen wat je wel en wat je niet wilt.

Het is belangrijk om hierbij altijd rekening te houden met de ander.

Als je zelfvertrouwen hebt, is het makkelijker om jezelf te laten zien en te zeggen wat je wilt.

Je durft dus je grenzen aan te geven. 
Vier vormen van gedrag of communicatie
3.2 Sterk in je schoenen: Theorie 1 

Slide 15 - Slide

Het is af en toe belangrijk om voor jezelf op te komen en jouw grenzen aan te geven.

Dit noemen we assertief zijn. Wanneer je assertief bent, laat je anderen ook in hun waarde.

Hierna volgen een paar situaties om te kijken of jij assertief bent of misschien nog wel wat beter voor jezelf op mag komen.

Hoeveel spanning voel jij in de volgende situaties?




Opdracht 1: Durf jij je grenzen aan te geven? 

Slide 16 - Slide

Hoeveel spanning?

"Iemand heeft harde muziek op in de trein en je vraagt
diegene om de muziek iets zachter te doen."
010

Slide 17 - Poll

Hoeveel spanning?

"Kritiek uiten op iemand."
010

Slide 18 - Poll

Hoeveel spanning?

"Iemand heeft onterecht kritiek op jou en je komt voor jezelf op."
010

Slide 19 - Poll

Hoeveel spanning?

"Je begrijpt de uitleg in de klas niet en wilt om meer uitleg vragen."
010

Slide 20 - Poll

Hoeveel spanning?

"Toegeven dat iemand anders gelijk heeft en jij fout zat.''
010

Slide 21 - Poll

Hoeveel spanning?

"Zeggen dat het je spijt als je iets fout hebt gedaan."
010

Slide 22 - Poll

Hoeveel spanning?

''Vasthouden aan je eigen mening tegenover iemand die een zeer sterke mening heeft en daar niet van af wil stappen."
010

Slide 23 - Poll

Hoeveel spanning?

"Op een onbekende afstappen en een gesprek beginnen
(bijvoorbeeld op je eerste dag op de middelbare school).''
010

Slide 24 - Poll

Hoeveel spanning?

"In een groep vertellen wat je hebt meegemaakt.''
010

Slide 25 - Poll

Hoeveel spanning?

"Iemand heel oprecht een compliment geven."
010

Slide 26 - Poll

Hoeveel spanning?

"Een compliment ontvangen en dankjewel zeggen."
010

Slide 27 - Poll

In dit onderdeel pas je toe wat je in 3: aan de slag geleerd hebt. Het experiment is elke les anders.
Een klassikaal experiment.

De docent legt uit hoe dit experiment werkt. Het experiment is gebaseerd op het programma ''Over de streep''.

Weet je niet wat dit programma inhoudt? Bekijk dan de video.

Bron: KRO's over de streep
4: Experiment  

Slide 28 - Slide

Quiz: Zelfvertrouwen!
5. Quiz 
Test je kennis!

Slide 29 - Slide

Ik heb ...
zelfvertrouwen.
A
veel
B
weinig
C
geen
D
de ene keer wel en de andere keer geen

Slide 30 - Quiz

Ik vind het leuk om een
compliment te krijgen.
A
ja
B
nee
C
soms wel
D
meestal wel

Slide 31 - Quiz

Ik geef zelf graag
een compliment.
A
ja
B
nooit
C
soms
D
bijna nooit

Slide 32 - Quiz

Ik leer graag
nieuwe dingen.
A
ja
B
nee
C
meestal wel
D
meestal niet

Slide 33 - Quiz

Mijn vrienden moedigen mij altijd
aan als ik iets (nieuws) doe.
A
nooit
B
altijd
C
meestal wel
D
bijna nooit

Slide 34 - Quiz

Hoe zou jij het begrip
zelfvertrouwen nu omschrijven?

Slide 35 - Open question

Waar breng jij zelfvertrouwen
mee in verband?

Slide 36 - Open question

Schrijf een kwaliteit van jezelf op!

Slide 37 - Open question

Wat vinden anderen een
kwaliteit van mij?

Slide 38 - Open question

Welke kwaliteit ga of
wil jij binnenkort inzetten?

Slide 39 - Open question

In deze les heb je geleerd:

  • Wat zelfvertrouwen is.
  • Dat positief denken belangrijk is en zelfs invloed heeft op je gezondheid.
  • Dat zelfvertrouwen niet alleen draait om opkomen voor jezelf, maar ook juist om respect hebben voor de ander. In het klassenexperiment heb je dit onderzocht.  
6: Afsluiting  

Slide 40 - Slide